Aangezien de hoeveelheid schadelijk plastic zwerfvuil in oceanen en zeeën steeds groter wordt, stelt de Europese Commissie nieuwe EU-regels voor met betrekking tot de tien kunststofproducten voor eenmalig gebruik die het meest worden gevonden op de stranden en in de zeeën van Europa, alsook voor verloren en achtergelaten vistuig.

Samen zijn zij goed voor 70 % van alle zwerfvuil op zee. De nieuwe regels zijn proportioneel en op maat gemaakt om de beste resultaten te bereiken. Dit betekent dat op verschillende producten verschillende maatregelen zullen worden toegepast. Wanneer alternatieven voorhanden en betaalbaar zijn, zullen kunststofproducten voor eenmalig gebruik uit de markt worden geweerd. Voor producten waarvoor geen kant-en-klare alternatieven bestaan, ligt de focus op het terugdringen van hun gebruik via een nationale vermindering van de consumptie, voorschriften inzake ontwerp en etikettering, en verplichtingen op het vlak van afvalbeheer en sanering voor de producenten. De nieuwe regels zullen Europa in de kopgroep van voortrekkers plaatsen met betrekking tot dit vraagstuk met wereldwijde gevolgen.

Eerste vicevoorzitter Frans Timmermans, verantwoordelijk voor duurzame ontwikkeling, zei: “Deze Commissie heeft beloofd zich groots op te stellen met betrekking tot de grote vraagstukken en de rest aan de lidstaten over te laten. Kunststofafval is onmiskenbaar een groot vraagstuk en wij Europeanen moeten samenwerken om dit probleem aan te pakken omdat plastic afval terechtkomt in de lucht, in de bodem, in onze oceanen en in ons voedsel. De voorstellen van vandaag omvatten een reeks maatregelen waarmee de hoeveelheid kunststof voor eenmalig gebruik in de rekken van onze supermarkten zal worden verminderd. Wij zullen een aantal van deze producten verbieden en vervangen door milieuvriendelijkere alternatieven zodat de mensen hun favoriete producten kunnen blijven gebruiken.”

Vicevoorzitter Jyrki Katainen, verantwoordelijk voor banen, groei, investeringen en concurrentievermogen, voegde hieraan toe: “Plastic kan fantastisch zijn, maar we moeten er op een meer verantwoorde manier mee omspringen. Kunststof voor eenmalig gebruik is geen slimme economische of ecologische keuze, en onze voorstellen van vandaag zullen ondernemingen en consumenten helpen om in de richting van duurzame alternatieven op te schuiven. Dit is een kans voor Europa om een voortrekkersrol te spelen door producten te creëren waar in de komende decennia wereldwijd vraag naar zal zijn en waarmee we meer economische waarde kunnen halen uit onze kostbare en beperkte hulpbronnen. Onze inzameldoelstelling voor plastic flessen zal ook helpen om voldoende hoeveelheden in te zamelen voor een bloeiende plasticrecycleringsindustrie.”

Wereldwijd bestaat zwerfvuil op zee voor 85 % uit plastic. Plastic bereikt zelfs onze longen en onze eettafel, waarbij de invloed van microplastics in de lucht, het water en het voedsel op onze gezondheid nog onbekend is. Het probleem rond plastic aanpakken is een must en dit kan nieuwe kansen met zich meebrengen op het vlak van innovatie, concurrentievermogen en jobcreatie.

Ondernemingen krijgen een concurrentievoordeel: doordat voor de hele EU-markt één enkele set regels zal gelden, zullen Europese ondernemingen gemakkelijker van schaalvoordelen kunnen profiteren en beter kunnen concurreren op de snelgroeiende mondiale markt voor duurzame producten. Door het opzetten van doeltreffende systemen voor hergebruik (bv. statiegeldregelingen) kunnen bedrijven zich verzekeren van een stabiele aanvoer van materiaal van hoge kwaliteit. In andere gevallen kan de aanmoediging om te zoeken naar duurzamere oplossingen bedrijven een technologisch voordeel opleveren ten opzichte van hun internationale concurrenten.

Verschillende maatregelen voor verschillende producten

Nadat we in 2015 plastic draagtasjes hebben aangepakt, verklaarde 72 % van de Europeanen dat zij nu minder plastic tasjes gebruiken (Eurobarometer). De EU richt haar aandacht nu op de tien kunststofproducten voor eenmalig gebruik en vistuig, die samen goed zijn voor 70 % van het zwerfvuil op zee in Europa. De nieuwe regels zullen zorgen voor de invoering van:

  • Een verbod op kunststof in bepaalde producten: wanneer alternatieven voorhanden en betaalbaar zijn, worden kunststofproducten voor eenmalig gebruik uit de markt geweerd. Het verbod zal van toepassing zijn op plastic wattenstaafjes, bestek, borden, rietjes, roerstaafjes en ballonnenstokjes, die allemaal enkel nog van duurzamere materialen mogen worden gemaakt. Drankverpakkingenvoor eenmalig gebruik die van plastic zijn gemaakt zullen enkel nog op de markt zijn toegelaten als de doppen en deksels vastzitten aan het flesje.
  • Doelstellingen voor het terugschroeven van de consumptie: de lidstaten zullen het gebruik van plastic houders voor voedingsmiddelen en bekers moeten terugschroeven.Ze kunnen dit doen door nationale reductiedoelstellingen vast te stellen, alternatieve producten beschikbaar te maken in het verkooppunt of ervoor te zorgen dat kunststofproducten voor eenmalig gebruik niet gratis ter beschikking mogen worden gesteld.
  • Verplichtingen voor de producenten: de producenten zullen bijdragen aan de kosten van afvalbeheer en schoonmaak, maar ook van bewustmakingsmaatregelen met betrekking tot houders voor voedingsmiddelen, pakjes en wikkels (bv. voor chips en snoep), drankverpakkingen en bekers, tabaksproducten met filters (bv. sigarettenpeuken), vochtige doekjes, ballonnen en lichte plastic draagtassen. De industrie zal ook worden gestimuleerd om minder vervuilende alternatieven voor deze producten te ontwikkelen.
  • Inzamelingsdoelstellingen: de lidstaten zullen verplicht worden om, bijvoorbeeld middels statiegeldregelingen, tegen 2025 90 % van de drankflessen uit plastic voor eenmalig gebruik in te zamelen.
  • Etiketteringsvoorschriften: op bepaalde producten zal een duidelijk en gestandaardiseerd etiket moeten worden aangebracht dat aangeeft hoe men zich van het afval moet ontdoen, wat de negatieve milieugevolgen van het product zijn en of er kunststof in het product aanwezig is. Dit zal van toepassing zijn op maandverbanden, vochtige doekjes en ballonnen.
  • Bewustmakingsmaatregelen: de lidstaten zullen worden verplicht om consumenten bewust te maken van enerzijds de negatieve gevolgen van zwerfvuil van kunststof voor eenmalig gebruik en vistuig en anderzijds de beschikbare systemen voor hergebruik en afvalbeheeropties voor al deze producten.

Voor vistuig, dat goed is voor 27 % van al het zwerfvuil op stranden, streeft de Commissie ernaar het bestaande beleidskader te voltooien met regelingen waarbij de producenten hun verantwoordelijkheid moeten opnemen voor vistuig dat kunststof bevat. Ze zullen verplicht zijn om de kosten te dekken van de betrokken afvalinzameling bij havenontvangstvoorzieningen en het vervoer en de verwerking ervan. Zij zullen ook de kosten dragen van bewustmakingsmaatregelen.

Volgende stappen

De voorstellen van de Commissie worden nu ter goedkeuring voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad. De Commissie dringt er bij de andere instellingen op aan dit dossier prioritair te behandelen en tastbare resultaten af te leveren voor de Europeanen vóór de verkiezingen van mei 2019.

Om Wereldmilieudag op 5 juni in de kijker te zetten, zal de Commissie ook in de hele EU een bewustmakingscampagne lanceren om de rol van individuele burgers in de strijd tegen plasticverontreiniging en zwerfvuil op zee, door de keuzes die zij als consumenten maken, onder de aandacht te brengen.

Natuurlijk is de aanpak van uit de EU afkomstig zwerfvuil op zee slechts één stukje van de wereldwijde puzzel. Door het voortouw te nemen zal de Europese Unie echter een sterke uitgangspositie verwerven om op het internationale toneel verandering teweeg te brengen – via de G7 en de G20 en middels de uitvoering van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de VN.

Achtergrond

Met het vandaag voorgestelde initiatief wordt het engagement van de Europese strategie inzake kunststoffen ingelost om kunststof zwerfvuil, dat vervuiling en schade veroorzaakt, aan te pakken middels wetgevingsinitiatieven. Hierop werd verheugd gereageerd door het Europees Parlement, de Raad, de burgers en de belanghebbenden. De voorgestelde maatregelen zullen bijdragen aan de transitie van Europa naar een circulaire economie en aan het behalen van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de VN en de klimaattoezeggingen en doelstellingen van het industriebeleid van de EU.

De vandaag voorgestelde richtlijn bouwt voort op bestaande regels zoals de Kaderrichtlijn mariene strategie en de afvalrichtlijnen en vormt een aanvulling op andere maatregelen tegen mariene verontreiniging, zoals de maatregelen van de richtlijn inzake havenontvangstvoorzieningen, en de voorgestelde beperkingen inzake microplastics en onder invloed van zuurstof biologisch afbreekbare kunststoffen. Er wordt een aanpak gevolgd die gelijkaardig is aan die van de succesvolle richtlijn plastic draagtassen uit 2015, die positief werd onthaald en een snelle verandering in het gedrag van de consument heeft teweeggebracht.

De voorgestelde richtlijn zal voordelen opleveren voor zowel het milieu als de economie. Zo zullen de nieuwe maatregelen bijvoorbeeld:

  • de uitstoot van 3,4 miljoen ton CO2-equivalent vermijden;
  • tegen 2030 milieuschade ten belope van 22 miljard EUR vermijden; en
  • de consument naar schatting 6,5 miljard EUR besparen.

De nieuwe EU-regelgeving en -doelstellingen inzake afval die deze maand zijn aangenomen, zullen de ondernemingen in de EU ook de nodige duidelijkheid, juridische zekerheid en schaalvoordelen bieden om een leidende positie te kunnen nemen in nieuwe markten voor innovatieve alternatieven voor meervoudig gebruik, nieuwe materialen en beter ontworpen producten.

Overeenkomstig de vereisten inzake “betere regelgeving” werden ter voorbereiding van het vandaag gepresenteerde voorstel raadplegingen van belanghebbenden, een openbare raadpleging en grondige effectbeoordelingen uitgevoerd. Bij de openbare raadpleging tussen december 2017 en februari 2018 was 95 % van de respondenten het ermee eens dat maatregelen ter bestrijding van kunststof voor eenmalig gebruik zowel noodzakelijk als dringend zijn, en 79 % geloofde dat deze maatregelen op EU-niveau moeten worden genomen om doeltreffend te zijn. 70 % van de producenten en 80 % van de handelsmerken antwoordde eveneens dat maatregelen noodzakelijk en dringend zijn. 72 % van hen hebben hun eigen gebruik van plastic zakken teruggedrongen en 38 % deed dit in het aflopen jaar.