Vragen van het lid Koenders (PvdA)
aan de staatssecretaris van
Economische Zaken over de
ABN-Amro en INSYS.(Ingezonden 14
maart 2002)

1
Kent u het persbericht van 8 maart jl.
over de financiering door ABN Amro
van een fabriek van clusterbommen
INSYS?1 Is het waar dat ABN Amro
deelneemt in INSYS?
2
Hoe oordeelt u in het kader van
maatschappelijk verantwoord
ondernemen (verder: MVO) in het
algemeen en het respecteren van
mensenrechten in het bijzonder over
de aanschaf van een onderneming
die clusterbommen fabriceert, dit
mede in het kader van negatieve
houding die
mensenrechtenorganisaties zoals
Human Right Watch en Amnesty
International innemen, vooral als
deze bommen worden gebruikt tegen
burgerdoelen?
3
Betreft het hier een transactie die op
basis van door de regering gewenst
maatschappelijk verantwoord gedrag
in aanmerking zou komen voor enige
vorm van exportstimulering door de
Nederlandse staat, dit mede in het
kader van de ook door de
Nederlandse regering gedeelde zorg
over niet ontplofte submunitie van
clusterwapens? Zo ja, waarom
bestaan er dan richtlijnen met
betrekking tot MVO en het
verstrekken van exportstimulering?
Zo neen, waarom niet?
4
Hoe verhoudt naar uw mening de
aankoop van een fabriek voor
clusterbommen zich tot de volgende
stelling van ABN Amro Ã??Respecting
human rights and the environment is
an integral part of responsible social
behaviour and corporate citizenship
[…] We are accountable for our
actions and open about themÃ???2
5
Hoe groot acht u de kans, gezien
bovenstaande Business Principles,
dat ABN Amro INSYS juist heeft
gekocht met de intentie de fabriek
vanuit het oogpunt van MVO te
sluiten? Hoe groot acht u de kans dat
het ABN Amro Business Principle Ã??to
maximise long-term shareholder
valueÃ?? bij de genoemde aankoop van
INSYS belangrijker is dan Ã??respecting
human rightsÃ???
6
Kent u het boek Ã??Beyond
VoluntarismÃ?? over de
tekortschietende zelfregulering van
internationale ondernemingen met
betrekking tot mensenrechten en het
bericht in de Financial Times van 18
februari jl. daarover?3
7
Hoe beoordeelt u het aan het
genoemde boek ten grondslag
liggende onderzoek en de uitkomsten
van het onderzoek?
8
Deelt u de mening van de
samenstellers van het genoemde
boek dat de vrijwillige afspraken die
moeten toezien op naleving van
mensenrechten door ondernemingen
tekortschieten? Zo ja, hoe kunnen
dergelijke vrijwillige afspraken wel
effectief worden gemaakt? Zo neen,
waarom niet?
9
Hoe oordeelt u over wenselijkheid en
noodzakelijkheid van wettelijke
maatregelen die genomen (moeten)
worden om bijvoorbeeld de handel in
diamanten volgens internationaal
aanvaarde normen van
maatschappelijk ondernemen te laten
verlopen?
10
Hoe oordeelt u over de conclusie dat
op het gebied van mensenrechten,
als aanvulling op vrijwillige
afspraken, wettelijke verplichtingen
nodig kunnen zijn om het gedrag van
internationale ondernemingen op dit
terrein te reguleren?
11
Deelt u de mening van de auteurs dat
ondernemingen die zich welwillend
opstellen ten aanzien van het
vrijwillig naleven van mensenrechten,
niets te vrezen hebben van wettelijke
maatregelen? Zo ja, hoe denkt u dan
over het invoeren van dergelijke wettelijke maatregelen in Nederland?
Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Antwoord van staatssecretaris
Ybema (Economische Zaken).
(Ontvangen 3 april 2002)
1
Ja, het persbericht is mij bekend.
ABN-AMRO heeft bevestigd dat het
indirect deelneemt in het Britse
bedrijf INSYS. Het Britse
investeringsfonds Ã??The Fifth ABN
AMRO Causeway Development
FundÃ??, waarin ABN-AMRO voor 40%
deelneemt, heeft als onderdeel van
een z.g. management buy-out een
belang van 62,5%in INSYS verworven
dat echter wordt teruggebracht naar
43,6%.
2
Het bedrijf INSYS produceert geen
wapens of wapensystemen. INSYS
werkt voornamelijk op contractbasis
voor het Britse Ministerie van
Defensie. Die werkzaamheden
betreffen het onderhouden,
renoveren en integreren van wapens,
resp. wapensystemen. In dat kader
heeft INSYS opdracht gekregen voor
het onderhoud van de
clusterbommen van de Britse
luchtmacht.
Ik zie in het bovenstaande geen
aanleiding om ABN-AMRO aan te
spreken op zijn maatschappelijke
verantwoordelijkheid. Het verschaffen
van kapitaal aan een bedrijf dat
volstrekt legitieme activiteiten
verricht kan niet als
onmaatschappelijk worden
aangemerkt.
ABN-AMRO is overigens bekend met
de leidende rol die Nederland speelt
om in internationaal verband
oplossingen te vinden voor het
probleem van niet tot ontploffing
gekomen explosieven, zoals
submunitie van clusterbommen.
3
Het Nederlandse
exportinstrumentarium is hier niet
van toepassing. Zie verder het
antwoord op vraag 2.
4
Het besluit van een bank c.q.
beleggingsfonds om aan een bedrijf
risicodragend kapitaal te verstrekken,
is een interne afweging van de bank
zelf. De bank zal zelf ook dienen te
beoordelen of het besluit in
overeenstemming is met de door de
bank uitgedragen Ã??business
principlesÃ??. In het onderhavige geval
gaat het om de verstrekking van
risicodragend kapitaal aan een bedrijf
dat voor 90% van de omzet
afhankelijk is van de opdrachten van
het Britse ministerie van Defensie,
waarvan het onderhoud aan de
voorraad clusterbommen nog geen
0,5% van de omzet zou bedragen. De
activiteiten die in het kader van het
onderhoud van de defensie van een
NAVO-lidstaat worden verricht
hoeven geenszins in strijd te zijn met
de principes van MVO.
5
Het is niet aan de overheid om zich in
dergelijke interne afwegingen van
een bedrijf te mengen.
6
Ik ben bekend met het door de
Ã??International Council on Human
Rights PolicyÃ?? gepubliceerde rapport
Ã??Beyond VoluntarismÃ??. Daarnaast
ben ik op de hoogte van het artikel
van Alison Maitland over dit rapport,
zoals verschenen in de Ã??Financial
TimesÃ?? van 18 februari 2002.
7
Het rapport geeft helder de stand van
zaken weer op het gebied van
mensenrechten, waarbij de relatie
tussen morele en sociale plichten van
ondernemingen en internationale
wetgeving centraal staat. lk
onderschrijf de waarneming dat de
aandacht besteed aan
mensenrechten, zowel door bedrijven
als door NGO’s, de laatste jaren is
toegenomen. In het rapport wordt
verder aangehaald dat een vrijwillige
aanpak, oftewel zelfregulering, een
belangrijke rol speelt bij het
respecteren van mensenrechten door
bedrijven. Dit is een standpunt dat
het kabinet onderschrijft.
Zelfregulering is gemakkelijker toe te
passen en flexibel ten aanzien van
omstandigheden waarbinnen
bepaalde branches of bedrijven zich
bevinden, zoals het rapport stelt. Het
gaat om maatwerk, zoals het geval is
bij de Ã??Voluntary Principles on
Security and Human RightsÃ??. Dit is
een richtsnoer op het gebied van
mensenrechten voor bedrijven in de
olie-, gas- en mijnbouwsector die
gebruik maken van lokale
veiligheidshandhavers. Vrijwilligheid
wordt echter lastig, zoals het rapport
terecht stelt, als dit vrijblijvendheid
betekent, als er geen uniforme
standaard beschikbaar is waartegen
individueel handelen van
ondernemingen kan worden afgezet
en als bedrijven niet op hun gedrag
kunnen worden aangesproken. Een
antwoord op de gesignaleerde
punten zie ik echter niet liggen op het
terrein van bindende regelgeving.
Vrijwilligheid betekent geen
vrijblijvendheid, zoals in het
kabinetsstandpunt 1 wordt benadrukt,
en de herziene OESO-richtlijnen voor
multinationale ondernemingen
bieden een internationale coherente
standaard.
8
Nee, ik deel die mening niet. Mijn
indruk is dat ondernemingen zich
over het algemeen goed bewust zijn
van hun verantwoordelijkheid voor
de naleving van de mensenrechten.
Het gaat uiteraard niet altijd goed,
maar ik ken geen bedrijven die
stelselmatig de mensenrechten
schenden. Het probleem van
mensenrechtenschendingen wordt
primair veroorzaakt door falend
overheidsbeleid. En dat terwijl
overheden formeel gebonden zijn aan
naleving van de mensenrechten. Juist
in die omstandigheden kunnen
bedrijven het goede voorbeeld geven.
Het initiatief van Amnesty
International om bedrijven te helpen
bij het ontwikkelen van beleid inzake
mensenrechten is zeer succesvol.
Deze Ã??bottom-upÃ??-benadering is veel
effectiever dan een
Ã??top-downÃ??-beleid waarbij bedrijven
verplichtingen krijgen opgelegd.
9
Zoals ik reeds in mijn antwoorden op
de twee vorige vragen heb
aangegeven, ben ik geen voorstander
van wettelijke maatregelen op dit
gebied. Ook ten aanzien van
specifieke producten, zoals
diamanten, geldt de algemene regel
dat bedrijven hun maatschappelijke
verantwoordelijkheid moeten kennen.
10
Zie het antwoord op vraag 8.
11
Die mening deel ik, doch daarmee is
geenszins gezegd dat ik voorstander
zou zijn van het invoeren van
dergelijke wettelijke maatregelen. In
het MVO-beleid van de Nederlandse
regering is niet gekozen voor het
hanteren van wettelijke maatregelen.
Dat past enerzijds niet in de
erkenning van de primaire
verantwoordelijkheid van het
bedrijfsleven voor de wijze waarop zij
in het buitenland opereert. Anderzijds
kunnen niet alle thema’s van
maatschappelijk verantwoord
ondernemen worden uitgewerkt in
algemeen toepasbare criteria, die
bovendien juridisch en
uitvoeringstechnisch gezien
(handhavingsproblematiek) houdbaar
zijn.