Europese regeringsleiders werden het eind juli eens over de Europese meerjarenbegroting en een herstelfonds van 750 miljard euro. Het is essentieel dat deze miljarden een grote bijdrage leveren aan de transitie naar een duurzame economie en niet terechtkomen in de vervuilende delen van de economie.

De komende weken bespreken de EU-landen en het Europees Parlement de precieze voorwaarden die aan het herstelfonds verbonden worden. De voorstellen die eerder al verschenen schieten daarin tekort. Daarom dient GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout nu voorstellen in om het herstelfonds te vergroenen.

In het oorspronkelijke voorstel voor het herstelfonds van de Europese Commissie kunnen landen in grote mate zelf bepalen waarvoor ze het Europese herstelfonds gebruiken. Hoewel de digitale en groene transitie als specifieke prioriteiten genoemd worden, zijn er amper harde verplichtingen dat landen het geld echt duurzaam uitgeven. De drie rapporteurs, de Europarlementariërs die de onderhandelingen namens het Europees Parlement leiden, hebben dit gebrek nauwelijks verbeterd in hun voorstellen voor amendementen.

De onderhandelaars stellen voor om minimaal 30 procent van het herstelfonds te besteden aan de strijd tegen klimaatverandering zonder een duidelijke methodologie om dit te toetsen. De Europese Commissie berekende zelf dat minimaal 37 procent van het herstelfonds naar klimaat moet om te voldoen aan de belofte van regeringsleiders om 30 procent van de totale Europese begroting aan klimaat te besteden.

De voorstellen van GroenLinks

  1. Een harde verplichting dat minimaal de helft van de bijdrage uit het herstelfonds actief moet bijdragen aan duurzaamheid. Daarbij geldt:
    – Minimaal 40 procent wordt besteed aan het tegengaan en aanpassen aan klimaatverandering
    – Minimaal 10 procent wordt besteed aan biodiversiteit, circulaire economie en verbetering van lucht- en waterkwaliteit.
  2. Om er zeker te zijn dat landen daadwerkelijk bijdragen aan de duurzame doelen moeten ze voldoen aan een geloofwaardige methodologie om de duurzaamheid van uitgaven te toetsen. De Europese groene taxonomie is daarvoor het meest geschikte instrument. Deze taxonomie bepaalt welke economische activiteiten als duurzaam kunnen worden beschouwd en onder welke voorwaarden.
  3. De hervormingsplannen die landen moeten indienen in ruil voor financiële steun moeten in lijn zijn met het doel van het Parijsakkoord om de opwarming tot maximaal anderhalve graad Celsius te beperken.
  4. Een garantie dat het herstelgeld geen schade toebrengt aan het milieu. De Europese groene taxonomie bepaalt principes. Daarnaast wil GroenLinks een aantal economische activiteiten die niet verenigbaar zijn met de groene transitie specifiek uitsluiten, zoals fossiele brandstoffen of uitbreiding van luchthavens.
  5. Een ‘voldoende op groen’ is een voorwaarde voor steun. In het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie worden de herstelplannen van landen beoordeeld op een lange lijst criteria, waaronder hun bijdrage aan de digitale en groene transitie. Doordat de digitale en groene transitie op dezelfde hoop gegooid worden, kan een land dat goed scoort op digitaal en slecht op groen alsnog steun krijgen. GroenLinks wil dat duurzaamheid het belangrijkste criterium wordt voor de beoordeling. Zonder een voldoende, mag de Europese Commissie geen geld uitkeren.

Bas Eickhout, Europarlementariër en delegatieleider GroenLinks Europa

Dit artikel is eerder verschenen op de website van GroenLinks