Een grote groep van experts op het gebied van circulaire economie in de bouw doen een dringende oproep aan de overheid om meer regie te voeren op de transitie circulaire (bouw)economie.

Circulaire economie ontwikkelt zich sterk. Nederland loopt internationaal voorop in de bouw en onze expertise is internationaal vermaard. Een economische potentie die we zeker moeten uitbouwen! We ondersteunen dan ook volledig het initiatief van het rijksbrede programma Circulaire Economie en de daaruit voortvloeiende transitieagenda’s. Maar stilstand, of erger nog, achteruitgang dreigt. Onze expertise blijft grotendeels onbenut omdat er geen regie is op transitie circulaire (bouw)economie. Hierbij roepen we de overheid op om deze regierol op te pakken!

Wij zien een wildgroei aan initiatieven rondom het thema circulaire bouweconomie (CB23, De Bouwcampus e.a.). Het is onduidelijk onder welk initiatief de uitvoering van de transitieagenda bouw valt. Om onze ambities te bereiken, moeten we een duidelijk, helder en gedegen proces vormgeven. Het is goed te zien dat er initiatieven ontstaan waarbij het thema duidelijk op de kaart staat. Maar we zien óók concurrentie tussen initiatieven en dat kost onnodig veel tijd en energie omdat wij als experts moeten kiezen. Kiezen tussen daadwerkelijk doen van projecten en het bijdragen aan netwerken: voor experts en de markt is de keuze dan snel gemaakt!

Kortom; kennis, kunde en middelen moeten we efficiënter gebruiken. Als deelnemers zijn we wekelijks betrokken bij initiatieven als de Bouwagenda, CB23, de Bouwcampus, Cirkelstad, individuele trajecten bij Rijkswaterstaat en noem maar op. Soms kost het enkel onze tijd, maar vaak moeten we betalen om deel te nemen. En dan vragen wij ons af of de echte experts dan aan tafel komen, of alleen de lobby- en hobbyisten…

Het gebrek van de juiste mensen aan tafel is gevaarlijk, want als bestaande expertise onbenut blijft heeft dat negatieve gevolgen op ons gezamenlijke ambitieniveau en uitvoeringskracht. En juist dat laatste is belangrijk: uitvoeringskracht. Voor een succesvolle transitie is de balans tussen de complexe theoretische materie en de eenvoud en het pragmatisme van de praktijk essentieel. Beiden moeten hand in hand gaan, omdat de praktijk de theorie vormt en vice versa. Laten we vooral ook beginnen met het opschalen van de pilots naar echte projecten en programma’s en vandaaruit weer leren voor nieuwe projecten en programma’s of bestaande bijstellen. Laten we durven om fouten te maken in de praktijk en niet oeverloos te zwammen of we wel een heldere theoretische definitie is van circulaire economie. Het spreekt voor zich dat we graag onze kennis, expertise en ervaring inzetten om tot een gedegen en praktisch toepasbare uitvoeringsagenda voor het einde van het jaar te komen.

Tot slot, wij zijn blij met de kabinetsreactie van staatssecretaris van Veldhoven die de visie van een Circulaire Economie onderstreept en duidelijke maatregelen benoemt. In aanvulling daarop hebben wij drie concrete maatregelen om de transitie naar een circulaire bouweconomie te versnellen.

  • Wegnemen van juridische belemmeringen. Wij adviseren een autoriteit op dit vlak (zoals de Nationaal Coördinator Groningen) die bij knelpunten in projecten snel beslist zodat de dynamiek van een project behouden blijft en we door kunnen. Daarnaast moet nieuwe wetgeving en veranderende wetgeving circulaire economie actief ondersteunen.
  • Invoering materiaalpaspoort. Het inzicht dat materiaalpaspoorten verschaffen in de bouwmaterialen is essentieel om de (economische) infrastructuur voor een circulaire bouweconomie verder vorm te geven. Ook hier is sterke coördinatie en regie noodzakelijk: De overheid moet materiaalpaspoorten als een verplichting opnemen bij mutaties, nieuwbouw en sloop. En daarbij ook hier weer direct beginnen, later kunnen we de eisen en input weer aanpassen op basis van praktijkervaring.
  • Faciliteren van circulaire bouweconomie. Om het economisch aantrekkelijk(er) te maken om circulair te bouwen moeten we de juiste financiële prikkels creëren. Dat doen we door waarde toe te kennen aan circulaire materialen, componenten, producten en gebouwen. Alleen dan worden circulaire gebouwen anders gewaardeerd door taxateurs en wordt het écht aantrekkelijk voor toeleveranciers, bouwers en ontwikkelaars om consequent circulair te bouwen. Daarnaast is het zaak om stimulansen te ontwikkelen in belastingen of juist belastingkortingen. Een circulair gebouw is nu meer waard, waardoor je meer Onroerend Zaak Belasting moet betalen en hogere bouwleges. Dat kan toch niet!

Wij zijn experts op het vlak van circulaire (bouw)economie en gelieerd aan vooraanstaande organisaties in Nederland uit de gehele bouwketen; adviseurs, architectenbureaus, ingenieursbureaus, ondernemers, ontwikkelaars en bouwbedrijven. Allemaal hebben we het hart op de goede plek en willen we de wereld, Nederland en meer specifieke onze sector duurzamer en meer circulair maken. Maar dat kunnen we niet alleen.

•    Cécile van Oppen, Jeroen Verberne (Copper8)
•    Niels van Geenhuizen, Esther Heijink, Freek Wullink (Arcadis)
•    Merlijn Blok (Metabolic)
•    Dirk Dekker (Being Development)
•    Menno Rubbens (Cepezed Projects bv)
•    Thomas Rau (TurnToo)
•    Daan Bruggink (ORGA Architect)
•    Thijs Aarden (Overmorgen)
•    Maarten Schäffner (Witteveen en Bos)
•    Robert Koolen (Heijmans)
•    Esther van Eijk (Van Hattum en Blankenvoort)
•    Born Goedkoop (Sustainability & CE Manager, BAM Infraconsult), Tom Blankendaal (Sustainability Manager, BAM)
•    Harry Hofman (GBN)
•    Wendeline Besier (TBI Holdings)
•    Michel Baars (New Horizon)
•    Coert Zachariasse (Delta Development)
•    Christian van Maaren (Excess Materials Exchange)
•    Michel Schuurman (MVO Nederland)
•    Gertjan van Hardeveld (Except Integrated Sustainability)
•    Niek Ridderbos (VolkerInfra)
•    Stephan van Hoof (VolkerWessels)