In zijn toespraak ging Wellink in op de rol van de Nederlandsche Bank en de overheid om het midden- en kleinbedrijf verder te stimuleren. Hij wees op een project van de Bank om het verzamelen van gegevens voor de betalingsbalans dusdanig te reorganiseren, dat de administratieve lasten voor met name het mkb worden teruggebracht. Ook kondigde hij aan dat er binnenkort aanbevelingen komen om het girale betalingsverkeer te verbeteren. Richting de overheid deed Wellink een oproep om niet slechts de regelgeving – die veel te weinig rekening houdt met de schaal van het mkb – te verminderen, maar ook de trage afhandeling van bijvoorbeeld beroeps- en bezwaarschriften in geval van bedrijfsuitbreiding aan te pakken.

Rapport
De Stichting Maatschappelijk Ondernemen van MKB-Nederland heeft in kaart gebracht welke omgevingsfactoren invloed hebben op het maatschappelijk ondernemen van kleine en middelgrote bedrijven. Genoemd worden o.a. de opkomst van maatschappelijke organisaties, de toename in eisen van consumenten en van de lokale omgeving van een bedrijf, de toename in eisen van grote bedrijven aan leveranciers in het mkb, de internationalisering van de economie en de veranderde verwachtingen van werknemers over werken.
De aandacht voor maatschappelijk ondernemen is beslist niet meer exclusief gericht op grote bedrijven. Mkb-ondernemers worden gedwongen zich bewust te zijn van maatschappelijke discussies. Deze kunnen heel dichtbij spelen, maar ook ver weg in het buitenland. Het aantal eisen dat vanuit de samenleving aan mkb-bedrijven wordt gesteld neemt toe. Maatschappelijke organisaties worden in toenemende mate een belangrijke gesprekspartner van het bedrijfsleven. Ook door de internationalisering van de economie neemt het aantal aspecten van maatschappelijk ondernemen waarop de mkb-ondernemer alert moet zijn toe. Het zicht op de herkomst van producten, zeker vanuit niet-Westerse landen, is voor een individuele ondernemer niet altijd goed in kaart te krijgen.

Aanbevelingen
Het door de Universiteit Nyenrode opgestelde rapport, bevat aanbevelingen aan mkb-ondernemers, branche-organisaties, MKB-Nederland en de overheid hoe zij kunnen bijdragen aan een soepel en efficiënt samenspel tussen de samenleving en het mkb. Genoemd worden het voeren van een duurzaam personeelsbeleid door aandacht voor kwaliteit van de arbeidsomstandigheden en ontwikkeling van de medewerkers. Verder het creëren van een sterkere onderhandelingspositie tegenover grote bedrijfsklanten. Dit is nodig vanwege de eisen die door hen worden gesteld over maatschappelijk ondernemen, maar waaraan een kleinschalige ondernemer niet volledig of snel genoeg kan voldoen. Ook wordt geadviseerd om kennis en -best practises’ uit te wisselen. Hierin kunnen branche-organisaties een belangrijke rol vervullen.

Jan ten Hoopen, voorzitter van de Stichting Maatschappelijk Ondernemen, onderstreepte de belangrijke rol voor branche-organisaties. -Niet alleen als belangenbehartiger, maar in toenemende mate ook als gesprekspartner met maatschappelijke organisaties. Dat is een nieuwe uitdaging. Het rapport geeft helder aan dat een ondernemer het niet alleen kan. Daarvoor is het krachtenveld te complex en omvangrijk. Samenwerking in branches is een voorwaarde om eigentijds ondernemen te stimuleren en de concurrentiepositie te versterken.”

Een sterkere rol voor de branches sluit ook aan bij de nieuwe functie die de Stichting Maatschappelijk Ondernemen binnen MKB-Nederland wil vervullen. Ten Hoopen: -Via de branche-organisaties willen wij maatschappelijk ondernemen meer praktisch vormgeven. De eerste jaren hebben we vooral gewerkt aan bewustwording van het midden- en kleinbedrijf. Nu gaan we met name aansluiten bij concrete en actuele thema’s.”