Economische duurzaamheid
Economische duurzaamheid wil zeggen dat het bedrijf voldoende winst maakt, omte kunnen voortbestaan. Het gezinsinkomen is bijvoorbeeld een indicator voor de economische duurzaamheid.

Ecologische duurzaamheid
De ecologische duurzaamheid zegt iets over de betekenis van het bedrijf voor de flora, fauna en het milieu. Doormiddel van het bepalen van de milieuvervuiling die samenhangt met de productie van 1 kilo melk kan deze vorm van duurzaamheid worden bepaald. Indicatoren voor de milieuvervuiling zijn onder ander: vervuiling van oppervlakte- en grondwater, verdroging, waterverbruik, broeikasgasproductie en uitstoot van giftige stoffen.

Intern sociale duurzaamheid
De intern sociale duurzaamheid heeft betrekking op de arbeidsomstandigheden van de melkveehouder en de meewerkende gezinsleden. Voor het bepalen van de intern sociale duurzaamheid gebruikt Van Calker de Physical Load Index. Deze index waardeert de arbeidsomstandigheden op een bedrijf door te kijken naar de hoeveelheid werk en de zwaarte ervan.

Extern sociale duurzaamheid
Extern sociale duurzaamheid gaat onder andere over de waardering vanuit de maatschappij voor het bedrijf. Belangrijk bij de waardering zijn de voedselveiligheid, de gezondheid van het vee, het dierenwelzijn en de landschappelijke waarde van het bedrijf. Ook hier gebruikt Van Calker diverse indexen.

Proefbedrijven
De BDI is gedurende drie jaar getest op 4 proefbedrijven; De Marke, het Lagekostenbedrijf, het Hightechbedrijf en op Aver Heino. Op de totale BDI scoorde het Lagekostenbedrijf het beste. Hieruit concludeert Van Calker dat een veehouder niet persé hoeft om te schakelen naar een biologische productiewijze om duurzaam te opereren.

De onderzoeker heeft in tests al gemerkt dat er grote verschillen zitten de tussen de diverse belangengroepen. Zo hechten veehouders veel waarde aan de economische en de intern sociale index, terwijl consumenten juist de ecologische en extern sociale duurzaamheid belangrijk vinden.