Dinsdagmorgen 13 december. Het is feest in Mjorbe, een satellietdorpje van het ongeveer 70.000 inwoners tellende Korce, in het oosten van Albanië. De kinderen luisteren bij temperaturen rond het vriespunt naar de toespraken waarmee de heropening van hun school Haki Mborje wordt opgeluisterd. Ze krijgen -in sommige gevallen voor het eerst in hun leven- een ballon en een stuk taart.

De burgemeester, aannemer, architect en andere notabelen van het dorp staan op het balkon. “De school is de mooiste in de streek”, zegt een van hen trots.

Prestige is belangrijk. De Albanees hoopt dat de uitstraling van het pand invloed zal hebben op de omgeving en dat ook de leerlingen uit het grote Korce naar het kleine Mborje komen.

Achter de kinderen staan de ouders. Een groepje mannen kijkt toe. Ze hebben de tijd. De geregistreerde werkloosheid ligt rond de 17 procent, in werkelijkheid heeft ongeveer 30 procent van de bevolking geen regulier inkomen.

De sprekers worden af en toe onderbroken door een daverend applaus, geregisseerd door een van de leerkrachten. Maar hun geluid is evenmin te horen als de stroom uitvalt. Een regelmatig terugkerend verschijnsel in het straatarme land dat aan alles gebrek heeft en een belabberde energievoorziening kent. Een groot deel van de woningen in de directe omgeving is half ingestort, niet afgebouwd of vertoont tal van andere mankementen. De modderige wegen zitten vol gaten, kleinere straatjes zijn helemaal niet geasfalteerd.

Pishokje
Het was geen wonder dat manager projectontwikkeling Niels van Ginkel van VolkerWessels even moest slikken toen hij voor het eerst een kijkje nam in Mjorbe. Ook het schoolgebouw was er slecht aan toe. “Je kon door het plafond naar buiten kijken. Het dak stond op instorten. Een flink deel van het pand was in de loop der jaren in onbruik geraakt. Er werd in ploegen lesgegeven in een wat minder slechte vleugel.”

De jonge ingenieur was onder de indruk van de situatie, anderhalf jaar geleden. “Geen sanitair, de leerlingen moesten zich behelpen met een pishokje buiten. De leerkrachten deden bij kennissen in het dorp hun behoefte. Het houtwerk was verrot, hemelwater werd onvoldoende afgevoerd. Grote delen van de muren waren eveneens aan vervanging toe.”

Op initiatief van de adviseur van de raad van bestuur van VolkerWessels, ex-Tweede Kamerlid voor de RPF Leen van Dijke, besloot het bouwbedrijf de Albanezen de helpende hand te bieden.

“In het verleden zouden we de Stichting Dorcas Aid International een zak met geld gegeven hebben, maar wij willen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op een andere manier invullen”, aldus Van Dijke. Jong talent binnen het bedrijf, verenigd onder de naam Jong VolkerWessels, combineert volgens hem “samenwerking en kennismaking met maatschappelijke betrokkenheid.”

Vijftien leden van Jong VolkerWessels offerden vrije dagen op om in september vanuit Nederland aangevoerde kozijnen en dakplaten te monteren en een begin te maken met het schilderwerk. Ze verbaasden zich over de rommel op de bouwplaats en richten die in volgens Nederlandse maatstaven. “De Albanezen keken vreemd op, maar toen ze zagen dat de omgeving opknapte, begon een aantal van hen spontaan mee te doen.”

Orde en netheid en de daaruit voortvloeiende veiligheid werden een item rondom de school.

Onderhoud
Renoveren op een afstand van 2500 kilometer. Het resultaat is een mix van Nederlandse betrokkenheid en kwaliteit en eigen verantwoordelijkheid van de inwoners van Mborje. Enige aarzeling bestaat er aan de Nederlandse zijde over het onderhoud, omdat men in het land niet gewend is eigendommen in goede staat te houden. De vleugel waarin de laatste jaren les werd gegeven, is pas zeven jaar geleden gerenoveerd. Nu al zijn de ongeschilderde kozijnen grotendeels verrot. Het landklimaat met hoge temperaturen in de zomer en scherpe kou in de winter vergt veel van het materiaal.

“Er wordt hier alleen gerepareerd. Voor onderhoud is geen geld, maar arbeid is geen punt van discussie”, zo verklaart een deskundige van Dorcas de opstelling van de Albanezen. Om te voorkomen dat de vernieuwde vleugel hetzelfde lot ondergaat, hebben de leden van de werkgroep een onderhoudscontract afgesloten met alle betrokkenen. Via Dorcas zal de komende jaren de vinger aan de pols worden gehouden.

De renovatie kostte circa 170.000 euro. De werkgroep sprokkelde zelf geld bijeen. Ongeveer 27.000 euro kwam uit een sponsorfietstocht, andere medewerkers vervaardigden de kozijnen, maakten tekeningen en zetten hun schouders onder verschillende andere activiteiten. Topman Dik Wessels doneerde de 40.000 euro die hij bij zijn veertigjarig jubileum ontving. Dankzij een subsidie (50.000 euro) bleef de bijdrage van de onderneming beperkt tot circa 60.000 euro.

Dorcas kwam op verzoek van Van Dijke met het schoolproject op de proppen. De stichting leverde de plaatselijke contacten en informeerde de deelnemers over de wijze waarop het beste met de plaatselijke bevolking en een aannemer uit de buurt kon worden samengewerkt. Dorcas heeft een eigen medewerker in Korce.

Van Ginkel denkt dat deze samenwerking bepalend was voor het succes. “Je zit met cultuurverschillen, taalproblemen en er is geen echte regelgeving. Wij wilden bijvoorbeeld harde afspraken maken over de maatvoering, maar in Albanië wordt op de werkvloer vaak anders gebouwd als dat beter uitkomt. Die spanning moest je overbruggen door het vertrouwen van de bevolking te winnen.”

Samenleving
Van Dijke, die vorige week dinsdag het lint doorknipte, spreekt van een geslaagde project. Ook Dirk Jan Groot, algemeen directeur van Dorcas, is tevreden. Het was de eerste keer dat de hulpverleningsorganisatie op deze wijze de lokale bevolking en een bedrijf bij elkaar bracht. Voor Dorcas betekende het optreden van de Nederlandse bouwers niet dat er al snel tevreden achterover kon worden geleund. “Wij hebben veel geïnvesteerd in overleg met de medewerkers van VolkerWessels.”

Voor het concern zijn de ervaringen een reden om op de ingeslagen weg door te gaan, denkt Van Dijke. Het bouwbedrijf, dat 17.000 medewerkers telt, is in gesprek met de stichting African Parks. Deze stichting zet zich in voor het beheer en het onderhoud van een tiental nationale parken. Belangrijke doelstellingen zijn het bevorderen van onderlinge rust tussen de verschillende stammen en het behoud van talrijke kwetsbare diersoorten. “Wij hebben als netwerkbouwers verstand van radio- en telecommunicatie, van infrastructuur en volg- en verkeerssystemen. We kunnen hen helpen bij het overbruggen van enorme afstanden en metingen van het wildstandbeheer.”

Van Dijke verwacht dat het denken vanuit samenlevingsvraagstukken meer en meer de agenda van de onderneming zal bepalen. “Dat is een ontwikkeling die aanzienlijk is versterkt na de bouwfraude. Die heeft op de hele sector een enorme invloed gehad.”