Het lijkt zo logisch: economie en milieu moeten met elkaar geïntegreerd zijn. Economie gaat over welvaart en over de optimale toewijzing van schaarse goederen en diensten. Goederen en diensten uit het milieu kunnen derhalve niet ongeprijsd blijven. Groeicijfers die effecten op het milieu niet incalculeren kunnen zelfs misleidend zijn. Toch is er nog steeds een lange weg te gaan. Dat stelt prof. dr. Aart de Zeeuw in zijn afscheidsrede die hij op 22 september 2017 uitspreekt in aula van Tilburg University.

In zijn rede blikt De Zeeuw terug op een periode van bijna veertig jaar waarin hij verbonden is geweest aan Tilburg University, waarvan vijfentwintig jaar als milieueconoom. Hij gaat in op als vragen als: Waarom voltrekt de integratie tussen economie en milieu zich zo langzaam? Hoe kan het gebrek aan internationale samenwerking bij het beheer van het gemeenschappelijk milieu doorbroken worden? Als voorbeeld noemt hij het Kyoto Protocol, waarin door samenwerken en de welvaart verdelen geprobeerd wordt de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Free-rider gedrag heeft deze samenwerking echter onderuit gehaald.

Kantelpunten

De Zeeuw laat zien dat kantelpunten, oorspronkelijk een begrip uit de ecologie, een belangrijk concept is voor economen. Bij een kantelpunt zorgt een relatief kleine verandering voor een relatief groot gevolg. Twee graden temperatuurstijging kan gezien worden als een kantelpunt. Het passeren daarvan impliceert dat de gevolgen van klimaatverandering elkaar gaan versterken en desastreus kunnen worden. Hij legt in zijn rede uit hoe dit concept is toegepast bij het Verdrag van Parijs, waar een doel is gesteld van niet meer dan twee graden temperatuurstijging, en een procedure is afgesproken om landen daar bottom-up aan te laten bijdragen. Kantelpunten zijn een mooi voorbeeld van een concept dat uit de ecologie stamt maar door de interactie tussen economie en ecologie nu ook steeds meer betekenis krijgt in de economie. Milieueconomie is dus niet alleen logisch maar vaak ook innovatief.

Prof. dr. Aart de Zeeuw (1952) studeerde wiskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en promoveerde in de economie aan Tilburg University. Daar was van 1989 tot 1993 hoogleraar kwantitatieve economie en sinds 1993 was hij werkzaam als hoogleraar milieueconomie. Van 2006 tot 2009 was hij tevens co-directeur van het Beijer Institute of Ecological Economics aan de Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen in Stockholm.
Aart de Zeeuw was van 1998 tot 2000 president van de European Association of Environmental and Resource Economists, en van 2004 tot 2008 was hij co-editor van the Journal of Environmental Economics and Management.

Aan Tilburg University heeft hij veel bestuurlijke functies verricht. Zo was hij van 1992 tot 1994 decaan aan de Faculteit Economie, van 2005 tot 2007 wetenschappelijk directeur van CentER en van 2009 tot 2013 wetenschappelijk directeur van het Tilburg Sustainability Center. Daarnaast was hij was lid van de Raad voor Ruimtelijk, Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO en adviseur voor het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Aart de Zeeuw publiceerde in een breed scala van wetenschappelijke economische tijdschriften. In zijn huidige onderzoek richt hij zich op internationale milieuovereenkomsten en de economie van dynamische ecologische systemen.