Om de automobilist te verleiden af en toe de trein te nemen zoekt NS steeds meer synergie met het transport over de weg. Bijvoorbeeld door het bouwen van overstappunten aan de rand van de Randstad en het aangaan van samenwerkingsverbanden met leasemaatschappijen. Dat heeft resultaat. Steeds meer automobilisten kiezen regelmatig voor de trein.
Veenman is het dan ook niet eens met de opmerking in het rapport dat door de krapte van de spoorinfrastructuur er slechts relatief weinig automobilisten zouden kunnen overstappen op de trein. In de spits is er op korte termijn inderdaad sprake van minder groeimogelijkheden. Dat maakt forse investeringen in de spoorinfrastructuur ook vanuit milieuoogpunt absoluut noodzakelijk.
Echter 7 van de 10 autokilometers worden buiten de spits gemaakt (bron: CBS). En dan is er nog ruimte genoeg in de trein, zonder dat dit extra uitstoot van schadelijke broeikasgassen veroorzaakt.
Aad Veenman noemt het opvallend dat de aanbevelingen van het rapport Een prijs voor elke reis veel overeenkomsten vertonen met het duurzaamheidbeleid van NS. Beiden leggen het accent op het verbeteren van de energie-efficiency. NS doet dit door de aankoop van steeds energieefficiëntere treinen, het aanpassen van bestaande treinen en het geven van cursussen energiezuinig rijden. Op deze wijze wil NS in 2020 ondanks een sterke groei 20% minder CO2 uitstoten dan in 1990.