De uitkomsten van onderzoek naar innovatie rondom familiebedrijven ontkracht de mythe dat familiebedrijven niet innovatief zouden zijn. Dat blijkt uit het onderzoeksrapport van prof. dr. Roberto Flören, hoogleraar familiebedrijven aan Nyenrode Business Universiteit, in samenwerking met ING en NPM Capital. Eigenaren van familiebedrijven steunen het innovatiebeleid meer dan eigenaren van niet-familiebedrijven. Tegelijk laat het onderzoek zien dat wanneer er meer financiële middelen beschikbaar zijn, bijna een derde van de familiebedrijven innovatiever zou zijn. Familiebedrijven doen op het gebied van innovatie dan ook niet onder voor andere typen bedrijven. Duurzaamheid blijkt vaak een externe  reden voor familiebedrijven te zijn om te gaan innoveren.

Rob van den Biggelaar, Manager Sector Banking ING vertelt: “Familiebedrijven hebben een grote impact op de innovatiekracht van Nederland. Wij helpen daarbij door het delen van inzichten en het organiseren van netwerk- en inspiratiesessies, waardoor ze in staat zijn om betere (lange termijn) beslissingen te nemen.” Uit het onderzoek blijkt dat ruim 62 procent van alle familiebedrijven de laatste drie jaar minimaal één nieuw product of dienst op de markt heeft gebracht. Ook heeft bijna 72 procent van alle familiebedrijven de laatste drie jaar de interne bedrijfsprocessen ingrijpend verbeterd of vernieuwd. “Familiebedrijven doen op het gebied van innovatie dus niet onder voor andere typen bedrijven,” concludeert prof. Flören. “Sterker nog, dankzij kapitaal verstrekt door haar eigenaren, kunnen familiebedrijven zich langetermijn-investeringen in innovatie veroorloven.”

Innoveren voor duurzaamheid

Diverse bedrijven innoveren uit noodzaak. Omdat zij worden geconfronteerd met externe omstandigheden, zoals technologische ontwikkelingen of veranderingen in klantbehoeften kunnen zij niet anders
dan te innoveren. Uit Tabel 3 blijkt dat veel familiebedrijven zich gedwongen voelen om te innoveren door externe ontwikkelingen. Voor bijna alle bedrijven (91,6 procent) geldt dat veranderingen in klantbehoeften innovatie essentieel maakt, maar drie kwart van de bedrijven stelt tevens dat technologische veranderingen, streven naar duurzaamheid en nieuwe verdienmodellen een belangrijke aanleiding zijn.


Ook voor bouwondernemingen wordt innovatie steeds belangrijker. Janne van Excel (Schadenberg Groep): “Innovatie is voor ons heel belangrijk. Denk alleen al aan alle ICT waarmee bouwbedrijven te maken hebben. Ook kunnen wij innovatiever zijn in de marketing, want er is nu geen bouwbedrijf die daar wat aan doet. Helaas zijn wij projectverkopers en geen productverkopers. Het lijkt bijna hetzelfde, maar het is een andere manier van denken.” Wat dat betreft zijn er volgens Janne voldoende kansen op onze daken. “De innovatieprocessen worden zeer belangrijk, zeker als zij inspelen op de duurzaamheid. Er zit toekomst in het waterbeheer op het dak. Als wij in staat zijn om het regenwater op het dak te houden, komt dit ten goede van de leefbaarheid, waterhuishouding en energiebeheer. Daar kun je producten van maken.”

Familievermogen en financiële middelen

Dat er enerzijds nog potentie in de innovatiekracht van familiebedrijven zit en er anderzijds bedreigingen zijn, laat het onderzoek eveneens zien. Belangrijke bedreigingen voor innovatie bij familiebedrijven zijn de afhankelijkheid van de innovatieve kracht van de oprichter en het hoge percentage van het familievermogen dat vastzit in het familiebedrijf, waardoor het niet beschikbaar is voor innovatie. Flören: “Juist familiebedrijven hebben significant vaker onvoldoende financiële middelen om te innoveren. Dat betekent dat er dus nog ruimte is om de innovatiekracht van familiebedrijven te versterken. Ruim 32 procent van deze bedrijven zou namelijk innovatiever zijn als ze meer financiële middelen ter beschikking zouden hebben.”

Steun van eigenaren

Bijna 79 procent van de eigenaren van familiebedrijven is bereid om van dividend af te zien om de innovatie te stimuleren (niet-familiebedrijven 60 procent). Ook is ruim 65 procent van de eigenaren van familiebedrijven bereid om een jaar negatieve resultaten te accepteren als dat de innovatie stimuleert (niet-familiebedrijven 40 procent), wijst het onderzoek uit., “De steun van de eigenaren voor de innovatiestrategieën van de familiebedrijven blijkt daarmee sterk af te wijken van de bereidheid van de eigenaren van niet-familiebedrijven,” concludeert de hoogleraar. “Daar kan een belangrijke verklaring liggen voor het feit dat familiebedrijven ondanks hun beperkte middelen zeer goed kunnen concurreren met de niet-familiebedrijven op het gebied van innovaties.

Innovatief vermogen

Bedrijfsopvolging is een belangrijk thema voor familiebedrijven en kan een bedreiging zijn voor het innovatieve vermogen, blijkt uit het onderzoek. Bij ruim 29 procent van alle familiebedrijven vreest de huidige directeur dat het innovatieve karakter van het bedrijf vermindert na zijn of haar vertrek. Dit percentage stijgt tot 38 voor de familiebedrijven waar de oprichter nog actief is. “Op deze reële dreiging moeten familiebedrijven dus vroegtijdig voorsorteren, en dat wordt in toenemende mate ook gedaan,” stelt Roberto Flören. “Een groot gedeelte van de familiebedrijven ziet de bedrijfopvolging namelijk als een kans om het innovatieve vermogen van het bedrijf juist te vergroten. Bijna 52 procent van de huidige directeuren stelt dat het voor de continuïteit van het familiebedrijf van groot belang is dat de nieuwe directeur innovatiever is dan de huidige,” besluit Flören.