Wie is en wat doet Ton van Keken?

Sinds 9 jaar ben ik werkzaam bij InterfaceFLOR Europa, marktleider in tegeltapijt en al sinds 1994 pionier op het gebied van duurzaam ondernemen. Bij InterfaceFLOR ben ik verantwoordelijk voor onze Europese supply chain, productie en distributie activiteiten. Mijn werkplek is op onze Nederlandse productie locatie in het mooie Scherpenzeel, waar zo’n 350 medewerkers werkzaam zijn.

Hoe staat het met het “Mission Zero” programma bij InterfaceFLOR?

De in 1995 geformuleerde bedrijfsdoelstelling om onze negatieve impact op het milieu in 2020 te hebben geëlimineerd en zelfs een herstellende bijdrage te leveren ervaar ik als zeer ambitieus en ook nuttig, het dwingt tot radicaal “out of the box” denken. We hebben Biomimicry, leren van de natuur, als centrale inspiratiebron gekozen en hebben inmiddels vele op de natuur geïnspireerde proces- en productinnovaties geïmplementeerd, die de impact van onze dienstverlening op het milieu al sterk hebben gereduceerd. Zo is nu wereldwijd 36% van de door ons gebruikte materialen gerecycled of van een bio bron afkomstig en hebben we sinds 1995 de hoeveelheid energie benodigd voor het maken van een eenheid product met 44% verminderd Je kunt zeggen dat we goed op weg zijn, maar we hebben ook nog veel te doen en daar zijn we volop mee bezig.

De economische dip is InterfaceFLOR ook niet voorbij gegaan. Welke
invloed heeft dit op het thema duurzaamheid?

Wij hebben twee lastige jaren achter de rug die we overigens goed winstgevend en kasstroom positief zijn doorgekomen. Dat ons dat lukt heeft heel veel te maken met onze door duurzaamheid gedreven product- en procesinnovaties. Ons commerciële succes drijft op productinnovaties zoals het op de natuur geïnspireerde random tapijt (georganiseerde chaos), onze Flatweave ranges die 50% minder garen bevatten dan traditioneel tapijt en een revolutionair systeem genaamd “TacTiles ” om tegeltapijt te installeren. TacTiles zijn kleine plakkertjes waarmee we aan de onderkant de tapijttegels op de hoeken met elkaar verbinden en dit maakt het gebruik van lijm overbodig. Onze investering in een ultrasone snijmachine heeft ons snijafval met 80% verminderd en maakt onze producten duurzamer en goedkoper. Kortom, duurzaamheid is juist ook in moeilijke tijden de basis voor ons succes.

Is er al een toenemende marktvraag naar duurzamere producten? Is er
daarbij een verschil tussen de consument en business klanten?

Er is absoluut een toenemende vraag naar duurzame producten, wij merken dat nog niet zozeer in de consumentenmarkt maar nadrukkelijk wel in de zakelijke markt. Overheden en grotere bedrijven lopen hierin voorop. Primair moeten we ons altijd met designs en concepten in de “schoonheidswedstrijd” kwalificeren, maar onze op transparante feiten gebaseerde duurzaamheids credentials geven daarna vaak de doorslag voor het krijgen van de opdracht.

Concurrent Desso staat bekend met betrekking tot Cradle-to-Cradle.
Hoe staat InterfaceFLOR hierin?

Als andere bedrijven echt met duurzaamheid aan de slag gaan is dat uitermate positief en het is een van onze doelstellingen dat te stimuleren. Verder roep ik op om de duurzaamheidsperformance van bedrijven en producten te beoordelen op basis van de harde feiten. Het geëigende instrument daarvoor zijn Milieuproductverklaringen waarin volgens de industrie standaard (Product Categoriation Rules) de milieu impact wordt weergegeven en die door een onafhankelijke derde partij zijn geverifieerd.. Iedere stakeholder kan dan zelf de keuze maken welke informatie/impact categorie hij belangrijk vindt. De basisgedachtes achter Cradle-to-Cradle zijn prima. Bill McDonough, met Michael Braungart de grondlegger van Cradle-to-Cradle, heeft in de negentiger jaren deel uitgemaakt van ons ECO team en mee richting gegeven aan ons huidige business model.
Commerciële private labels zoals C2C, waarbij vaak exclusief met een partij in een branche wordt gewerkt nodigen echter uit om duurzaamheid tot een greenwash marketing instrument te maken. Met name het feit dat de criteria niet transparant zijn en dergelijke labels geen onafhankelijke certificering kennen is geen goede zaak. Een objectieve weergave van de milieuimpact van een product, net zoals dat op levensmiddelen een voedingstabel staat weergegeven, zorgt voor transparantie.

Waar valt nog de meeste winst te behalen op het gebied van
duurzaamheid? Het laaghangende fruit is toch wel geplukt?

Het laaghangende fruit is inderdaad geplukt, de uitdagingen blijven komen, ze worden alleen moeilijker. In de afgelopen 15 jaar hebben we al 79 miljoen kilo tapijttegels teruggenomen. Toch is een volgende uitdaging voor ons is het opschalen van de retour logistiek en de herverwerking na de levensduur. We hebben al verscheidene tapijttegel recycling installaties in bedrijf, de volgende generatie installatie wordt eind van dit jaar in Scherpenzeel operationeel, we kunnen dan efficiënter de componenten van de tegel scheiden en downcycling van met name het garen voorkomen. Bedenk ook, hoe moeilijker de uitdaging, hoe groter het potentieel je met de oplossing in de markt te kunnen onderscheiden en werkelijk bij te dragen

Onderneemt InterfaceFLOR ook initiatieven in de keten?

Ongeveer 10% van onze milieu impact wordt gegenereerd binnen de hekken van ons terrein. 70% in de supply-chain voor verwerking bij InterfaceFLOR en 20% in de distributie, levensduur en end-of-life fase. Daarmee is het antwoord op de vraag gegeven; als wij onze negatieve impact tot nul willen reduceren moet dat in nauwe samenwerking met de keten. Wij hebben onze leveranciers tot veel duurzame ontwikkelingen (energie, water, materialen) weten te stimuleren.

Wat vindt u van de rol van de Nederlandse Overheid?

Gemengde gevoelens, er zijn goede initiatieven, bijvoorbeeld de subsidiëring van duurzame innovaties, het mechanisme van de Meerjarenafspraken energie-efficiency en het initiatief om duurzaam in te kopen. Het kan allemaal nog wel wat overtuigender, de mechanismes beschermen de grote gemiddelde populatie van bedrijven. Het inzichtelijk maken van duurzaamheid door het verplicht stellen van milieuproductverklaringen zou voor de overheid een goede tool zijn om duurzame ontwikkeling te stimuleren.

Wat wilt u verder kwijt?

Het bedrijfsleven kan als enige het milieu probleem oplossen. Ons motto is “Doing Well by Doing Good”, we hebben ervaren dat consequent duurzaamheid leidend laten zijn in proces- en productontwikkeling leidt tot innovatieve producten en efficiënte processen. Dat leidt tot verduurzaming en commercieel succes. De oproep aan alle bedrijven, ga ervoor!