Steeds meer zakelijke kilometers worden elektrisch gereden, maar toch blijft de benzineauto voorlopig nog bovenaan staan. Er zit dus wel beweging in, maar het gaat allemaal net wat trager dan sommigen hadden gehoopt.
Elektrisch rijden groeit stevig door
Volgens cijfers van het CBS werd er in 2023 ruim 5,9 miljard kilometer volledig elektrisch gereden. Dat is flink meer dan de 3,6 miljard kilometer die zakelijke rijders in een dieselauto aflegden. Inmiddels wordt bijna een kwart van alle zakelijke kilometers elektrisch gereden, inclusief plug-in hybrides. Wie een zakelijke autoverzekering heeft, merkt ook dat de markt zich aanpast. Steeds meer verzekeraars bieden specifieke dekkingen aan voor elektrische auto’s, van accu tot laadkabel. Zeker handig om even in te duiken als er wordt overwogen over te stappen. Ook op parkeerterreinen zie je het verschil terug. In 2023 stond ongeveer 15 procent van de auto’s op klantlocaties aan de laadpaal. In 2024 is dat al iets gestegen naar 16 procent. Het lijkt misschien niet spectaculair, maar het toont wel aan dat de groei gestaag doorgaat.
Waarom elektrisch zo aantrekkelijk is
De populariteit van elektrisch rijden heeft natuurlijk niet alleen met milieu of imago te maken. De overheid heeft het jarenlang aantrekkelijk gemaakt met allerlei regelingen. Lagere bijtelling, MIA- en Vamil-regelingen, geen aanschafbelasting en geen wegenbelasting in 2024 maken elektrisch rijden gewoon een stuk voordeliger. JW verzekeringen merkt in hun adviesgesprekken ook dat dit financiële plaatje voor veel ondernemers de doorslag geeft. Zeker als ze plannen maken voor de langere termijn. Vanaf 2025 mogen gemeenten zelfs bepaalde zones aanwijzen waar vervuilende bestelbusjes en vrachtwagens helemaal niet meer mogen rijden. Geen elektrische aandrijving betekent dan simpelweg geen toegang.
Benzineauto blijft voorlopig populair
Toch is de benzineauto nog altijd de favoriet, ook voor zakelijke ritten. Het aantal gereden kilometers in een benzineauto is sinds 2018 zelfs met meer dan de helft toegenomen. Gemiddeld wordt 54 procent van de zakelijke kilometers nog steeds in een benzineauto gereden. Veel mensen blijven twijfelen over de overstap vanwege de actieradius of het gebrek aan laadmogelijkheden. Het voelt soms nog een beetje als gedoe. Zeker als er onderweg gezocht moet worden naar een laadpaal of als het thuis niet te regelen is.
Fiscale voordelen verdwijnen langzaam
De overheid draait inmiddels wel wat aan de knoppen. Zo gaat de bijtelling voor zakelijke elektrische auto’s de komende jaren omhoog. In 2025 betaal je nog 17 procent over de eerste 30.000 euro en 22 procent over alles daarboven. Maar vanaf 2026 geldt die 22 procent voor de hele fiscale waarde van de auto. Het wordt dus allemaal wat minder voordelig. De verplichting om alleen nog elektrische leaseauto’s aan te bieden vanaf 2025 is ook van tafel. Voor sommige werkgevers is dat reden genoeg om het nog even uit te stellen.
Toch blijven bedrijven voorbereiden op de toekomst
Ondanks dat het financieel allemaal iets minder aantrekkelijk wordt, kijken veel bedrijven alvast vooruit. Vanaf 2035 mogen er in Europa geen nieuwe benzine- of dieselauto’s meer worden verkocht. Dat klinkt nog ver weg, maar voor een bedrijf met een grote leasevloot is dat dichterbij dan het lijkt. Wie nu al keuzes maakt, is straks niet ineens aan het puzzelen met contracten, levertijden en wetgeving.
Opladen op kantoor, maar dan slimmer
Meer elektrische auto’s betekent ook dat er vaker geladen moet worden op kantoor. Alleen extra laadpalen plaatsen is lang niet altijd een optie. Ze zijn duur, het duurt even voor ze geplaatst zijn en het stroomnet zit op veel plekken al aardig vol. Daarom is het handig om de laadpalen die er al staan beter te benutten. Met laadpaalmanagement kunnen medewerkers bijvoorbeeld vooraf een laadpaal reserveren. Dat voorkomt frustratie bij aankomst en geeft inzicht in hoe intensief de palen echt worden gebruikt. Het is dus niet altijd nodig om uit te breiden. Soms is slimmer omgaan met wat

