Hoeveel voordelen circulariteit ook heeft, de transitie naar een circulaire economie blijft vooralsnog achter. Professor Marko Hekkert (Universiteit Utrecht) ging tijdens de PBL Academielezing van 2 juni in op deze ‘circulaire paradox’ . De lezing was voor het eerst weer mét publiek in B30, het PBL-kantoor in Den Haag, en daarnaast met de mensen die de lezing online volgden.

In onze maatschappij wordt bezit gewaardeerd, stelde Hekkert, ook al gebruik je die boormachine maar een paar keer. De fundamentele krachten in onze economie drijven op besteding. Een herkenbaar voorbeeld daarvan is vluchtige mode, de fast fashion, die nauwelijks gedragen al weer wordt afgedankt. De enorme voordelen van circulariteit – waaronder kleinere afhankelijkheid van schaarse grondstoffen uit andere landen, minder CO2-uitstoot – zullen pas benut kunnen worden als de noodzaak om te veranderen groot genoeg wordt, en als er innovaties klaar staan die de transitie mogelijk maken. Want de transitie naar circulair zal over het algemeen betekenen dat we meer moeite moeten doen – recyclen, repareren, lenen – vergeleken met nu.

Na de lezing van Hekkert was het woord aan PBL-collega Frank Dietz, hoofd van het cluster circulaire economie. Hij beargumenteerde dat beleidsmakers vooral kijken naar haalbaarheid, en dan de offers die burgers en bedrijven moeten maken voor de transitie naar circulair, al snel te groot achten. Beter zou het zijn te kijken naar wat er nodig is om klimaatverandering en verlies van natuur te beperken en hoe levensduurverlenging van producten en recycling van materialen daaraan kunnen bijdragen. Die stap moeten we als samenleving hoognodig maken. Daarna ontstond er een levendige discussie met meer vragen van het publiek in de zaal en online, dan er tijd voor was. Het goede gesprek over de circulaire economie is nog lang niet afgelopen.