De grote industriële bedrijven in Nederland hebben in 2024 iets CO₂-efficiënter geproduceerd dan het jaar daarvoor. Dat blijkt uit de jaarlijkse analyse van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) van gegevens van bedrijven die deelnemen aan het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS). Meerjarig echter is er nog geen sprake van een trendbreuk. De gerapporteerde verbetering is daarvoor ook te klein.

Een meerderheid van de installaties stootte in 2024 per eenheid geproduceerd product minder CO₂ uit dan in 2023. Mede hierdoor verbeterde de totale CO₂-efficiëntie met 1,6 procentpunt, tot –15,3% ten opzichte van de Europese benchmark (zie kader). Tegelijkertijd nam de totale uitstoot van de ETS-deelnemende industrie toe, zoals de NEa eerder dit jaar rapporteerde, net als de totale productie.

Hoewel er van 2023 naar 2024 sprake is van een verbetering, zien we deze op de langere termijn (2018-2024) niet terug. In de fluctuaties is, voorzichtig, wel een trend te ontdekken: Stijgt de productie dan wordt er CO2-efficiënter geproduceerd. Daalt de productie echter dan zien we het omgekeerde.

Mark Bressers, directeur-bestuurder van de NEa: “Sommige bedrijven zagen kans hun productie te verhogen en daarmee hun installaties efficiënter in te zetten. Voor een echt sterke verbetering is het wachten op meer investeringen in verduurzaming van productieprocessen en de afvang van CO₂.”

(klik op de afbeelding om te vergroten)

Verschillen in sectoren aanzienlijk

In deze analyse vergelijken we de prestaties van de Nederlandse industrie met die van de 10% best presterende bedrijven in Europa. De Nederlandse industrie presteert gemiddeld genomen nog niet op het niveau van deze Europese benchmark.

Positieve ontwikkelingen zijn zichtbaar in de chemische sector en de papierindustrie, waar de efficiëntie ten opzichte van vorig jaar verbeterde (met respectievelijk 2,8 en 2,4 procentpunt). In enkele andere sectoren, was juist sprake van een, soms lichte, achteruitgang

Verbetering in de efficiëntie kunnen het gevolg zijn van productiestijging maar er zijn ook andere factoren die maken dat een bedrijf beter of minder goed presteert. Bedrijven kunnen technische aanpassingen doen, meer biogene brandstoffen gaan gebruiken of deels overstappen op het maken van minder energie intensieve producten.

Benchmark bepaalt prikkel tot verduurzaming

In de rapportage van de NEa worden de verschillende sectoren van de Nederlandse industrie vergeleken met de zogenaamde benchmark. Belangrijk, omdat de relatieve afstand tot die benchmark bepaalt in hoeverre een industriële organisatie zijn uitstoot moet afdekken met gekochte dan wel gratis emissierechten. Deze gratis rechten, die onder andere bedoeld zijn om carbon leakage naar buiten de EU te voorkomen, zullen ook de komende jaren nog een belangrijke financiële rol blijven spelen.

Bressers: “Met deze cijfers willen we uiteindelijk inzichtelijk maken hoe de Nederlandse industrie zich ontwikkelt ten opzichte van de Europese concurrentie. Het EU ETS is een Europees systeem, en het klimaateffect moet dus ook in Europees perspectief worden bekeken. Wij zouden desondanks graag preciezer inzicht hebben hoe de Nederlandse industrie zich verhoudt tot die van de andere Europese landen. De bij ETS zo belangrijke benchmark is hiervoor geen realistisch streefcijfer. We roepen andere deelnemende landen daarom op om ook hun efficiëntiecijfers openbaar te maken om zo beter te kunnen duiden hoe de Nederlandse industrie nu presteert ten opzichte van zijn Europese concurrenten. En we zullen daarvoor ook de samenwerking met Europese Commissie opzoeken.”

Achtergrond bij het onderzoek

De grootste CO2-uitstoters binnen de Nederlandse industrie nemen verplicht deel aan het EU ETS. De NEa verzamelt en rapporteert als nationale autoriteit van al deze bedrijven (362 in 2024) jaarlijks de CO2-uitstoot. De cijfers over 2024 zijn gebaseerd op de meest recente, door bedrijven geverifieerde gegevens. Dit betreft zowel gegevens m.b.t. de productie als de uitstoot van broeikasgassen.

In het onderzoek naar de CO2-efficiëntie worden alleen die bedrijven meegenomen die gratis emissierechten ontvangen (234 installaties). Alleen zij zijn verplicht hun productievolume aan de NEa te rapporteren. Zo is bijvoorbeeld de energiesector niet meegenomen in de cijfers.

Hoe CO2-efficiënt een bedrijf produceert, wordt bepaald door vast te stellen hoeveel CO2 er wordt uitgestoten bij de productie van een vaste hoeveelheid product. Bijvoorbeeld staal, papier of glas. Binnen het EU ETS worden benchmarks vastgesteld voor de CO2 intensieve producten. De benchmarks zijn gebaseerd op de 10% meest CO2-efficiënt producerende bedrijven in Europa. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar alle bedrijven in Europa binnen het EU ETS die staal produceren en hoeveel CO2 zij uitstoten per ton staal. De gemiddelde efficiëntie van de 10% “schoonste” staalproducenten is dan de basis voor de nieuwe benchmark voor staal. Op basis van de benchmark wordt vervolgens bepaald hoeveel gratis rechten bedrijven in de sector ontvangen per ton geproduceerd product. Efficiënt producerende bedrijven ontvangen dan bijvoorbeeld meer rechten dan zij moeten inleveren om hun uitstoot te compenseren. Inefficiëntie bedrijven ontvangen juist minder rechten dan zij nodig hebben. Zo wordt verduurzaming aangemoedigd.

 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief Klimaat & Energie om op de hoogte te blijven!

 

Bron: Nederlandse Emissie Autoriteit (NeA)