Als de grootste uitstoters van koolstof in Europa hun achterstand op klimaatvoorlopers goedmaken, kunnen de bedrijfsemissies in Europa halveren, zo blijkt uit een nieuw rapport van CDP, een non-profitorganisatie die een wereldwijd milieu-informatiesysteem beheert, en het wereldwijde managementadviesbureau Oliver Wyman.  Uit het rapport blijkt dat Europese bedrijven wereldwijd weliswaar vooruitgang boeken op het gebied van science based targets (SBT’s), maar dat zij vaak nalaten iets te doen aan algemene milieueffecten.

Now For Nature: The Decade of Delivery – vandaag gepresenteerd op het toonaangevende jaarlijkse CDP-evenement met Euronews TV – komt tot de bevinding dat het aantal bedrijven met goedgekeurde science-based targets vorig jaar met 85% is toegenomen. Het rapport omvat nu bedrijven die verantwoordelijk zijn voor een derde van de gerapporteerde emissies.[1] Slechts 16% van de ondernemingen heeft targets afgestemd op de 1,5°C-doelstelling van het Parijsakkoord, en het bedrijfsleven boekt hiermee tot dusver trage vooruitgang. COVID-19 leidde tot een daling van 13% van gerapporteerde bedrijfsemissies, maar er is weinig bewijs van echte reducties. Na correctie voor COVID-19 liggen de reducties in de buurt van de pre-pandemische trend van 1,5% per jaar – ver onder de 4,2% die bedrijven nodig hebben om zich aan te passen aan het 1,5°C-traject van klimaatakkoord van Parijs.[2]

De analyse is wel reden tot optimisme, aangezien naar schatting 450 miljoen ton CO2 zal worden “opgeslagen” en afkomstig is van bedrijven met doelstellingen die via het SBTi worden vastgesteld.[3]

Ook financiële dienstverleners lijken beter te presteren. Met een jaarlijkse toename van 50% rapporteert nu bijna de helft (44%) van de Europese financiële instellingen “gefinancierde emissies” – emissies die verband houden met investeringen, leningen en verzekeringsactiviteiten. Bij een minderheid (27%) bestaan gefinancierde emissies uit minimaal de helft van hun portefeuille. Ondertussen rapporteert een derde (32%) van de financiële instellingen cijfers die erop wijzen dat zij ondernemingen in hun portefeuille specifiek aansporen om emissiedoelstellingen te formuleren in overeenstemming met 1,5°C.

Het rapport komt tot de bevinding dat in algemene natuurkwesties niet dezelfde vooruitgang wordt geboekt. Beleggers beoordelen in hun portefeuille klimaatrisico’s bijna 2x vaker dan op ontbossing (88% vs 46%). 

Minder dan een kwart van de bedrijven met toeleveringsketens in landen met een hoog ontbossingsrisico zet zich in om ontbossing volledig tegen te gaan. Minder dan de helft van de bedrijven die rundvlees, soja en palmolie gebruiken heeft een volledig traceerbaarheidssysteem. Wat waterzekerheid betreft, meldt 77% van de bedrijven dat zij de wateronttrekking beperken of op peil houden, maar slechts 14% heeft een doelstelling om de waterverontreiniging aan te pakken.

Slechts 1 op de 20 (5%) ondernemingen die aan het CDP informatie over klimaat, bossen en water verstrekt, heeft een robuuste emissiedoelstelling (een SBT), een doelstelling voor de vermindering van wateronttrekkingen, en een best-practice inzet voor bossen, inclusief zero-ontbossing.[4] Het wijst op een trend waarbij bedrijven hun algemene – maar significante – milieueffecten op natuur en biodiversiteit onderwaarderen.

Indirecte (scope 3) emissies van bedrijven vertegenwoordigen 86% van hun totale emissies – of 6x wat zij direct produceren, aldus het rapport. Toch maakt slechts 53% van de bedrijven gegevens bekend over de belangrijkste bronnen van deze indirecte emissies – die meestal ontstaan via toeleveringsketens en het gebruik van hun producten. Dit kan dit erop wijzen dat bedrijven duidelijke bedrijfsrisico’s negeren. Het gemiddelde risico in verband met klimaatverandering werd gewaardeerd op 355 miljoen euro, 10 keer meer dan de gemiddelde impact van waterrisico’s, en 5 keer meer dan risico’s in verband met ontbossing, zoals aankomende EU-regelgeving die invoer die verband houdt met ontbossing verbiedt.

Een terugkerende bevinding slechts enkele ondernemingen een voortrekkersrol spelen. Dit geldt voor maatregelen op het gebied van klimaat, bossen of waterzekerheid, en vooral betrokkenheid bij waardeketens. Als alle bedrijven zich zouden meten met de besten in hun sector, zou elk jaar de uitstoot van het VK en Ierland kunnen worden vermeden.

Maxfield Weiss, uitvoerend directeur van CDP Europa, zei: “Ik vind het bemoedigend dat de beleidsmakers in het financiële stelsel en de reële economie van Europa de handen ineenslaan. Maar de voortrekkersrol is echt beperkt – we moeten dit verbreden tot de hele markt. Het is hoog tijd dat alle bedrijven en financiële instellingen met een enorme, wereldwijde ecologische voetafdruk dringend actie ondernemen om hun waardeketens af te stemmen op de natuurlijke grenzen van onze planeet. We moeten een werkelijke transformatie zien te bewerkstelligen om zowel een netto-nuluitstoot als een volledig herstel van de natuur te realiseren.”

Cornelia Neumann, Partner bij Oliver Wyman, voegt hieraan toe: “Er is een enorme versnelling in klimaatambities gaande, nu meer bedrijven wetenschappelijk onderbouwde doelen stellen. Hoewel dit een wereldwijd fenomeen is, loopt Europa hierin voorop. De vooruitgang bij het terugdringen van de emissies is minder duidelijk. Er zal nu een focus komen op de resultaten. Het is belangrijk om rekening te houden met de wisselwerkingen tussen klimaat en milieu (water, bossen, biodiviersiteit). Financiële instellingen dienen daarom te inventariseren in hoeverre hun portefeuille is blootgesteld aan milieurisico’s en hoe ze hun klanten kunnen steunen om de impact op het milieu te verkleinen.”

Het rapport van CDP Europe analyseerde gegevens van meer dan 1220 Europese bedrijven die in 2021 hun impact op klimaatverandering, bossen en waterzekerheid bekendmaakten via het bekendmakingssysteem van CDP.

Het wordt vandaag gelanceerd door Oliver Wyman tijdens de CDP Europe Awards: Now For Nature, een evenement met de VN-secretarissen voor klimaat en biodiversiteit Patricia Espinosa en Elizabeth Mrema, EU-klimaatchef Frans Timmermans, eminent wetenschapper op het gebied van planetaire grenzen Dr. Johan Rockstöm, en de Litouwse premier Ingrida Šimonytė.

Noten

[1] Verwijst naar de 1228 bedrijven die aan het CDP informatie hebben verstrekt en die in dit verslag worden geanalyseerd. De analyse is gebaseerd op beursgenoteerde bedrijven die in 2021 via het CDP gegevens aan beleggers hebben verstrekt.

[2] De gemiddelde reducties hebben betrekking op Scope 1- en Scope 2-emissies, gerapporteerd op -1,5% per jaar voor 2017-2019. Het verslag

[3] Het Science Based Targets-initiatief (SBTi).

[4] 198 Europese bedrijven werd gevraagd om via CDP-gegevens bekend te maken over 2021; 83 (41%) hebben dat gedaan, wat doet vermoeden dat het werkelijke aantal bedrijven met robuuste doelstellingen voor hun volledige impact nog lager ligt.