Twee miljard euro. Dat is wat de overheid zegt maximaal te investeren in Tata Steel. Het is ook wat de meeste krantenkoppen melden. Maar wie de intentieverklaring doorneemt, ontdekt een ander verhaal. Vandaag publiceert SOMO in economenvakblad ESB een analyse waaruit blijkt dat de werkelijke kosten hoger liggen. Mocht het tot een definitieve overeenkomst komen, dan vereisen de huidige gestelde voorwaarden jaarlijks nog eens €375 tot €580 miljoen aan extra publieke middelen, tot minstens 2040.
Nederland wil in 2030 zijn klimaatdoelen halen, en de basisindustrie is daarin de lastigste sector. Daarom maakt de overheid een-op-een afspraken met grote gevestigde uitstoters om ze met subsidies sneller te laten verduurzamen – sneller dan waartoe het Europese Emissiehandelssysteem (ETS) ze dwingt. Die subsidies heten “maatwerksubsidies”.
Tata Steel is de grootste uitstoter in Nederland, verantwoordelijk voor 7,6 procent van de nationale CO₂-uitstoot. Zonder verduurzaming van het bedrijf moet de rest van Nederland compenseren met onevenredig zware maatregelen. Die positie geeft Tata Steel macht boven de overheid aan de onderhandelingstafel.
Vanuit die nadelige positie tekende minister van Klimaat en Groene Groei, Sophie Hermans, afgelopen september een intentieverklaring met Tata Steel. De boodschap was helder: de overheid maximeert haar bijdrage op €2 miljard. Het probleem hiermee is dat die voorstelling niet klopt, vanwege de voorwaarden die door Tata zijn uitonderhandeld. Verscholen in de intentieverklaring zitten drie opzeggronden en drie overheidsverplichtingen:
Opzeggronden – Tata Steel mag de deal opzeggen bij:
- Hogere netwerkkosten: transport van elektriciteit via het stroomnet.
- Een nationale CO₂-heffing: belasting op uitstoot om verduurzaming te versnellen, wat neerkomt op een vrijstelling voor Tata Steel.
- Strengere regels voor staalslakken: giftig bijproduct uit staalproductie dat géén afval mag worden.
Overheidsverplichtingen – De overheid is verplicht om het volgende te realiseren:
- Een Biomethaanmarkt: vergiste mest als vervanger voor fossiel gas.
- Infrastructuur voor het afvangen en opslaan van CO₂ (CCS) onder de grond
- Offshore windparken die direct aansluiten op Tata Steel.
Daarbij is het goed te vermelden dat de intentieverklaring nog geen definitieve overeenkomst is. Maar dit zijn wel voorwaarden waar, zoals Tata Steel zelf aangeeft in een reactie aan SOMO, er “(zicht op) een oplossing moet zijn” om tot een maatwerkovereenkomst te komen. Als deze voorwaarden terugkomen in de definitieve overeenkomst, creëren ze stilzwijgende garanties die jaarlijks honderden miljoenen kosten.
Hierbij is het belangrijk om te beseffen dat de geschatte jaarlijkse kosten van €375 tot €580 miljoen niet op zichzelf staan. Het is geld dat niet naar een duurzame economie gaat. Niet naar volkshuisvesting. Niet naar zorg of onderwijs.
Tata’s plan
Dus, wat is Tata Steel nou precies van plan? Volgens de intentieverklaring zal het verduurzamingsplan in twee fases verlopen. Tot 2030 vervangt het bedrijf een van de twee fossiele productielijnen door een kleinere lijn op gas. De productie van staal daalt met 19 procent; 49 procent draait dan op gas, 32 procent blijft op kolen. Vanaf 2032 komt daar CO₂-afvang bij en zou fossiel gas plaatsmaken voor biomethaan.
Pas vanaf 2037 wil Tata Steel volledig van kolen af. Hoe dat moet gebeuren is niet afgesproken.
Oorspronkelijk zou Tata overstappen op waterstof, maar die route is verlaten: het werd te duur. In hun huidige plan (met gas en biomethaan) worden de elektriciteitskosten weliswaar lager, maar er komen wel nieuwe kosten voor CCS-infrastructuur en biomethaan bij. De rekening verschuift daarbij het bedrijf naar de belastingbetaler.
De kosten
De grootste post is biomethaan: €195 tot €330 miljoen per jaar vanaf 2032. Tata Steel heeft 0,5 miljard kubieke meter nodig, anderhalf keer de huidige nationale productie. Omdat er nauwelijks een biomethaanmarkt bestaat, belooft de overheid deze te ontwikkelen én te subsidiëren zodat het bedrijf hiervoor niet meer betaalt dan voor fossiel gas. De complete opbouw van alle additionele kosten staan in de figuur hieronder.
Opgeteld: €375 tot €580 miljoen per jaar, tot minstens 2040, bovenop de eenmalige €2 miljard dus. En dan zijn de meerkosten voor staalslakken nog niet eens meegerekend. Bovendien is de biomethaanmarkt zo onzeker dat de subsidie hoger kan uitvallen dan hier neergezet. Ondanks die onzekerheden is de richting helder: de extra jaarlijkse lasten voor de Nederlandse staat lopen in de honderden miljoenen per jaar.
Precedentwerking
Dit gaat verder dan Tata Steel – deze deal zet een precedent voor het hele Nederlandse industriebeleid.
Als Tata Steel een uitzondering krijgt op de nationale CO₂-heffing, hoe legt een nieuw kabinet die heffing dan op aan andere bedrijven? Als de grootste vervuiler een laag nettarief krijgt, hoe vraagt de overheid andere bedrijven dan om hogere tarieven te accepteren?
Bij vergelijkbare tegemoetkomingen voor de rest van de industrie loopt de subsidie snel op tot €6 à €8 miljard per jaar.
De subsidiefuik
Los van de bedragen is er de structuur van de deal. Tata Steel heeft in een reactie aan SOMO aangegeven dat de voorwaarden nodig zijn voor een gezond vestigingsklimaat en dat de overheid alleen ‘redelijke inspanningen’ toezegt, geen verplichtingen. Die nuance is juridisch correct, maar mist het punt: zodra miljarden zijn geïnvesteerd, wordt het niet-leveren op de verplichtingen politiek onhoudbaar. En dat is een klassieke subsidiefuik.
Neem de biomethaanmarkt. Komt die niet van de grond, dan blijft Tata Steel afhankelijk van LNG-import. Door methaanlekkages in de keten wordt de CO₂-besparing grotendeels tenietgedaan. Maar na miljarden geïnvesteerd te hebben wordt doorinvesteren in biomethaan politiek onvermijdelijk, anders zijn zowel het geld als het klimaatdoel verloren.
Ook fase twee blijft vaag. De minister zegt dat er geen vervolgsubsidies nodig zijn, maar de huidige formulering in de intentieverklaring (‘as it currently stands’) houdt de deur open. Over de afronding moeten beide partijen ‘in goed vertrouwen’ overleggen, rekening houdend met de ‘redelijke belangen’ van het bedrijf. Doordat het kabinet zich nu verbindt aan Tata Steel, wordt het straks moeilijker om vervolgfinanciering af te wijzen of zelfstandig een verbod op kolenstaal in te stellen.
De subsidiefuik sluit zich: de overheid zit gevangen.
Wat is het alternatief?
Maatwerksubsidies zijn bedoeld om verduurzaming te versnellen. Maar bij Tata Steel is het zeer de vraag wat voor versnelling dit plan biedt. Onder het Europese emissiehandelssysteem moet de uitstoot van het bedrijf in 2040 netto nul zijn; dit plan bereikt dat met vijf jaar vertraging pas in 2045. Bovendien creëert het systeem al een businesscase: vanaf 2031 verdwijnt 78 procent van de gratis emissierechten, vanaf 2034 helemaal. De kosten van fossiele staalproductie stijgen dan zodanig dat verduurzaming economisch rationeel wordt.
Als het Europese emissiehandelssysteem werkt, wat rechtvaardigt dan de maatwerksubsidie?
Daarbij: waarom miljarden investeren voor staal in Nederland? Slechts 11 procent van de productie van Tata Steel gaat naar de Nederlandse maakindustrie. Via Europese aanbesteding kan Nederland die hoeveelheid strategisch inkopen én tegelijk waterstofstaalproductie stimuleren daar in Europa waar hernieuwbare energie goedkoop is. Het post-fossiele tijdperk vraagt om allocatie op basis van efficiëntie en duurzaamheid, niet op basis van fossiele infrastructuur uit het verleden.
Winsten privaat, kosten publiek
Als deze intentieverklaring definitief wordt, is dat een ongerechtvaardigd grote overdracht van risico en kosten van Tata Steel naar de Nederlandse samenleving. Het bedrijf krijgt substantiële toezeggingen en ontbindingsrechten. De overheid bindt zich aan infrastructuurinvesteringen en jaarlijkse subsidies zonder vergelijkbare waarborgen.
Winsten blijven privaat, kosten worden gesocialiseerd. Dit is het patroon dat SOMO wereldwijd waarneemt bij grote multinationals. De geschatte jaarlijkse kosten van €375 tot €580 miljoen zijn niet vrijwillig aangeboden. Ze zijn het resultaat van onderhandelingen waarin Tata Steel zijn positie als grootste uitstoter van Nederland heeft gebruikt om maximale publieke steun af te dwingen.
Het Tata-dossier is een lakmoesproef voor het nieuwe kabinet. Die keuze vereist op z’n minst transparantie over de werkelijke kosten.
Opmerking: Dit artikel is een samenvatting van het onderzoek dat door SOMO is uitgevoerd en gepubliceerd in het economenvakblad ESB. Het volledige artikel vindt u hier.
Reacties Tata Steel en het Ministerie van Klimaat en Groene Groei
Tata Steel heeft in een reactie aan SOMO aangegeven dat de voorwaarden nodig zijn voor een gezond vestigingsklimaat en dat de overheid alleen ‘redelijke inspanningen’ toezegt, en (nog) geen verplichtingen. Het Ministerie van Klimaat en Groene Groei benadrukt dat de opzeggronden formeel vervallen bij een definitieve maatwerkafspraak en dat de overheid zich nog nergens aan heeft gecommitteerd. De volledige reacties kunt u hier lezen.
Die nuances zijn juridisch correct (en verwerkt in het artikel), maar missen het punt. De vraag is niet wat de huidige verplichtingen zijn, maar wat de kosten worden als deze voorwaarden in de definitieve overeenkomst terugkomen. Dat Tata die voorwaarden nodig acht, bevestigt het bedrijf zelf in de reactie op dit artikel.
Bron: SOMO

