Onderzoek Nederlandse deelnemers BSCI

BSCI liet onder haar 152 Nederlandse deelnemers een onderzoek uitvoeren naar de behaalde resultaten, struikelblokken en toekomstverwachtingen bij het realiseren van een duurzame productieketen. Van de 61 deelnemende leden (zowel multinationals als KMOs) hebben de meeste bedrijven (58) toeleveranciers in China; meer dan in India (22) of Turkije en Bangladesh (15). Uit het onderzoek blijkt dat het ‘gebrek aan veiligheid, gezondheid en hygiëne’ (25%) de voornaamste sociale kwestie is in de risicolanden[1] waarin ze opereren, gevolgd door ‘geen invoering van een maximum aan werkuren en overuren’ (24%) en ‘gebrek aan milieubescherming’ (14%).

Maatschappelijke en culturele verschillen grootste uitdaging

Hoewel er al veel bereikt is in het verduurzamen van de keten, blijven sociale, economische en culturele verschillen de grootste uitdaging bij het aanpakken van deze kwesties. Waar het Westen naar structurele verbeteringen van de arbeidsomstandigheden en productieprocessen streeft, heerst bij de toeleveranciers in de risicolanden veelal nog een korte termijn visie. Ook blijken het maken van overuren en praktijken als omkoping in sommige risicolanden een ingenestelde manier van werken. Naast deze ‘culturele verschillen’ (42%) lopen BSCI-deelnemers tegen het ‘gebrek aan besef met betrekking tot sociale rechten’ (21%) en de ‘niet voldoende uitvoering van bestaande, lokale regelgeving’ (15%) aan in het creëren van een meer duurzame productieketen.

Bewustzijn creëren bij zowel producent als consument

Een misvatting die volgens de deelnemende bedrijven in de maatschappij leeft, is dat er vaak te gemakkelijk wordt gedacht over het invoeren van een duurzame productieketen. Ook begrijpt de westerse wereld niet altijd wat er in bijvoorbeeld Azië speelt.

Daarnaast stelt 36% van de ondervraagde bedrijven dat barrières aan het eind van de keten ook een rol spelen in de problematiek. Het invoeren van duurzaamheid is vaak tijdrovend, duur en dus minder commercieel waardoor marges onder druk komen te staan. Vandaar dat er ook een verantwoordelijkheid ligt bij de winkelketens en de consumenten, die nu nog niet altijd bereid zijn om meer te betalen voor, bijvoorbeeld, duurzame kleding. BSCI legt er zich op toe dat ook de producenten in risicolanden zich bewust zijn van het belang van duurzaamheid en betere werkomstandigheden. Daarom worden er naast sociale audits ook regelmatig workshops georganiseerd die zich op bepaalde culturele en maatschappelijke uitdagingen focussen. Op deze manier werden in 2011 al meer dan 3000 producenten bereikt.

Succesfactoren voor een duurzame productieketen

Met het oog op de toekomst zijn er, volgens de deelnemende bedrijven, enkele belangrijke factoren die het succes van een duurzame productieketen kunnen helpen:

Ã?? een betere bewustwording van het belang van duurzaamheid, zowel bij consument als leverancier en beleidsmakers;

Ã?? duidelijker communiceren over de huidige aanpak, de behaalde resultaten en te overbruggen kwesties;

Ã?? een intensievere samenwerking tussen de verschillende duurzaamheidsinitiatieven en stakeholders.

Lorenz Berzau, verantwoordelijk voor stakeholder relations van BSCI, zegt: “BSCI benadert actief andere initiatieven met soortgelijke missies; niet alleen om dubbele audits te voorkomen, maar ook om internationale coördinatie en samenwerking te promoten. In 2010 heeft BSCI contacten versterkt met Rainforest Alliance, Ethical Trading Initiative, Sedex, Fair Wear Foundation en de Global Social Compliance Programme om samenwerking tussen de verschillende systemen te verbeteren. Daarnaast vervolgt BSCI zijn samenwerking met de International Council of Toy Industries (ICTI), GlobalGAP (primary production), Fair Labor Association (FLA), the Chinese National Textile and Apparel Council (CNTAC) en UN Global Compact.”