Allerlei schandalen gooiden olie op het vuur van de rapportage-bereidheid. Als een onderneming veel werknemers in dienst heeft, er op veel plaatsen fabrieken op na houdt, onder veel soorten (politieke) regimes opereert, moet het een hels karwei zijn de gedragingen in een verslag vast te leggen. Niet alleen de veelheid van aspecten – waar het gaat om duurzaam ondernemingsgedrag – in beeld te brengen, maar vooral cijfermatig te onderbouwen en daarin, in de loop der jaren, systematiek aan te brengen. Ergens moet begonnen woren met meten: gewichten, energieverbruik, verpakkingsmateriaal, watergebruik, uitstootgassen, afval, gevaarlijke grondstoffen, menselijk gedrag en relaties met de directe omgevingen. Eenmaal een maatstaf vastgelegd is het zaak die consequent te blijven hanteren om controle op ‘vooruitgang’ (minder, minder) mogelijk te maken en houden. De onderneming kan dan pas jaarlijks aantonen (en door accountants controleerbaar maken) dat duurzamer is geopereerd.
Allemaal mooi en aardig. Hoe je ook de etalage volzet met duurzaamheids-verworvenheden, je blijft afval veroorzaken, energie verbruiken, gassen uitstoten, verpakkingen maken, water gebruiken enz. Ook al doe je dat ‘zuiniger’, en zeg je dat zelf. Wat ondernemingen nalaten is de schade die aan omgevingen worden berokkend zodanig te kwantificeren dat deze in het bedrijfsresultaat tot uitdrukking kan worden gebracht. Ik herinner mij dat Eckart Wintzen, toenmalig directeur van BSO/Origin (later opgenomen in Atos Origin), sinds 1990 jaarlijks een milieurapport publiceerde waarin die ‘schade’ was uitgetekend. Ook AME Research deed in haar jaarverslag in 1999 iets soortgelijks als BSO. Aangerichte schade uitdrukken in een bedrag per aandeel. Dus niet alleen vermindering van energie, water, verpakking, gewicht etcetera tot uitdrukking brengen, maar wat je daarna nog allemaal veroorzaakt. Geen eenvoudige opgave, maar wel ‘eerlijker’ ten opzichte van de samenleving.
Dus: hoeveel energie (elektra/gas) is gebruikt, hoeveel gebruik wordt gemaakt van privé- en openbaar vervoer (in kilometers), hoeveel afval wordt geproduceerd en CO, NOx, SO en CO uitgestoten. Voor de berekening ervan staan maatstaven ter beschikking of moeten schattingen plaatsvinden. Alles opgeteld en in geld uitgedrukt trek je daarvan af wat wordt betaald aan milieubelastingen (afvalverwerking, betalingen via gas-, water-, elektra-rekeningen, transport etc). Blijft over een ‘netto extracted value’ (netto veroorzaakte schade).
Gevolg is dat een bedrijfsresultaat dat zonder al die milieukosten een geflatteerd beeld geeft, er veel somberder uitziet dan men zou verwachten. Toen Philips in 1996 BSO/Origin overnam, is daarna gestopt met het publiceren van die – ook waardevolle – gegevens. Of omdat het niet in te passen viel in de eigen (corporate) berichtgeving òf omdat het – vooralsnog – te ingewikkeld is wereldwijd een dergelijke rapportage op te zetten. Toch jammer.