Op dinsdag 9 september gaf het Europees Parlement definitief groen licht voor nieuwe maatregelen om voedsel- en textielverspilling in de hele EU te voorkomen en te verminderen.
Voedselverspilling verminderen
De bijgewerkte wetgeving introduceert bindende doelstellingen voor de vermindering van voedselverspilling, die op nationaal niveau uiterlijk 31 december 2030 moeten worden gehaald: 10% voor voedselverwerking en -productie en 30% per hoofd van de bevolking voor de detailhandel, restaurants, horeca en huishoudens. Deze doelstellingen worden berekend op basis van de jaarlijkse gemiddelde opbrengst tussen 2021 en 2023. Naar aanleiding van het verzoek van het Parlement moeten EU-landen maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat marktdeelnemers die een belangrijke rol spelen in het voorkomen en genereren van voedselverspilling (die per land worden geïdentificeerd) de donatie van onverkocht voedsel dat veilig is voor menselijke consumptie, faciliteren.
Producenten dekken kosten voor inzameling, sortering en recycling van textielafval
Producenten die textiel in de EU aanbieden, moeten de kosten voor hun inzameling, sortering en recycling dekken via nieuwe regelingen voor producentenverantwoordelijkheid (EPR). Deze regelingen moeten binnen 30 maanden na de inwerkingtreding van de richtlijn door elke lidstaat worden opgezet. Deze bepalingen gelden voor alle producenten, inclusief producenten die gebruikmaken van e-commercetools, ongeacht of ze in een EU-land of daarbuiten gevestigd zijn. Micro-ondernemingen krijgen een extra jaar om aan de EPR-vereisten te voldoen.
De nieuwe regels gelden voor producten zoals kleding en accessoires, hoeden, schoenen, dekens, bed- en keukenlinnen en gordijnen. Op initiatief van het Parlement kunnen EU-landen ook EPR-regelingen opzetten voor matrassenproducenten.
Lidstaten moeten ook rekening houden met ultrasnelle mode en fast fashion-praktijken bij het bepalen van financiële bijdragen aan de EPR-regelingen.
Volgens de regels voor de tweede lezing kondigde de Voorzitter in de plenaire vergadering aan dat het wetsvoorstel als aangenomen werd beschouwd (het standpunt was eerder deze zomer al door de Raad vastgesteld).
Volgende stappen
De wet zal nu door beide medewetgevers worden ondertekend, voorafgaand aan de publicatie in het Publicatieblad van de EU. EU-landen hebben na de inwerkingtreding 20 maanden de tijd om de regels in nationale wetgeving om te zetten.
Bron: Europees Parlement
