De overheid kan met haar euro 40 mrd die zij elk jaar te besteden heeft een flinke impuls geven aan duurzame ontwikkeling. Duurzaam inkoopbeleid wordt al jaren gezien als punt waarop overheden het goede voorbeeld zouden moeten geven.

Wiana Partakusuma, voorheen directeur inkoop bij het ministerie van Onderwijs, zal het programma leiden. De terugkeer van een programmadirectie laat zien dat de rijksoverheid nog een tandje bij- zet om de doelstelling van 2010 te halen. Vóór 2003 bestond er ook een programma Duurzaam Inkopen als een zelfstandig bureau.

Oktober is ook de maand waarin Stichting Natuur en Milieu, het Klimaatverbond, COS-Nederland, Milieudefensie en De Provinciale Milieufederaties weer een ‘Praktijkdag Duurzaam Inkopen’ organiseren. Woensdag 10 oktober is het al weer de tweede keer dat zo’n dag plaatsvindt. De eerste praktijdag was in oktober 2006.

Doel van de praktijkdag is om (overheids)inkopers, beleidsambtenaren, bestuurders, maatschappelijke organisaties en bedrijven ideeën en praktische handvatten te bieden om echt met duurzaam inkopen te beginnen.

Om gemeentelijke overheden op te jutten duurzaam in te kopen, hebben de milieuorganisaties een prijs opgezet: ‘de Benchmark Duurzaam Inkopen’. Die wordt woensdag uitgereikt aan een gemeente die het beste is met duurzaam inkopen. Vorig jaar stond bij de tussenstand Tilburg aan kop.

Over hoever de diverse overheden zijn met hun duurzaam inkopen zijn de meningen verdeeld. Begin dit jaar gaf het Voortgangsonderzoek Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen van het ministerie van Economische Zaken nog een somber beeld. Maar uit een rapportage ‘Duurzame Bedrijfsvoering Overheden’ van Vrom blijkt dat het ministerie van Landbouw en Binnenlandse Zaken al volledig duurzaam inkopen volgens de opgestelde criteria. Grote achterblijvers zijn de ministeries van Justitie en Onderwijs.

SenterNovem, een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, is verantwoordelijk voor de sociale en milieucriteria voor duurzaam inkopen. De ontwikkeling kost tijd. Niet alleen omdat de ministeries op zo veel verschillende terreinen actief zijn, maar ook omdat er nog steeds verschillen van mening bestaan over wat de norm zou moeten zijn.

SenterNovem heeft intussen twaalf productgroepen gedefinieerd en daar criteria voor opgesteld. Die productgroepen variëren van personeelsgerelateerde zaken tot stadsbeheer en van vervoer tot welzijn. Die laatste valt weer uiteen in bijvoorbeeld openbaar vervoer en uitvoering arbeidsmarktbeleid. In totaal moeten er eind 2008 voor 100 tot 130 productgroepen criteria ontwikkeld zijn.