Beurs staat nu notering van onderneming toe terwijl belegger onvolledig wordt geïnformeerd. Het is een onomkeerbare trend: beursgenoteerde ondernemingen die in hun jaarverslag integraal rapporteren over hun maatschappelijke impact en maatschappelijke waarde. Ook dit jaar groeit gestaag het aantal ondernemingen dat zo de samenleving en beleggers in staat stelt zich een samenhangend oordeel te vormen over de ecologische, financieel-economische, sociale en maatschappelijke prestaties van de onderneming. Parallel ontstaan wereldwijd initiatieven van effectenbeurzen om deze transparantie van de genoteerde ondernemingen verlangen. Het wordt tijd dat ook NYSE-Euronext deze integrale jaarrapportage verbindt aan een beursnotering.

Jaarverslaglegging en duurzaamheid is de pioniersfase ontgroeid. Grote, gezaghebbende ondernemingen rapporteren al jaren op een volwassen manier over de samenhang tussen de maatschappelijke strategie en financiële prestaties van de organisatie. Hiervoor zijn goed ontwikkelde standaarden beschikbaar als de richtlijnen van het Global Reporting Initiative of de IIRC, die richting geven voor integraal rapporteren. In Nederland zijn Philips, TNT, DSM, AkzoNobel en Unilever voorbeelden van integrale verslaglegging, maar ook KPN sloot zich dit jaar aan bij het rijtje koplopers door een geïntegreerd verslag uit te brengen.

De waarde van het verbinden van de duurzaamheidsagenda van de samenleving en de strategie van de onderneming wordt ook onderstreept door de koppeling tussen variabele bestuurdersbeloningen en de duurzaamheidsprestaties. Bij 75% van de grootste beursgenoteerde bedrijven voelt de bestuurder de duurzame prestatie in de portemonnee. Duurzaamheid heeft een volwassen niveau bereikt bij bedrijven. Ook effectenbeurzen laten zich niet onbetuigd. Duurzame indices en fondsen mogen zich verheugen in de warme belangstelling van particuliere en institutionele beleggers. De Dow Jones Sustainability Index en de Euronext Vigeo Index zijn daar bekende voorbeelden van. Veel van deze indices presteerden regelmatig aanmerkelijk beter dan de gemiddelde beursindex. Mede aangemoedigd door deze indices en maatschappelijke druk had Euronext Nederland voorjaar 2012 nog een koploperspositie in de mate waarin daaraan genoteerde bedrijven duurzaamheidsinformatie verstrekten. Bij een recent onderzoek echter valt deze beurs net niet uit de top 10. Dat doet onrecht aan de kwaliteitsbeleving die beleggers aan notering aan de Euronext mogen ontlenen. Daarmee staat Euronext oogluikend toe dat beleggers cruciale informatie onthouden wordt. Euronext verbindt geen duurzaamheidstransparantie aan een beursnotering. Daarmee wordt een dubbel signaal afgegeven naar de belegger en de genoteerde onderneming. Wilt u kiezen voor duurzaam, dan kan dat, maar evengoed kunt u genoteerd zijn als u niets vertelt over de maatschappelijke impact en waarde van de onderneming. In andere landen ontstaat juist wel de koppeling tussen beursnotering en transparantie over duurzaamheid.

In Spanje of Zuid-Afrika is deze verbinding gelegd en het aantal bedrijven dat maatschappelijke informatie verstrekt fors gestegen. De World Federation of Exchanges lanceerde vorige week zelf een initiatief om dit te stimuleren bij haar leden. Ook Euronext zou deze verbinding moeten overwegen, want nu staat het feitelijk toe dat ondernemingen een notering hebben terwijl de belegger onvolledig geïnformeerd wordt. Vorig jaar lanceerde de EU een richtlijn voor de lidstaten om de grootste en vanuit duurzaamheidsoptiek relevantste bedrijven tot duurzaamheidsverslaglegging te brengen. Het zou goed zijn als Euronext juist hierin ook zelf regie neemt en deze transparantiewens niet beperkt tot de grootste bedrijven. Critici van deze koppeling zullen aandragen dat opgedrongen duurzaamheidsinformatie een moetje gaat worden en het onderwerp niet vooruit zal helpen. Alleen de duurzaamheidsbureaucratie zou ermee geholpen worden. Goedwillende koplopers zouden zo hun onderscheidend vermogen verliezen. Maar het omgekeerde is waar.

Voorgeschreven duurzaamheidsinformatie dwingt ‘free riders’ openheid van zaken te geven. Hierdoor zouden juist de inhoudelijke prestaties van de koplopers meer in het oog springen. Het bevordert dat ondernemingen aangaande hun maatschappelijke impact en waardecreatie niet langer op de mate van transparantie over duurzaamheid, maar op basis van inhoudelijke prestaties zullen worden gewaardeerd. Zo wordt een race naar de top gelanceerd. Het Nederlandse beursgenoteerde bedrijfsleven verdient een beurs in het thuisland die randvoorwaarden schept om ondernemingen op die inhoudelijke prestaties door beleggers te laten waarderen. Euronext is het aan haar stand verplicht om hierin het voortouw te nemen. Daarmee bewijst de beurs een grote dienst aan financiële markten, genoteerde ondernemingen en samenleving.

Rob van Tilburg is leading professional duurzaam ondernemen bij Royal HaskoningDHV. 

Gepubliceerd in Het Financieele Dagblad van 5 april 2014, klik hier.