Gezaghebbende instituten op het gebied van financiële en duurzaamheidsverslaglegging richtten de International Integrated Reporting Committee (IIRC) op. Met als doel tot wereldwijd aanvaarde richtlijnen te komen voor integrale jaarverslaglegging. Een belangrijke stap die de verbinding tussen duurzaamheid en financiële prestaties behoorlijk verstevigt.

Ruim 10 jaar na het verschijnen van de eerste versie van de internationale richtlijnen voor duurzaamheidsverslaglegging van het Global Reporting Initiative (GRI) rapporteren vrijwel alle beursgenoteerde ondernemingen die duurzaamheid enigszins serieus nemen jaarlijks conform deze standaard. Een prestatie van formaat die belanghebbenden, waaronder aandeelhouders, in staat stelt om het ondernemingsbestuur op hun duurzaamheidprestaties aan te spreken, hetgeen actief gebeurt.

Helaas geniet tegelijkertijd dit separate duurzaamheidsjaarverslag op aandeelhoudersvergaderingen of tijdens investor roadshows zelden nog de aandacht die het eigenlijk verdient. Vrijwel nergens staat het als agendapunt benoemd en evenmin is het onderwerp van dechargeverlening aan bestuurders. Het financieel verslag is en blijft daarvoor leidend.

Soms staat een samenvatting van het duurzaamheidsverslag in het financieel jaarverslag, terwijl in het duurzaamheidsverslag enkele onvolledige financiële cijfers zijn geperst. In beide publicaties komen de strategie, het profiel en de uitdagingen van de onderneming terug, niet zelden verschillend verwoord. Geïnteresseerden moeten zich door beide stukken worstelen om een volledig beeld van de onderneming te krijgen.

Enkele koplopers in duurzaamheid integreerden mede hierom de afgelopen jaren naar eigen inzicht hun volledige duurzaamheidsinformatie in hun financiële jaarverslag. TNT, Philips, DSM en AkzoNobel namen zo afscheid van een apart duurzaamheidsverslag. Geen gemakkelijke opgave, want het juridisch regime, maar ook de interne totstandkomingswijze van een verplicht financieel verslag verschilt aanzienlijk van dat van een vrijwillig duurzaamheidsverslag. Toch zetten deze bedrijven daarmee wel degelijk de toon, want uiteindelijk zal (ook de financiële) waarde van duurzaamheid slechts goed tot haar recht komen als dat in de reguliere rapportage en verantwoordingslijnen van de onderneming wordt geïntegreerd.

Aangemoedigd door deze ondernemingen die op eigen initiatief deze integratie vormgaven is het zeer toe te juichen dat nu GRI en het Accounting for Sustainability Project van prins Charles met steun van internationale accountantsorganisaties als ACCA en IFA, the Financial Accounting Standards Board en grote bedrijven als Microsoft en Tata het initiatief hebben genomen voor richtlijnen voor integrale rapportering. De totstandkoming van dergelijke richtlijnen zou een geweldige steun zijn voor bedrijven die deze slag willen maken.

Verdere integratie van duurzaamheidsinformatie in financiële verslagleggingrichtlijnen zou een volwaardige positionering van duurzaamheid binnen onderneming sterk bevorderen. Ook zou dit het level playing field creëren dat belanghebbenden in staat stelt elke onderneming volwaardig op duurzaamheid te beoordelen. Bovendien maakt het het rapportageproces efficiënter, want twee aparte verslagen leiden altijd tot inefficiëntie.

Het initiatief van het IIRC en zijn partners verdient daarom steun en aandacht. Uiteindelijke integratie van duurzaamheidseisen in de IFRS of US GAAP zou de waarde van duurzaamheid volledig tot haar recht doen komen.

Rob van Tilburg werkt bij DHV en adviseert beursgenoteerde bedrijven bij duurzaam ondernemen en verslaglegging.