Duurzaamheid en cultuur kunnen elkaar versterken, maar er is wel een stevige impuls nodig om de verduurzaming van de cultuursector te versnellen. Dat staat in het advies ‘ Cultuur Natuurlijk’ van de Raad voor Cultuur. Het advies is zowel gericht aan de cultuursector, als aan gemeenten, provincies, de rijkscultuur-fondsen en de meest betrokken departementen. De raad pleit voor meer samenwerking op dit dossier. Staatssecretaris Uslu van Cultuur en Media heeft het advies vandaag in ontvangst genomen in het Depot Boijmans in Rotterdam.

De cultuursector is, net als veel andere sectoren, nog lang niet klimaatneutraal en circulair, constateert de raad. Het advies betreft de volle breedte van de sector: kunsten, erfgoed, creatieve industrie en media. De sector is weliswaar gemotiveerd, maar een relatief kleine groep koplopers onderneemt daadwerkelijk actie. Bovendien is er vanuit de overheid nog te weinig aandacht voor duurzaamheid en cultuur. Dit in tegenstelling tot ons omringende landen. Een gemiste kans, meent de raad. Niet alleen staat de toekomstbestendigheid van culturele organisaties op het spel. De cultuursector kan ook het belang van duurzaamheid onder de aandacht brengen van een groot publiek en creativiteit inzetten voor duurzaamheidsoplossingen die breder toepasbaar zijn.

Voorzitter Kristel Baele van de Raad voor Cultuur hierover: “De cultuursector kan zijn verbeeldings- en veranderkracht inzetten voor de eigen verduurzaming en die van Nederland, en zo een legitieme partner worden voor overheden en bedrijfsleven. Het is echt jammer dat de rol van cultuur in de maatschappelijke duurzaamheidstransities nog zo onderbelicht en onderbenut is. Dit is een kans voor Nederland.”

Transitieateliers

Zowel de verduurzaming van de cultuursector zelf, als een steviger positionering van cultuur in de maatschappelijke duurzaamheidstransitie is een grote opgave waarvoor financiële en inhoudelijke steun van de overheid onmisbaar is, vindt de raad. Met deze steun kan de sector een omslag maken naar nieuwe manieren van organiseren, produceren en presenteren. De raad adviseert daartoe de inzet van transitieateliers, waar kennisontwikkeling plaatsvindt aan de hand van uitwisseling en experiment rond gedeelde thema’s en uitdagingen. De oplossingen die voortkomen uit de transitieateliers helpen niet alleen de verdere verduurzaming van de cultuursector zelf, maar ook die van andere domeinen. Daarnaast adviseert de raad kennis over verduurzaming gemakkelijk en centraal vindbaar te maken.

Nulmeting en transitieplan

Versnelling van de verduurzaming begint bij de bedrijfsvoering, stelt het advies. Dat geldt zowel voor het gesubsidieerde als voor het niet gesubsidieerde deel van de sector. De eerste stap is het verkrijgen van inzicht in de eigen ecologische voetafdruk door middel van een nulmeting en het opstellen van een transitieplan met als doel om voor 2050 klimaatneutraal en circulair te zijn. Overheden moeten hier wel een faciliterende rol spelen, vindt de raad, want anders lukt het niet. Voor het gesubsidieerde deel van de sector kan verduurzaming van de bedrijfsvoering bovendien in subsidieregels worden opgenomen, zoals de raad bijvoorbeeld onlangs voorstelde voor de Culturele Basisinfrastructuur 2025-2028.

Cultureel vastgoed

Het cultureel vastgoed is een verhaal apart: verduurzaming daarvan is kostbaar en complex. Een groot deel van het vastgoed is bijvoorbeeld niet in eigendom van culturele organisaties zelf. De raad adviseert daarom een aparte routekaart cultureel vastgoed in aanvulling op de twaalf reeds bestaande sectorale routekaarten.

Het advies is voorbereid door een commissie onder voorzitterschap van Derk Loorbach, directeur van het onderzoeksinstituut DRIFT en hoogleraar sociaal-economische transities aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Overige leden zijn: Conny Bakker, Deirdre Carasso, Willemijn Maas, Harald Tepper en Jasper Visser.

Foto: Twycer