Bouwend Nederland maakt op dinsdag 2 november voor de derde keer op rij de Top 25 van Duurzame Publieke Opdrachtgevers in de Bouw en Infra bekend. Hiermee worden opdrachtgevers in het zonnetje gezet die duurzaamheid in aanbestedingen serieus meenemen. Voorafgaand daaraan publiceren we de analyse van Duurzaamheid in openbare aanbestedingen. De afgelopen drie jaar wordt steeds duurzamer aanbesteed, maar de kloof tussen voorlopers en achterblijvers groeit. Het rapport Klimaatsignaal’21 dat het KNMI gisteren publiceerde bevestigt nogmaals dat duurzaamheid zwaarder meegewogen moet worden in openbare aanbestedingen. Anders zijn de doelstellingen in de gebouwde omgeving ten aanzien van de energietransitie, circulair bouwen, klimaatadaptatie en natuurontwikkeling niet haalbaar.

Voor de analyse Duurzaamheid in openbare aanbestedingen selecteerde Jos van Alphen, adviseur Aanbestedingen bij het Aanbestedingsinstituut en Bouwend Nederland, de publieke opdrachtgevers die minimaal zeven aanbestedingen in de afgelopen twee jaar hebben uitgevoerd. Dat zijn er zo’n negentig. Al met al werden zo 1.000 aanbestedingen langs de lat gelegd van duurzaamheidseisen als een ISO 14001-certificaat of een CO2-prestatieladdercertificaat, maar ook gunningscriteria met veel impact op een duurzaam eindresultaat (B&U – MPG en GWW – MKI).

Samensteller Jos van Alphen concludeert: “Het stelt teleur dat nog steeds twee op de drie opdrachtgevers geen enkele prikkel geven om duurzaam presteren te bevorderen. De situatie in Limburg eerder dit jaar gaf wel heel concreet de noodzaak dat duurzame gunningscriteria vaker moeten worden toegepast en zoveel gewicht moeten krijgen dat ondernemers zich met duurzame oplossingen kunnen onderscheiden.”

Nauwelijks stijging aan de onderkant van de lijst

De analyse laat zien dat over de afgelopen drie jaar duurzamer wordt aanbesteed. Echter, de kloof tussen voorlopers en achterblijvers wordt groter. Van Alphen: “Het algemeen gemiddelde gaat weliswaar omhoog, maar met nauwelijks stijging aan de onderkant van de lijst en sterke spurten aan de bovenkant. Voor het realiseren van de duurzaamheidsambities van Brussel en Den Haag is het tempo veel en veel te laag.” Het verbaast Van Alphen niet. “Inkopers en bestekschrijvers moeten met duurzaamheid vertrouwd raken, het zichzelf aanleren en zelfvertrouwen in opbouwen. Daarnaast hebben decentrale overheden er de laatste jaren veel extra taken bij hebben gekregen en vaak niet evenredig veel extra capaciteit. Het bedrijfsleven staat ondertussen te trappelen om allemaal mooie producten aan te bieden waarmee versnelling van de duurzaamheid kan worden gevonden. Zij krijgen onvoldoende kans, als slechts op een van de drie aanbestedingen een gunningscriterium bestaat waarin je je meerwaarde kunt tonen.” Van Alphen ziet het liefste gunningscriteria die gericht zijn op duurzame resultaten, zoals de door Rijkswaterstaat gelanceerde Milieu Kosten Indicator. Ook hecht hij waarde aan het stimuleren van werkwijzen met zo min mogelijk uitstoot van schadelijke gassen.”

Praktische tips

Voor een versnelling zal duurzaamheid integraal in de aanbesteding moeten worden opgenomen. Van Alphen: “Gunning op de laagste prijs geeft die ruimte niet en de huidige stijgende materiaalprijzen zitten de duurzame ambities in de weg. En dat is jammer.” Moderne contracten, bouwteams, meerjarig onderhoud, contractuele op duurzaamheid gerichte clausules zijn volgens Van Alphen technieken die kunnen bijdragen aan duurzamere prestaties. Hij wil dat ondernemers vroeger worden betrokken bij de bouwopgave, want als alle ontwerpkeuzes zijn gemaakt kunnen ondernemers daar weinig duurzame waarde aan toevoegen.

“Als opdrachtgever, ontwerper en bouwer niet vanuit bestek, maar samen aan de slag gaan vanuit een functionele omschrijving, dan is er meer ontwerpvrijheid en mogelijkheid voor een duurzame opzet met duurzame componenten. We zien links en rechts een aantal best cases opduiken met een juiste aanpak. Dat is ook een tip die ik aanbestedende diensten zou willen meegeven. Als je vindt dat je duurzame ambities nu nog niet zo uit de verf komen, begin met pilots om wat ervaring en zelfvertrouwen op te doen. Het hoeft ook niet altijd het grootste werk te zijn waar je een lerend effect uit kunt krijgen.”