Bij C2C zijn alle materialen afbreekbaar of herbruikbaar, waardoor geen afval meer ontstaat. DHV, dat zich richt op een duurzame ontwikkeling van de leefomgeving, wil door de samenwerking de klanten de mogelijkheid bieden van het concept gebruik te maken. Omdat het gaat om een gecertificeerd concept, kon DHV tot nog toe slechts adviseren
over het toepassen ervan.

Nog deze maand gaat een eerste groep adviseurs van DHV een training volgen bij EPEA, een instituut dat zich door middel van wetenschappelijk onderzoek en advise richt op het promoten van C2C. “Het gaat om vijftien adviseurs uit alle takken van onze organisatie”, vertelt Wim van Lierop, strategisch adviseur duurzaamheid bij DHV. “Zij moeten in de toekomst binnen ons bedrijf een netwerk vormen dat het C2C-concept aan de klanten kan aanbieden.”

Onlangs uitte C2C-aanjager Roger Cox kritiek in deze krant op de toepassing van het concept, dat vanwege de bescherming van het label niet snel genoeg zou gaan. Van Lierop: “Het enthousiasme voor C2C is erg groot, het weet markten in beweging te krijgen. Wij willen juist alle wegen gebruiken om bij te dragen aan duurzame ontwikkeling, dus sluiten wij ons graag bij die beweging aan.”

EPEA-directeur Braungart, sinds november vorig jaar ook bijzonder hoogleraar op het gebied van Cradle to Cradle aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, ziet veel in de samenwerking.
“De kennis- en marktpositie van grote advies- en ingenieursbureaus als DHV kunnen een enorme versnelling teweeg brengen op weg naar een C2C-samenleving.