Vrijwel iedereen kent Airbnb, Spotify en Uber als voorbeelden van de “deeleconomie”. Maar hoort delen nu wel of niet bij de “circulaire economie”? Deelplatforms kunnen het gebruik van grondstoffen sterk terugbrengen. Overheden moeten deelplatforms stimuleren en reguleren als onderdeel van de circulaire economie en ophouden ze tegen te werken of zelfs te verbieden.  Arthur ten Wolde (eigenaar van Circular Future) heeft hierover een duidelijke visie.

Deeleconomie of circulaire economie?

Veel mensen hebben gehoord van de deeleconomie. Vrijwel iedereen kent de voorbeelden van Airbnb, Spotify en Uber. En ook de term “circulaire economie” wordt steeds bekender, zeker nu het Kabinet een ambitieus plan heeft gelanceerd om deze aan te jagen met een Rijksbreed programma en een Grondstoffenakkoord. Maar hoort de deeleconomie nu wel of niet bij de circulaire economie? Of gaat die alleen over recycling?

De deeleconomie gaat over het delen van o.a. goederen, diensten, ruimte en mobiliteit. De kerngedachte is dat we onze ‘assets’ (van rugzak tot bedrijfsmaterieel) zoveel beter kunnen benutten dat dit een hele nieuwe economie mogelijk maakt. Er vallen deelplatforms onder met verschillende organisatievormen zoals peer-to-peer (Airbnb, Uber), coöperaties (Peerby), peer-to-business-to-peer (ParkFlyRent), business-to-business (Floow2) en alle mogelijke handelsvormen (kopen, huren, lenen, geven, ruilen, delen). Succesvolle deelplatforms gebruiken via webtechnologie een disruptief verdienmodel dat de gevestigde orde van bijv. taxi’s en hotels hevig beconcurreert. Taxichauffeurs over de hele wereld hebben geprotesteerd tegen Uber omdat deze mensen vervoert zonder te betalen voor een vergunning. In reactie heeft Berlijn Uber en Airbnb verboden.

Veel discussies over circulaire economie gaan . Maar eigenlijk gaat circulaire economie vooral over het voorkómen van afval in het milieu. Dit kan door o.a. levensduurverlenging, beter onderhoud, reparatie en hergebruik van producten en materialen. Dit alles vraagt om ketengericht herontwerp van diensten en de productie, distributie en inzameling van goederen.

Het delen van goederen kan hier zeker aan bijdragen. Er zijn veel goederen die ‘stilliggen’ en vroeger of later weggegooid worden terwijl slechts een fractie van het mogelijk aantal gebruiksuren benut is. Een boormachine bijvoorbeeld wordt gemiddeld 45 uur gebruikt gedurende zijn levensduur. Als materialen twee keer worden gerecycled heb je ruwweg drie keer minder ruwe grondstoffen nodig. Maar als je via bijv. Peerby een boormachine deelt, scheelt dit ruwweg een factor vijf. Zes huishoudens kunnen namelijk met één boormachine toe: vijf boormachines hoeven dan niet geproduceerd te worden. De Europese gastverblijven van Airbnb produceren volgens henzelf ruwweg 0-30% minder afval, gebruiken 50% minder water en stoten 90% minder CO2 uit dan hotels. Kanttekening is wel dat ze hele straten hebben overgenomen, waarbij de bewoners verhuisd zijn en deze positieve effecten teniet zijn gedaan.

Een extra voordeel van delen is dat je de meeste materialen niet eindeloos kunt recyclen zoals glas en metaal, maar wel delen. Kunststof composieten bijvoorbeeld eindigen vaak na eerste gebruik in de verbrandingsoven.

Vanuit het perspectief van vermindering van grondstofverbruik en afval is “delen” dus supercirculair. Het levert nieuwe werkgelegenheid, inkomsten en  economische stabiliteit op  en vormt mogelijk de grootste sprong richting een circulaire economie. Dat het Rijksbrede Programma circulaire economie “delen” meeneemt is daarom zeer positief.

Overheden elders zien dit echter nog onvoldoende in. Afgelopen zomer werkte de Europese Commissie aan de herziening van de Dienstenrichtlijn voor deelplatforms én tegelijkertijd werd er gewerkt aan de uitwerking van het Circulaire Economie Pakket – zonder naar elkaar te verwijzen. Eurocommissaris Katainen heeft dit gemis inmiddels via Twitter onderkend. Vanuit het belang van het aanjagen van een circulaire economie verdient het aanbeveling om deelplatforms in het algemeen te bevorderen. Dat kan via prikkels zoals producentenverantwoordelijkheid, circulair aanbesteden en minimumeisen voor circulair ontwerp.

Overheden zouden deelplatforms moeten reguleren en stimuleren en moeten stoppen met het tegenwerken ervan. Nieuwe regulering is nodig rond eenmalige tegemoetkomingen aan bijvoorbeeld gedupeerde taxichauffeurs en het aanpakken van enkele bezwaren die ook aan deelplatforms kleven. Zo kan het verdienmodel leiden tot economische uitbuiting van degenen die hun goederen delen en is vaak nog onduidelijk wie waarover belasting moet betalen.

Het zou helpen als de EU een doelstelling voor het percentage goederen via deelplatforms zou stellen naast die voor recycling. Voor bijvoorbeeld autodelen zou stimulering een doorbraak kunnen betekenen, waar het nu ook na twintig jaar het private (ongedeelde) autobezit nog niet noemenswaard heeft teruggedrongen. Stimulering zou ook ruimte kunnen bieden aan innovaties die volgen uit schaalvergroting en internationaal kunnen aanslaan en een impuls geven aan een sector, zoals Airbnb een impuls heeft gegeven aan toerisme.

Van belang is dat delen en circulariteit aan elkaar worden geknoopt en deelplatforms worden gestimuleerd. Uber en Airbnb zijn pas het begin van een zee aan mogelijkheden om te delen.

Arthur ten Wolde is eigenaar van Circular Future, expert Circulaire Economie voor De Groene Zaak en lid van Coöperatie Amsterdam Resilience Collective (Coop ARC). Hij werkt sinds 2013 aan circulaire economie als lobbyist voor duurzaam bedrijfsleven en adviseur van bedrijven en gemeenten, daarvoor als adviseur duurzaamheid. Zijn focus ligt op overheidsbeleid en nieuwe verdienmodellen. Hij is (co)auteur van tientallen publicaties en veelgevraagd spreker in Europa.