“Scope 3-emissies en de circulaire economie komen samen als waardeketens afval omzetten in grondstoffen – en zo van een complex probleem een kans voor decarbonisatie maken.” 

Waar hebben we het over: Scope 3 en de circulaire economie

De route naar decarbonisatie betekent dat organisaties aan de slag moeten gaan met scope 3-emissies, die doorgaans tussen de 70% en 95% van de totale CO₂-voetafdruk beslaan. Praktische strategieën waarin carbon footprint-berekeningen worden gecombineerd met circulaire ontwerpprincipes bieden een uitkomst. Dit artikel laat zien hoe circulariteit het traditionele lineaire “take-make-waste”-model kan doorbreken en ruimte maakt voor duurzaam design, slim materiaalgebruik en een toekomstbestendige waardeketen. 

Scope 3-emissies, uitgelegd

Scope 3-emissies omvatten alle indirecte broeikasgasemissies die plaatsvinden in de volledige keten – zowel upstream als downstream. Denk aan emissies uit aangekochte materialen en diensten, kapitaalgoederen, gegenereerd afval, productgebruik en verwerking aan het einde van de levensduur. In tegenstelling tot scope 1 (directe emissies) en scope 2 (ingekochte elektriciteit, warmte, koeling en stoom), zijn scope 3-emissies lastig te meten en te verminderen omdat ze buiten de directe regie van de organisatie vallen. Leveranciers, logistiek, klanten en afvalverwerkers zijn allemaal betrokken. Als je wilt decarboniseren heb dan ook om diepgaand inzicht en samenwerking in de keten nodig. 

Circulaire economie in de praktijk

De circulaire economie is gericht op het zo lang mogelijk op de hoogste waarde houden van producten, onderdelen en materialen, en tegelijkertijd natuurlijke ecosystemen te herstellen. De basisprincipes zijn: afval en vervuiling uit het ontwerp weren, producten en materialen hergebruiken en recyclen, en natuurlijke systemen regenereren. Bedrijven werken hieraan via afvalminimalisatie, efficiënt grondstofgebruik, inzet van gerecyclede content, duurzaam en te repareren ontwerp, en circulaire verdienmodellen zoals lease en terugname. 

Belangrijke overeenkomsten tussen scope 3 & de circulare economie 

Focus op de waardeketen

Scope 3 en de circulaire economie richten zich beide op effecten en kansen buiten de directe bedrijfsvoering. Dit betekent dat je moet sturen op emissies én grondstoffen met upstream-leveranciers, downstream-klanten ‘end-of-life management’. Dit vraagt om samenwerking door de gehele waardeketen.  

Het potentieel voor CO₂-reductie 

De principes van de circulaire economie zorgen direct voor een CO₂-voetafdruk: door minder primaire grondstoffen, slimmer productontwerp, alternatieve materiaalkeuze én duurzamer afvalbeheer wordt de grootste bron van emissies aangepakt die buiten de eigen organisatie plaatsvinden.  

Milieu- en sociale impact

Circulariteit verlaagt de druk op grondstoffenwinning en beperkt milieuschade, waardoor gemeenschappen wereldwijd bespaard blijven van ontbossing, vervuiling of mijnbouw. Tegelijkertijd groeit de werkgelegenheid in sectoren als reparatie, refurbishen en recycling – ook belangrijk voor sociale duurzaamheid. 

Economische kansen

Circulaire businessmodellen scheppen waarde door lagere afvalverwerkingskosten, secundaire markten voor grondstoffen, levensduurverlenging en nieuwe inkomsten uit product-as-a-service diensten en inleveracties. Hierdoor worden grondstoffen efficiënter ingezet en wordt het bedrijf toekomstbestendiger. 

Welke scope 3-categorieën sluiten aan bij circulariteit?
De belangrijkste scope 3-categorieën die direct aanhaken op de circulaire economie zijn: 

  • Ingekochte goederen en diensten: emissies uit de winning, productie en logistiek van alle ingekochte materialen en diensten. Hier zorgen gerecyclede content en duurzaam inkopen voor substantiële CO₂-reductie. 
  • Kapitaalgoederen: emissies die voortvloeien uit de productie en logistiek van machines, gebouwen en ander bedrijfskapitaal. Leasen, refurbishen en repareren verlengt de levensduur van kapitaalgoederen en vermindert de voetafdruk. 
  • Afval uit de eigen operatie: emissies door behandeling en verwerking van operationeel afval uit de operatie. Hier liggen kansen door afvalpreventie, recycling en industriële symbiose. 
  • Gebruik en end-of-life van verkochte producten: emissies tijdens gebruiksfase de end-of-life afwikkeling van verkochte producten. Als je ontwerpt voor duurzaamheid, energie-efficiëntie, repareerbaarheid en inleveracties, stimuleert dit circulariteit. 

Circulaire strategieën voor scope 3-reductie 

Strategie 1: Ingekochte goederen en diensten 

  • Stap over op gerecyclede of hernieuwbare grondstoffen om de uitstoot tijdens de gehele levensduur (embodied carbon) fors te verlagen ten opzichte van nieuwe (Virgin) materialen.  
  • Herontwerp producten om het materiaal- en emissieprofiel te verbeteren, zowel bij winning als productie. 
  • Betrek leveranciers actief bij circulaire best practices om duurzaamheid te stimuleren en uitstoot te verminderen in de volledige keten. 
  • Geef voorrang aan leveranciers die werken met wetenschappelijk onderbouwde (science-based) CO₂-doelstellingen of circulaire productprogramma’s. 

Strategie 2: Kapitaalgoederen 

  • Lease machines in plaats ze van ze aan te schaffen, zodat zij langer meegaan en de levensduur-CO₂ daalt. 
  • Kies refurbished of modulaire oplossingen en stimuleer zo reparatie en upgrades in plaats volledige vervanging van goederen. 
  • Repareer assets in plaats van ze te vervangen als dit de levensduur verlengt – en zo de consumptie van middelen vermindert  
  • Zet circulaire ontwerpprincipes in vanaf de aanvraag en selectie van machines en infrastructuur. 

Strategie 3: Afval uit de eigen operatie 

  • Minimaliseer afval aan de bron door optimalisatie van processen en materiaalgebruik. 
  • Vergroot recycling- en composteerpercentages om stort en verbranding te vermijden, hiermee daalt de scope 3-impact fors. 
  • Houd afvalstromen scherp bij voor verbetering en ketensturing. 
  • Werk samen met afvalverwerkers die uitblinken in recyclage en terugwinning. 
  • Zet reststromen in als grondstof voor andere processen (industriële symbiose). 

Strategie 4: Gebruik en end-of-life van verkochte producten 

  • Ontwerp voor energiezuinig gebruik om CO₂ in de gebruiksfase te verlagen. 
  • Zorg ervoor dat producten gerepareerd kunnen worden en uitgebreid of geüpgraded kunnen worden om de levensduur te verlengen. 
  • Verleng de duurzaamheid van het product zodat grondstoffen langer meegaan en minder snel vervangen hoeven te worden. 
  • Ondersteun inleveracties en reverse logistics om producten en grondstoffen terug te ter winnen.  
  • Ontwerp voor recyclebaarheid en geef duidelijke retour- of inzamelingsinstructies. 

Case study: Een meubelproducent gaat circulair

Een meubelproducent startte een decarbonisatieproject dat focuste op de materialenshift in plaats van procesinnovatie. Door de overstap van virgin naar gerecyclede materialen – metalen, schuim, polyester – daalde de CO₂-uitstoot significant. Meer dan 50% besparing voor metalen, met vergelijkbare reductie voor schuim en polyester.  

Dit werd gerealiseerd door intensieve Supplier Engagement, waarbij op basis van Life Cycle data gekozen werd voor materialen met een lagere voetafdruk. Het project vergde intensieve samenwerking tussen inkoop en productontwikkeling, waardoor zij nu circulaire principes kunnen integreren vanaf de start van het aankoopproces.  

Deze case laat zien dat materiaalkeuzes een directe en significante scope 3-reducties kunnen opleveren. Het laat ook zien hoe je pragmatisch kunt werken aan decarbonisatie zonder je bestaande processen te verstoren. 

Meestgestelde vragen

Hoe verminderen gerecyclede materialen scope 1 emissies? 
Gerecycleerde grondstoffen slaan de meest energie- en emissie-intensieve fasen van mijnbouw en primaire productie over. Hoewel recycling zelf energie kost, is de totale voetafdruk, zeker bij metalen en kunststoffen, veel lager dan bij virgin materialen. 

Leidt ontwerp voor levensduur altijd tot lagere CO₂? 
De levensduur verlengen verlaagt meestal ‘embodied carbon’ doordat er minder opnieuw geproduceerd hoeft te worden. Maar voor energie-intensieve producten kan dit anders zijn. Life Cycle Assessments helpen je om het optimum te vinden. Leasemodellen en product-as-a-service modellen zorgen er voor dat je ontwerp voor duuzaamheid en efficiënt onderhoud. 

Hoe beïnvloeden verschillende afvalregels de scope 3-berekening? 
Scope 3-afvalemissies hangen af van de werkelijke afvalstromen. Vaak worden producten in meerdere landen verwerkt met elk eigen landfill-, recycling- en verbrandingsregels. Nauwkeurige data per locatie en samenwerking met afvalpartners is essentieel voor juiste emissieberekeningen en circulaire optimalisatie. 

Carolina Paes, Nexio Projects