Het agrocomplex als geheel

De nog steeds toenemende toegevoegde waarde van het totale agrocomplex (25% groei tussen 1995 en 2002) is steeds meer gebaseerd op de industriële verwerking van buitenlandse grondstoffen. Daardoor bleef de werkgelegenheid vrijwel op peil. De voedings- en genotmiddelenindustrie is er in geslaagd haar milieubelasting terug te dringen. Hetzelfde geldt voor de primaire land- en tuinbouwbedrijven, die de laatste tien jaar bij toenemende productie minder ammoniak en broeikasgassen zijn gaan uitstoten, het mineralenoverschot hebben weten te verlagen en minder gewasbeschermingsmiddelen gebruiken.

Glastuinbouw

De glastuinbouw heeft de afgelopen twintig jaar het energiegebruik per eenheid product weten te halveren. Toch blijft de energie-efficiencyindex nog achter bij de doelstelling, onder meer door toenemende belichting en achterblijvend gebruik van duurzame energiebronnen. De voedselveiligheid in de Nederlandse groente- en fruitsector steekt uit boven die in andere landen, doordat steeds meer bedrijven gaan voldoen aan strenge certificeringseisen die de markt stelt. Het arbeidsvolume in de glastuinbouw blijft de laatste jaren op peil. Er zijn veel niet-gezinsarbeidskrachten werkzaam, en het ziekteverzuim ligt relatief laag. De aanpak van illegale arbeid begint effect te sorteren.

Melkveehouderij

Door dalende opbrengstprijzen lopen de financiële resultaten in de melkveehouderij de laatste jaren terug. Veel bedrijven investeren daarom minder dan wenselijk zou zijn met het oog op continuïteit. Het aantal bedrijven daalt en daarmee ook de werkgelegenheid. Eén op de vijf bedrijven ontvangt een deel van zijn inkomen uit één of andere vorm van verbreding, zoals agrarisch natuurbeheer. De ontwikkeling van de biologische melkveehouderij stagneert. Het welzijn van de koeien staat nauwelijks ter discussie, maar door schaalvergroting en mestbeleid neemt het zomerstalvoederen toe ten koste van de weidegang. De milieubelasting door melkveebedrijven vertoont een dalende lijn.

Varkenshouderij

De varkenshouderij heeft economisch gezien een paar slechte jaren achter de rug. De investeringen bleven op veel bedrijven achter bij de afschrijvingen en het aantal bedrijven liep terug. De Nederlandse varkenshouderij verloor marktaandeel in de EU.

Op het gebied van milieu, dierwelzijn en gezondheid doen zich geleidelijk verbeteringen voor, maar de druk vanuit de samenleving tot verdergaande maatregelen blijft groot. Aandachtspunten zijn bijvoorbeeld het nog bescheiden aandeel zeugen in groepshuisvesting en de grote afstanden waarover geëxporteerde dieren worden vervoerd.