Voor het derde jaar op rij analyseerde FINN hoe 50 van de grootste Belgische bedrijven verslag uitbrachten over hun koolstofuitstoot. De conclusie? Na een bescheiden vooruitgang vorig jaar (wellicht beperkt omdat Covid andere besognes op de agenda zette), tonen de resultaten van dit jaar een indrukwekkende verbetering, zelfs onderaan de ranking. The times they are a-changing. Voorgoed, zo blijkt. 

Drie jaar analyse laten het duidelijk zien: bedrijven hechten steeds meer belang aan hun niet-financiële verslaggeving. De druk van verschillende stakeholders speelt daarin mee, maar ook de war for talent.

De kopgroep

En naast de wortel is er ook de stok: tegen januari 2024 moeten sommige van de grootste en beursgenoteerde ondernemingen in Europa hun eerste rapport indienen in overeenstemming met de CSRD, of de Corporate Sustainability Reporting Directive. De meeste bedrijven werken duidelijk naar deze deadline toe. De belangrijkste conclusies:

#1: Vooruitgang over de hele lijn, van hoog tot laag

De ‘best in class’ groep wordt steeds groter – van 17 bedrijven vorig jaar naar 22 dit jaar. Maar ook het peloton daarachter presteert elk jaar beter: de groep bedrijven die ‘ja’ kan antwoorden op de meest cruciale vragen in onze doorlichting groeit jaar na jaar.

Onderaan de lijst gebeurt het omgekeerde: daar verkleint de groep minder goed presterende bedrijven. Zelfs ondernemingen die (nog) niet erg precies zijn in hun doelstellingen, beginnen te communiceren over duurzaamheidsverbintenissen.

  • Sibelco steeg van niveau 8 naar niveau 1
  • Sonaca startte met een professionelere duurzaamheidsrapportering.
  • Cockerill kan nog geen specifieke resultaten voorleggen, maar toonde reële vooruitgang door een duurzaamheidscomité op te richten dat rechtstreeks rapporteert aan de raad van bestuur
  • Besix maakt indruk met een zeer gedetailleerd actieplan

#2: Kortere horizon, preciezere metingen

Bijna 2 op de 3 bedrijven delen kwantitatieve koolstofreductiedoelstellingen (een stijging van 32% ten opzichte van vorig jaar). 1 op de 2 bedrijven komt met becijferde actieplannen voor koolstofvermindering tegen 2030 of eerder.

De tijd van vage plannen en verre horizonten ligt steeds meer achter ons, zoveel is duidelijk. Steeds meer bedrijven stappen af van berekeningen op basis van een “jaarlijkse ladder” (hoeveel beter zullen we het volgend jaar doen dan dit jaar?) en stellen in plaats daarvan plannen voor de middellange termijn op (waar willen we in 2025 zijn? of in 2030?).

Uit de jaarverslagen blijkt ook een toenemende precisie bij het meten van resultaten. Een paar jaar geleden pakten bedrijven nog vol trots uit over initiatieven zoals de installatie van zonnepanelen. Nu delen steeds meer onder hen stevig onderbouwde (nul)metingen.

Voor het eerst zien we ook een duidelijke doorbraak van SBTi (Science Based Targets initiative*) als standaard: bij de ‘best in class’ verwijzen 22 van de 28 bedrijven expliciet naar SBTi in hun jaar- of duurzaamheidsverslagen.

Conclusies: niet-financiële rapporting in Belgische bedrijven

De deadline voor de naleving van de Europese CSR Directieve komt dichterbij, en bedrijven zetten duidelijk de versnelling in. Na een beperkte vooruitgang in het Covid-jaar 2020 is 2021 duidelijk het jaar van de doorbraak: er werd aanzienlijke progressie geboekt met de rapportering over CO2-emissies.

Naast de druk van de regelgeving, hebben bedrijven intussen begrepen dat duurzaamheidscommunicatie een positieve bijdrage kan leveren tot de dialoog met belanghebbenden, niet in het minst met (toekomstig) talent. Het professionalisme van de jaarlijkse duurzaamheidsverslagen neemt dan ook jaar na jaar toe.

Methodologie van de FINN ranking voor duurzaamheidscommunicatie

Wij lichtten de ondernemingen door met een Belgische kapitaalbasis, waarvan de omvang werd gemeten op basis van hun omzet voor 2018. Financiële holdings en tradingbedrijven werden niet meegenomen in de analyse.

De analyse gebeurde op basis van de meest recente jaarverslagen, gepubliceerd vóór 30 augustus 2022 (zowel financieel als MVO/duurzaamheid), en op basis van de bedrijfswebsites van de bedrijven.

De analyse gebeurde aan de hand van 5 vragen:

  • Geeft de onderneming uiting aan haar engagement voor duurzaamheid en/of presenteert zij concrete initiatieven?
  • Doet de onderneming aan specifieke duurzaamheidsrapportage, met inbegrip van kwantitatieve gegevens?
  • Heeft het bedrijf zijn koolstofvoetafdruk met ondersteunende cijfers gepubliceerd?
  • Wat is de reikwijdte (1, 2, 3) (volgens GHG protocol)?
  • Communiceert het bedrijf duidelijke en gekwantificeerde CO2-reductiedoelstellingen (op groepsniveau)?

Dit jaar voegden we voor het eerst 2 extra vragen toe:

  • Deelt het bedrijf gekwantificeerde koolstofreductieplannen voor 2030 of eerder?
  • Wordt er expliciet verwezen naar SBTi?

Ons onderzoek is niet bedoeld om een oordeel te vellen over de decarbonisatieambities, de afstemming ervan op de doelstellingen van de akkoorden van Parijs of de geloofwaardigheid van de plannen van de bedrijven, maar wel over de manier waarop zij hierover communiceren.

Lees het volledige artikel en bekijk de volledige ranking hier.