VORM, BAM Wonen, Ballast Nedam, Dijkstra Draisma en nog negen andere bouwers en architectenbureaus komen in opstand tegen de norm voor duurzaam bouwen. Ze vinden het oneerlijk dat CO2-opslag van biobased bouwmaterialen, zoals hout, bamboe, hennep en lisdodde niet meetelt in de rekensom voor duurzaam bouwen en roepen minister Ollongren op in te grijpen. “Emissievriendelijke materialen moeten worden bevorderd, niet afgestraft.”

De kans dat we de Parijs doelstelling van 1.5 graad temperatuurstijging behalen wordt met de dag kleiner. Klimaatverandering is urgent én belangrijk om tegen te gaan. Tegelijkertijd met deze mondiale opgave hebben we een woningbouwopgave in Nederland. Binnen tien jaar moeten er zo’n 1 miljoen woningen bijgebouwd worden. Woningen bouwen heeft een forse impact op de directe uitstoot van CO2 (ca. 10% van de jaarlijkse uitstoot). Als we de CO2 uitstoot van onze sector fors willen reduceren, zullen we alternatieven moeten inzetten voor materiaal die geproduceerd worden met fossiele brandstoffen. Dat gaat verder dan het gebruik van circulaire materialen omdat in de gehanteerde rekenmethodieken de productie uitstoot nauwelijks wordt meegerekend. Een adequaat antwoord daarop is de toepassing van biobased materialen zoals bijvoorbeeld hout, hennep, vlas, bamboe en lisdodde. Maar ook het gebruik van reststromen uit Land- en tuinbouw biedt kansen.

Transitie naar een duurzame sector

De bouwsector bevindt zich in een kantelmoment in de transitie naar een duurzame sector. Dit zie je bij alle betrokkenen in de keten terug. Van institutionele beleggers en projectontwikkelaars tot aan architecten en bouwers. Maar om als sector écht te kunnen verduurzamen, zal er eerlijk gekeken moeten worden naar de milieu impact van materialen. Om aan te geven hoe milieuvriendelijk een nieuw gebouw is, is de MPG in Nederland leidend. Verwacht wordt dat per 1 januari 2021 de norm wordt verscherpt naar 0,8.

Klimaatopgave urgent en belangrijk: forse CO2-reductie stappen

Waar de schoen wringt is het feit dat CO2-opslag door gebruik van biomaterialen niet goed wordt meegewogen in de MKI/MPG berekening. Want, zo wordt gesteld, CO2-opslag van hout heeft een tijdelijk karakter. Daarbij wordt over het hoofd gezien dat we de komende decennia forse CO2-reductie stappen moeten maken. Doordat Biomaterialen CO2 opslaan is er dubbele winst: CO2 wordt uit de lucht gehaald en voor langere tijd opgeslagen, daarnaast is er geen sprake van uitstoot door de productie van een fossiel alternatief. De CO2-uitstoot bij de productie van ‘fossiele materialen’ wordt ook fors bevoordeeld omdat die vrijwel niet meegerekend wordt als er aan het eind van de levensduur een vage herbestemming wordt benoemd. De dubbele benadeling van biomaterialen is niet uit te leggen aan navolgende generaties. Het klopt feitelijk ook niet. Een product als CLT (Cross Laminated Timber) met droge verbindingen zal in de praktijk worden hergebruikt na zijn eerste functie. Na hergebruik zal het product wellicht nog een derde leven toebedeeld krijgen als plaat- of isolatiemateriaal. Tegen de tijd dat het dan ingezet wordt als brandstof voor een energiecentrale zijn we al snel 100 jaar verder. Het IPCC classificeert het dan als permanente opslag. Bovendien zullen er over 100 jaar ongekend veel oplossingen zijn voor het duurzaam recyclen van biomaterialen. Als CO2-opslag wordt meegewogen in de MPG berekening, is het zelfs mogelijk om ‘MPG-negatief’ te gaan bouwen. De klimaatopgave is simpelweg te urgent en te belangrijk om als sector te vertragen door industriële belangen, hoe goed we die belangen ook begrijpen.

Positieve effecten biobouw

Naast CO2-reductie heeft biobouw andere positieve effecten. Zo blijkt dat het aantal transportbewegingen minder is dan traditionele bouwmaterialen, wat gunstig is voor de stikstofemissie. Ook dragen houtconstructies bij aan een gezonder binnenklimaat door hun vocht- en warmt regulerende eigenschappen. Een ander belangrijk aspect is dat het telen van bouwgewassen kan bijdragen aan nieuwe verdienmodellen voor de Landbouw. Een sector die de bouwers zeer na aan het hart ligt en echt kan helpen het verschil te maken bij de omschakeling naar emissievrije bouwplaatsen.

Een eerlijk speelveld

De bedrijven pleiten niet tegen beton, maar voor een eerlijk speelveld. Principe is ‘beton waar biomaterialen nog niet kunnen, biomaterialen waar het nu gewoon kan’. Als collectief uit de bouwsector willen zij bijdragen een duurzamere wereld en zich niet laten vertragen door traditionele rekenmethodieken.

De deelnemende bedrijven vragen als marktpartijen dat politiek en beleidsmakers CO2-opslag meenemen in de huidige instrumenten die gebruikt worden voor de MPG berekening, zodat er een eerlijk speelveld ontstaat voor biobased materialen waardoor we een verduurzamingsslag kunnen maken.

Klik hier voor het manifest: Een eerlijk speelveld voor een duurzamer Nederland

Ondertekenaars
– AM
– Ballast Nedam
– BAM Wonen
– BPD
– Dijkstra Draisma
– Lingotto
– Orga Architectuur
– Paul de Ruiter Architects
– Plegt-Vos
– Schippers Architecten
– Team V Architectuur
– VORM
– Waal

Foto: initiatiefnemer Norbert Schotte, manager Innovatie & Duurzaamheid VORM Holding