Het is ronduit verontrustend dat het Europees Parlement kiest voor het afzwakken van duurzaamheidswetgeving. Regels die bedoeld waren om kinderarbeid, milieuvervuiling en uitbuiting in toeleveringsketens te bestrijden, worden fors uitgehold, zoals bij de zogenaamde ‘anti-wegkijkwet’, waarvan de reikwijdte drastisch is beperkt. Ook de klimaatdoelen voor 2040 worden verlaagd en voorzien van meer ontsnappingsclausules dan verplichtingen.

Er valt best iets te zeggen over te veel en complexe regelgeving, maar wat hier gebeurt is geen evenwichtige herziening. In plaats van versimpeling (wat prima is), is dit afzwakking. Dat is een verkeerde keuze: de politiek laat zich leiden door kortetermijnbelangen en vermeende ‘concurrentie’ met de Verenigde Staten, in plaats van te bouwen aan langetermijnduurzaamheid en strategische onafhankelijkheid van Europa.

Uitbuiting en milieuschade horen niet bij gezonde concurrentie. Ze zijn het bewijs dat het systeem faalt. Door obsessief te sturen op ‘niet achterlopen op de VS’ verliezen we uit het oog wat werkelijk telt: de bescherming van mensen, natuur en toekomstige generaties.

De focus op kortetermijnvoordeel zoals lagere lasten en minder verplichtingen lijkt economisch logisch, maar is strategisch rampzalig. Zo ondermijnt Europa zijn eigen kansen om een duurzame, veerkrachtige industrie te bouwen die concurreert op kwaliteit in plaats van op kosten. De Europese samenleving en economie zou juist niet op de Verenigde Staten moeten willen lijken. Niet alleen gaan we dat gevecht verliezen, het zorgt er ook voor dat de route naar een eigen, unieke positie voor Europa steeds lastiger wordt. Langetermijnbelangen – klimaat, ecosystemen, sociale welvaart – worden ingeruild voor een illusie van concurrentievermogen.

Een economie die draait op uitputting en uitbuiting heeft geen toekomst. Dit beleid is niet alleen teleurstellend. Het is schandalig en asociaal.

Hans Stegeman, hoofdeconoom bij Triodos Bank