In opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) inzichtelijk gemaakt hoeveel ondernemingen en bedrijven in Nederland kunnen vallen onder een tweetal EU-richtlijnen en een voorstel voor nationale IMVO-wetgeving, namelijk de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) en het initiatiefvoorstel Tweede Kamer nationale IMVO-wetgeving. De populatie van het onderzoek bestaat uit alle bedrijven in 2019-2021 in het Algemeen Bedrijvenregister (ABR).

Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)

Binnen de ondernemingengroepen die onder de CSRD vallen kunnen de volgende twee groepen worden onderscheiden:

  1. Ondernemingengroepen actief in Nederland die in de twee meest recente jaren aan 2 van de 3 volgende criteria voldoen: 250+ werkzame personen, minstens EUR 40 mln netto omzet en minstens EUR 20 mln activa, en
  2. Ondernemingen onder niet-EU zeggenschap die actief zijn in Nederland en aan de bovengenoemde criteria in deel 1 voldoen, of als een bijkantoor fungeren met een omzet van EUR 40 mln of meer in de twee meest recente jaren.

Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD)

Binnen de ondernemingengroepen die onder de CSDDD vallen kunnen in de volgende groepen worden onderscheiden:

  1. Ondernemingen met 500+ werkzame personen en minstens EUR 150 mln netto omzet in het betreffende jaar,
  2. ondernemingengroepen met 250+ werkzame personen en minstens EUR 40 mln aan netto omzet in Nederland en die minstens EUR 20 mln van hun omzet (of in ieder geval actief zijn) in drie aangewezen risicosectoren,
  3. ondernemingengroepen onder niet-EU zeggenschap die minstens EUR 150 mln netto omzet in Nederland realiseren,
  4. ondernemingengroepen onder niet-EU zeggenschap met minstens EUR 40 mln aan netto omzet in Nederland en die minstens EUR 20 mln van hun omzet (of in ieder geval actief zijn) in de drie aangewezen risicosectoren.

Risicosectoren

De tabellenset kent drie risicosectoren:

  1. De productie van textiel, leder en verwante producten (met inbegrip van schoeisel), en de groothandel in textiel, kleding en schoeisel;
  2. Landbouw, bosbouw, visserij (met inbegrip van aquacultuur), de productie van voedingsproducten, en de groothandel in landbouwgrondstoffen, levende dieren, hout, voeding en dranken; en
  3. De ontginning van minerale hulpbronnen, ongeacht waar zij worden ontgonnen (met inbegrip van ruwe aardolie, aardgas, steenkool, ligniet, metalen en metaalertsen, evenals andere niet-metaalhoudende minerale producten en producten uit steengroeven), de productie van basisproducten van metaal, andere niet-metaalhoudende minerale producten en vervaardigde producten van metaal (met uitzondering van machines en apparaten), en de groothandel in minerale hulpbronnen, mineraalhoudende basisproducten en halffabricaten (met inbegrip van metalen en metaalertsen, bouwmaterialen, brandstoffen, chemicaliën en andere halffabricaten).

De vertaling van de bovengenoemde risicosectoren naar bedrijfstakken volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) zijn te vinden onder tabblad ‘Afbakening Risicosectoren’

Initiatiefvoorstel Tweede Kamer nationale IMVO-wetgeving

Ondernemingengroepen die onder het initiatiefvoorstel Tweede Kamer nationale IMVO-wetgeving vallen bestaan uit de volgende twee groepen: (1) ondernemingengroepen actief in Nederland die per boekjaar aan 2 van de 3 volgende criteria voldoen: 250+ werkzame personen, minstens EUR 40 mln netto omzet en minstens EUR 20 mln activa, en (2) ondernemingengroepen actief in Nederland die per boekjaar aan 2 van de 3 volgende criteria voldoen: tussen de 50 en 250 werkzame personen, tussen de 8 en de 40 mln euro aan omzet en tussen de 4 en de 20 mln euro aan activa.

Noot: begrippen als ondernemingengroep en bedrijfseenheid zijn statistische eenheden zijn en stroken niet altijd met wat men in de volksmond een bedrijf noemt.

Download de Excel-tabel