Duurzame ontwikkeling en mensenrechten zijn twee kanten van dezelfde medaille. De Nederlandse mensenrechteninzet en het beleid voor duurzame ontwikkeling moeten daarom scherp op elkaar worden afgestemd. De duurzame ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals of SDG’s) van de Verenigde Naties bieden een bruikbaar handvat. Het internationale bedrijfsleven speelt daarin een sleutelrol. Dat zei AIV-lid prof. dr. Ernst Hirsch Ballin vandaag bij de overhandiging van het adviesrapport ‘Duurzame ontwikkelingsdoelen en mensenrechten: een noodzakelijk verbond’ aan minister Kaag voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en VNO-NCW voorzitter Hans de Boer.

Op 18 april 2018 ontving de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) het verzoek van de minister van Buitenlandse Zaken (BZ) en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) om een advies uit te brengen over de wederzijdse versterking van de mensenrechten en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals of SDG’s).

In de adviesaanvraag stellen de ministers dat respect voor mensenrechten en voor menselijke vrijheden belangrijke voorwaarden zijn voor duurzame ontwikkeling en het voorkomen van conflicten. De SDG-agenda kan volgens hen niet succesvol zijn zonder de naleving van de mensenrechten en vice versa. Ook worden zowel de SDG’s als internationale mensenrechteninstrumenten door experts gezien als ‘raamwerken’ voor een structurele inzet op de preventie van gewelddadig conflict. Beide agenda’s hebben elkaar daarom veel te bieden, aldus de ministers.

Specifieke mogelijkheden om de mensenrechten te bevorderen via de uitvoering van de SDG’s en omgekeerd zijn echter nog niet systematisch onderzocht. Daarom heeft het Kabinet de volgende vragen aan de AIV voorgelegd:

Centrale vraag: Hoe kunnen de Nederlandse inzet op de SDG’s en de inzet van het Nederlandse buitenlands beleid op het terrein van de mensenrechten, zoals vastgelegd in de beleidsbrief ‘Respect en recht voor ieder mens’, elkaar wederzijds versterken?

Deelvragen:
1. Wat zijn de raakvlakken van beide agenda’s en waar vullen ze elkaar aan?
2. Welke concrete opties bestaan er om de SDG’s (beter) te laten bijdragen aan de internationale bevordering van mensenrechten?
3. Hoe kan het Nederlandse buitenlands beleid op mensenrechten optimaal bijdragen aan het behalen van de SDG’s op voor Nederland prioritaire terreinen?