Steeds meer ondernemingen brengen niet-financiële verslagen uit. Er zijn nu al meer dan 660 dergelijke verslagen, waarvan de helft uit Europa komt. Deze maatschappelijke of duurzaamheidsverslagen zijn gericht op een brede groep van belanghebbenden en gebruiken in toenemende mate standaardrichtlijnen zoals die van het Global Reporting Initiative (GRI). Momenteel zitten we weer midden in het jaarverslagseizoen en verschijnen ook veel duurzaamheidsverslagen.

Niet-financiële informatie is een belangrijke aanvulling op financiële verslagen die voornamelijk terugkijkend van aard zijn. De beste niet-financiële verslagen geven ook een goede doorkijk naar de toekomst. Maar vaak overheersen opsommingen van zaken en indicatoren zonder dat de relatie met het ondernemingsbelang of winstgevendheid duidelijk wordt gemaakt. Een gemiste kans, want met relevante niet- financiële informatie kan een onderneming beter op waarde worden geschat.

In het VK moeten beursgenoteerde bedrijven sinds één april in hun jaarverslag een Operational Financial Review (OFR) opnemen. Naast het al gebruikelijke overzicht over doelstellingen, strategie en (nabije) toekomstperspectieven moet in deze OFR ook informatie worden opgenomen over het beleid naar klanten, werknemers, toeleveranciers, maatschappij en milieu.

De modernisering van de Europese verslaggevingsrichtlijnen dwingt bedrijven meer informatie te geven over werknemers- en milieuthema’s. Kredietbeoordelaars Standard & Poor’s en Fitch hebben een toenemende belangstelling voor niet-financiële informatie bij de bepaling van het risicoprofiel van een onderneming. De Britse en Europese wetgeving sluit dus aan bij behoeften in de markt en vermindert de vrijblijvendheid van niet-financiële verslaggeving.

OFR-regelgeving geeft niet aan welke en hoeveel kerncijfers opgenomen moeten worden, maar wel dat opname van kwantitatieve informatie noodzakelijk is. Informatie is vooral dan waardevol als deze kwantitatief wordt gemaakt. Bedrijven moeten daarom gaan bepalen wat voor soort zaken ze willen gaan meten. En ze moeten bovendien in staat zijn om helder uit te leggen waarom een bepaalde indicator of een bepaald thema relevant is voor de onderneming. Het blijft gelukkig wel aan de onderneming om te bepalen welke zaken belangrijk zijn en waarover gerapporteerd moet worden.

Het belang voor Nederlandse bedrijven is duidelijk en niet alleen omdat de Angelsaksische praktijk vaak via Engeland onze kust bereikt. Veel bedrijfsbestuurders geven namelijk aan meer inzicht te willen hebben in niet-financiële zaken om een betere kijk te krijgen op de toekomstperspectieven, zo blijkt uit een recentelijk door McKinsey uitgevoerde enquête. Was in de afgelopen jaren corporate governance het belangrijkste punt op de agenda, de aandacht lijkt nu te verschuiven richting de langetermijnperspectieven van de onderneming.

Veel grote Nederlandse bedrijven publiceren niet-financiële verslagen. Zij hebben daardoor ervaring met het uit de organisatie halen van relevante informatie en het communiceren hierover met de buitenwereld. Vaak is dit proces nog gescheiden van dat van de financiële, en investor-relations-mensen. Maar het is te verwachten dat de genoemde trend een brug gaat slaan tussen hun wereld en die van de duurzaamheidsmanager. In toenemende mate zien bedrijven in dat de combinatie van financiële en niet-financiële informatie veelzeggend is voor de gezondheid van de onderneming. Maar hoe de potentie van niet-financiële informatie als aanvulling op financiële verslagen te ontsluiten, moet nog dieper nagedacht worden.

Wouter Scheepens en René Kim zijn partner van Triple Value Strategy Consulting in Den Haag.