De 2024 Edelman Trust Barometer laat een kloof zien tussen innovatie en de samenleving. Hierdoor is innovatie een nieuwe risicofactor geworden voor verdere polarisatie, in plaats van de groeifactor die het zou moeten zijn, tenzij goed gemanaged. Zo vragen Nederlanders om meer aandacht voor acceptatie en implementatie. Daarnaast voelt meer dan de helft van de Nederlandse ondervraagden dat politici (52 procent), bedrijfsleiders (55 procent) en media (50 procent) hen bewust misleiden met valse informatie. Daarom roept de maatschappij op tot samenwerking tussen het bedrijfsleven, de overheid en de wetenschap om niet alleen innovaties te stimuleren, maar ook om te zorgen voor een juiste manier van implementeren.

“Innovatie gaat steeds sneller en zou een groeifactor moeten zijn, maar krijgt weerstand als bedrijven niet evenveel aandacht besteden aan acceptatie en transparante communicatie rondom wat de impact is op het leven van mensen”, zegt Andrew Foote, General Manager van Edelman in Amsterdam. “Meer dan driekwart van de Nederlandse ondervraagden die zegt dat innovatie slecht wordt gemanaged, gelooft dat de maatschappij te snel verandert en niet op een manier die ‘mensen zoals ik’ ten goede komt. De kloof tussen de verschillende klassen, het enorme gebrek aan vertrouwen tussen bedrijven en de overheid én de digitale revolutie zijn de drijvende krachten achter het afnemende vertrouwen en de polarisatie. Angst voor innovatie is nu het vierde houtblok op het populismevuur geworden.”

Roep om samenwerking

De Edelman Trust Barometer meet vertrouwen over twee verschillende assen: het vermogen om het juiste te doen (competentie) en de intentie om het juiste te doen (ethiek). Wat opvalt aan de Nederlandse resultaten is dat vertrouwen in de verschillende instituties uit balans zijn. Zo vertrouwen Nederlanders er niet op dat politici positieve verandering brengen: de overheid scoort -25 op het competentieaspect en -9 op het ethische aspect van de Trust Index. Ter vergelijking scoort het bedrijfsleven 21 punten op het vermogen het juiste te doen en 9 punten op de intentie het juiste te doen.

Voor het vergroten van vertrouwen rondom innovaties, vindt tweederde van de Nederlandse respondenten dat wetenschappers en technologische experts een grotere rol zouden moeten spelen bij het introduceren ervan. Toch stelt 45 procent van de ondervraagden dat wetenschappers niet goed weten hóe ze met de gemiddelde Nederlander moeten communiceren. Hier lijkt een rol te liggen voor zowel het bedrijfsleven als de overheid. Zo blijkt uit het onderzoek dat als bedrijven meer samenwerken met de overheid, maar liefst zestig procent van de Nederlandse respondenten meer vertrouwen heeft in technologische ontwikkelingen.

Persoonlijke en maatschappelijke zorgen

Op de algemene Trust Index scoort Nederland 56, wat gelijk is aan het wereldwijde gemiddelde. Persoonlijke economische onzekerheid en maatschappelijke dreiging lijken belangrijke oorzaken voor dit lage vertrouwen. Zo maakt ruim 60 procent van de respondenten zich zorgen over zaken als baanverlies, inflatie, hackers en klimaatverandering. Tegelijkertijd vindt maar liefst 40 procent van de Nederlandse ondervraagden dat innovatie slecht gemanaged is en 45 procent vindt dat wetenschap te veel politiek beïnvloed wordt. Dit terwijl 60 procent van de respondenten de overheid ongeschikt noemt voor effectieve regulering van opkomende technologieën vanwege onvoldoende kennis daarover. Slecht management, onder meer door de overheid, is een belangrijke verklaring waarom de helft van de ondervraagden bijvoorbeeld AI en genetische geneeskunde afkeurt. Mede hierdoor geloven Nederlandse ondervraagden vooral ‘iemand zoals zij’ als het om informatie rondom innovatie gaat (83 procent).

Andere belangrijke wereldwijde uitkomsten uit de Global 2024 Edelman Trust Barometer:

  • De angst voor een informatieoorlog (61 procent) is met zes punten gestegen ten opzichte van vorig jaar, de grootste stijging onder de maatschappelijke angsten.
  • Vertrouwen blijft lokaal met ‘Mijn werkgever’ (79 procent vertrouwen onder werknemers) opnieuw als meest vertrouwde instelling en wordt vertrouwd in elk onderzocht land behalve Zuid-Korea (49 procent). ‘Mijn CEO’ (69 procent vertrouwen onder werknemers) wordt ook meer vertrouwd dan CEO’s in het algemeen (51 procent).
  • Overheidsleiders (42 procent) behoren tot de minst vertrouwde maatschappelijke leiders, journalisten (49 procent) en CEO’s (51 procent) worden slechts iets meer vertrouwd. Wetenschappers (77 procent), leraren (74 procent), ‘mijn CEO’ (69 procent onder werknemers), burgers van ‘mijn land’ (63 procent) en ‘mijn buren’ (62 procent) worden doorgaans vertrouwd.
  • Het rapport vindt enorme kloven tussen het vertrouwen in bedrijven en innovaties in dezelfde sector, waaronder een kloof van 26 punten tussen het vertrouwen in bedrijven in de technologiesector (76 procent) versus het vertrouwen in AI (50 procent); een kloof van 23 punten tussen het vertrouwen in bedrijven in de gezondheidszorg (73 procent) versus het vertrouwen in geneesmiddelen op basis van genen (50 procent); en het vertrouwen in bedrijven in de voedingsmiddelensector (72 procent) versus het vertrouwen in GMO-voedsel (32 procent).
  • In de afgelopen 10 jaar is het vertrouwen aanzienlijk gedaald bij bedrijven die hun hoofdkantoor hebben in de grootste exporterende landen, waaronder China (van 2014 tot 2024, een daling van 3 punten tot 30 procent); de VS (een daling van 9 punten tot 53 procent); en Duitsland (een daling van 9 punten tot 62 procent). Zelfs met een daling van negen punten in de afgelopen tien jaar blijft Duitsland (62 procent vertrouwen) het op één na meest vertrouwde buitenlandse merk achter Canada (64 procent). Het merk China (30 procent) blijft een van de minst vertrouwde merken, samen met India (32 procent).