Om de Nederlandse klimaatdoelen voor 2030 te ondersteunen, is een geïntegreerde aanpak nodig voor het beheer van CO2-stromen. Uit een recente studie, uitgevoerd door Darel in opdracht van Sinkit gesteund door de havens van Amsterdam en Rotterdam, blijkt dat kleine, tijdelijke (<15 jaar), gedecentraliseerde en biogene volumes van CO2 moeilijk toegang krijgen tot CO2 -infrastructuur en permanente opslag. Door deze volumes wel te benutten, kan Nederland meer emissies vermijden en CO2 uit de atmosfeer verwijderen.
Terwijl er een overschot aan CO2 in de atmosfeer is, kampen gebruikers met een beperkte beschikbaarheid en een onzekere aanvoer van (groene) CO2 . Tegen 2030 lijkt er echter voldoende opslag- en transportcapaciteit beschikbaar te zijn voor emissiebeperkers en -verwijderaars. Een verdere optimalisatie van infrastructuur kan dit potentieel benutten. Het toevoegen van overslag- en losfaciliteiten in havengebieden kan extra emissiestromen ontsluiten.
De rol van een Carbon Hub
Een CO2-aggregatiehub kan een sleutelrol spelen in het optimaliseren van de CO2 -stromen en het faciliteren van nieuwe projecten. Dit leidt tot leveringszekerheid, een vermindering van het aantal fysieke transportbewegingen en lagere maatschappelijke kosten voor Carbon Capture, Utilization & Storage (CCUS). Daarnaast kan het bijdragen aan duurzame economische groei. De studie benadrukt dat een dergelijke hub een aantal voordelen biedt:
- Vermindering van emissies door drempels voor CO2-opslag en hergebruik te verlagen voor individuele emitters;
- Optimale benutting van infrastructuur, waardoor transport en opslag efficiënter worden;
- Betere verdeling van CO2-volumes over verschillende afnemers en opslagmogelijkheden;
- Faciliteren van systeemintegratie en standaardisatie, om samenwerking te verbeteren;
- Ondersteuning van innovatie, waardoor de economische potentie van Nederland groeit.
Om deze voordelen te realiseren, zijn regelgeving en overheidssteun essentieel. Er zijn verschillende modellen mogelijk voor de verdere ontwikkeling van een Carbon Hub. Zo kan de hub als contractuele aggregator fungeren, waarbij het de eigendom van CO2 overneemt en collectieve transport- en opslagcapaciteit onderhandelt. Daarnaast kan het als fysieke aggregator logistieke processen optimaliseren. Verder kan het als systeemintegrator bijdragen aan een geïntegreerd ecosysteem door verantwoordelijkheid te nemen voor CO2-boekhouding, metingen, rapportage en verificatie. Tot slot kan het fungeren als projectversneller door vroege ontwikkelingsfases te ondersteunen en levensvatbare business cases te creëren.
Merijn Janssen (Darel), hoofdauteur van de studie, benadrukt: “Alle betrokken partijen waren zeer ondersteunend ten opzichte van het initiatief. We spraken met bedrijven over de hele CO2 waardeketen, en geen van hen kan dit alleen aanpakken. Coördinatie en samenwerking zijn essentieel. Op de recente Carbon Conference kregen we verdere bevestiging dat actie gewenst is.”
Oproep tot samenwerking
In de komende periode zullen Darel/Sinkit, samen met de havens van Amsterdam en Rotterdam, de interesse peilen onder marktpartijen en beleidsmakers om het concept van een Carbon Hub verder uit te werken.