Duurzaam of maatschappelijk verantwoord ondernemen geniet de warme belangstelling van het bedtfjfsleven. Provincies hebben daar belang bij. Een bedrijf dat actief vorm geeft aan duurzaam ondernemen, levert betere milieu- en sociale prestaties en dat kan het economische klimaat binnen de provincie versterken. Wat is – gezien dat belang – een gepaste rol voor het provinciale bestuur? Om die vraag goed te beantwoorden, is het essentieel dat in de gehele provincie hetzelfde wordt verstaan onder de term duurzaam of
maatschappelijk verantwoord ondernemen. Natuurlijk gaat dat over milieuprestaties. maar valt het stimuleren van vrijwilligerswerk door de provincie van bedrijven of de buurtbetrokkenheid daar ook onder? Met onderzoek maakte al snel duidelijk dat er binnen de provincies veel spraakverwarring is over deze begrippen. Om het terrein af te bakenen is daarom gekozen voor de volgende definitie: ‘de verantwoordelijkheid van een onderneming voor de maatschappelijke (sociale, economische en ecologische) effecten van de bedrijfsvoering’. Het maatschappelijk betrokken ondernemen (community investment) valt daar dus buiten.

-Oervormen”

Om strategieën te vergelijken schetsten we drie ‘oervormen’ die op ambitieniveau verschillen, ingedeeld langs de lijnen actief-passief en sectoraal-integraal:
Ã?? Actief: alle activiteiten waarvoor de provincie zelf het initiatief neemt richting de doelgroepen;
Ã?? Passief: alle activiteiten die de provincie steunt, maar waar de doelgroepen zelf het initiatief voor nemen;
Ã?? Integraal: de provinae vertegenwoordigt alle drie de p’s(people, planet, profit) gelijkwaardig en gezamenlijk en zet eventueel nieuwe integrale instrumenten in;
Ã?? Sectoraal: de provincie geeft iedere p afzonderlijk vorm en werkt daarbij in principe met de bestaande sectorale instrumenten.

Drie strategieën

Vanuit deze assen komen drie logische, constitente strategieën op een klimmende lijn naar voren, te weten:

I. De kerntaakgedreven strategie (linksonder, strategie I): de provinae handhaaft de bestaande instrunenten en de sectorale benaderingswijze van bedrijven. Duurzaam ondernemen wordt wel als term gebruikt om aan te sluiten bij de heersende terminologie binnen bedrijfsleven en de overheid, maar de provincie zoekt binnen de huidige grenzen naar mogelijkheden om duurzaam ondernemen te stimuleren (bijvoorbeeld een vergaande toepassing van de verruimde reikwijdte).

II. In de kansgedreven strategie (strategie 2 in het hart van de figuur) zoekt en benut de provincie (naast haar kerntaken) kansen die zich voordoen bij bedrijven om extra maatschappelijke winst te boeken. De focus wordt verlegd naar projecten met meer kans op zichtbare en realiseerbare resultaten. Daar waar naast milieu. ook sociale en economische winst gloort, wordt op projectniveau een organisatorische verbinding gelegd. Het wettelijke instrumentarium wordt aangevuld met stimulerende instrumenten. De kansgedreven strategie kan naar twee kanten worden ‘uitgebouwd’. Of naar ‘sectoraal actief’, wat consequenties heeft voor de benadering, of naar ‘integraal passief’, wat eigenlijk slechts een theoretische mogelijkheid is.

III. In de integrale strategie (rechtsboven, strategie 3) kiest de provincie voor een integrale, actieve benadering van het bedrijfsleven. Voor elk bedrijf is bij de provincie een Íntegrale accountmanager aangesteld die bedrijven op directieniveau maatschappelijk uitdaagt en informeert. Afspraken uit dit overleg worden uiteindeijk vertaald naar sectorale afdelingen.

Bouwstenen

Alle drie de strategieën zijn legitiem en adequaat, mits de strategiebouwstenen daar ook op afgesteld zijn. Als -stenen” onderscheiden we visie en doel, rol van de provincie, benaderingswijze doelgroepen, instrumentarium, interne organisatie en handelingsperspectieven (in de zin van maatschappelijk effect, kosten en inspanningen, haalbaarheid, draagvlak, kerntaak). Vooral deze afstemming van bouwstenen op een gekozen strategie blijkt in de de praktijk voor verbetering vatbaar.

Daarnaast is ook de (historische) context van het duurzaam ondernemen binnen de provinae van betekenis voor de juiste invulling van deze bouwstenen. Daarom is
het van belang dat er nu eerst duidelijkheid komt over wat een provincie zelf eigenlijk verstaat onder -duurzaam ondernemen’. Vervolgens moet een gemotiveerde keuze worden gemaakt over de rol en de ambitie van de betreffen provincie in deze hele materie. Als dat gebeurt, kan met de juiste strategiebouwstenen werkelijk resultaat
worden geboekt. Deze uivulling legt vervolgens de basis voor een goede be1eidsmonitoring, mits er tenminste SMART-doelstellingen zijn geformuleerd.

Meer informatie bij Rob van Tilburg en Noor Bouwens, DHV, telefoon (033) 468 27 30