De boodschap is onderhand wel bekend: investeren in de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt is goed voor bedrijven én goed voor de samenleving. Ondernemingen met meer vrouwen aan de top en op de werkvloer, met eerlijke en gelijke arbeidsvoorwaarden, presteren beter. De business case voor gendergelijkheid is de afgelopen jaren alleen maar sterker geworden, zoals onlangs nog eens werd bevestigd door het World Economic Forum (1) .
De praktijk blijkt een stuk weerbarstiger. Nederlandse internationaal opererende bedrijven doen nog te weinig om genderongelijkheid op de eigen werkvloer en in hun productieketen uit te roeien, zo blijkt uit het rapport Investing in Girls & Women: a Good Business dat ontwikkelingsorganisatie Plan Nederland en Partnering for Social Impact op 27 oktober 2017 presenteerden tijdens het Accenture Innovation Awards evenement. Hoewel bedrijven zich steeds meer bewust zijn van de omvang en de ernst van vrouwenrechtenschendingen in hun productieketens, vinden ze het vaak nog lastig om die
openlijk te benoemen én aan te pakken.
Toegegeven, het is niet eenvoudig. Bedrijven, vaak onderdeel van mondiale productieketens, hebben te maken met lokale toeleveranciers in ontwikkelingslanden. Het is moeilijk om goed inzicht te krijgen in de arbeidsomstandigheden van lokale fabrieken en onderaannemers. Daarnaast kent genderongelijkheid op de werkvloer vele vormen. Het gaat om meer dan ongelijke beloning van vrouwen ten opzichte van mannen. Vrouwen worden benadeeld omdat ze minder kans maken op promotie, vaker slachtoffer zijn van geweld en seksuele intimidatie, langere werkdagen moeten maken (en die moeten zien te combineren met hun zorgtaken) en zich minder makkelijk kunnen aansluiten bij een vakbond.
Ondanks deze complexiteit slaagt een aantal bedrijven er wel degelijk in om discriminatie van vrouwen in hun productieketen aan te pakken. Het rapport geeft hier duidelijke voorbeelden van. Bedrijven die genderongelijkheid echt willen uitbannen moeten rekening houden met negen dimensies van genderongelijkheid, variërend van salaris, opleidingsmogelijkheden en
arbeidsvoorwaarden, tot veiligheid en het lidmaatschap van vakbonden.
Naast voorbeelden, tools ter inspiratie en concrete tips, geeft het rapport drie aanbevelingen. Allereerst is het van belang voor bedrijven om het probleem van genderongelijkheid integraal te benaderen. Simpel gezegd: alleen zorgen voor aparte toiletten voor vrouwen is niet voldoende. Een effectieve aanpak vraagt om een gedegen analyse van alle negen dimensies, zowel in het eigen bedrijf als bij de ketenpartners. Dit hoeft niet allemaal tegelijk. Op basis van een goede analyse kan elk bedrijf bepalen waar de meeste winst te behalen valt. Prioriteiten stellen dus.
Ten tweede: bedrijven kunnen dit niet alleen. Er zijn verschillende belanghebbenden: overheden, vakbonden, NGO’s zoals Plan, die bedrijven hierbij kunnen ondersteunen. Het is belangrijk om samen te werken en af te stemmen, vooral met vertegenwoordigers van vrouwelijke werknemers en ondernemers zelf.
Tenslotte is het van belang om deze samenwerking ook lokaal verder vorm te geven en te versterken. Tot nu toe zijn de gesprekken tussen Nederlandse bedrijven, overheid en maatschappelijke organisaties vooral een Nederlandse aangelegenheid gebleven. Sterke betrokkenheid van lokale stakeholders, van de textielsector in Dhaka tot de bloementeelt in Ethiopie, zal de duurzaamheid van multistakeholder initiatieven ten goede komen. Juist op die plekken waar samenwerking tussen betrokken partijen nog afwezig is, kan de Nederlandse traditie en ervaring in sociaal overleg goed van pas komen.
Het bewijs is overweldigend. Door genderongelijkheid aan te pakken wint iedereen. Het rapport van Plan Nederland en Partnering for Social Impact toont nog eens aan dat gebrek aan kennis over effectieve maatregelen tegen gender ongelijkheid geen argument meer kan zijn voor bedrijven om niks te doen. Om met Dante Pesce te spreken, lid van de UN Working Group on Business and Human Rights, “When you say you don’t know, I say you haven’t tried. Or you haven’t tried hard enough. Just try harder”.
Jos van Heijningen (Plan Nederland) en Machteld Ooijens (Partnering for Social Impact)
1) Global Gender Gap Report 2017