Ongeveer 2,5 miljoen werknemers in de Indiase leerindustrie werken onder vaak onaanvaardbare arbeidsomstandigheden. Hun mensenrechten worden geschonden en hun werk heeft ernstige gevolgen voor hun gezondheid. Giftige chemicaliën in leerlooierijen hebben vaak een zeer negatieve invloed op de gezondheid van de werknemers. Minder bekend zijn de vele arbeids- en andere mensenrechtenkwesties in de leerindustrie, zoals lonen onder het vastgestelde minimum, kinderarbeid, uitbuiting van thuiswerkers, problemen bij het zich organiseren in vakbonden en de discriminatie van Dalits (‘kastelozen’).

‘Do leather workers matter?’

Dit is in het kort de positie van leerbewerkers die gedetailleerd wordt beschreven in het rapport: : ‘Do leather workers matter? Violating labour rights and environmental norms in India’s leather production’ (‘Doen leerarbeiders ertoe? Schending van arbeidsrechten en milieunormen in India’s leeerproductie’).
Het rapport onderzoekt de arbeidsomstandigheden in de leerindustrie die deel uitmaken van de diepgewortelde sociale ongelijkheid in de Indiase samenleving. Daarbij spelen kastendiscriminatie en de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen een grote rol.

Dalits (‘kastelozen’) en moslims vormen de meerderheid van de werknemers in de leerindustrie. De lage lonen van de Dalit-leerarbeiders komen overeen met hun lage kastestatus en het stigma van hun werk in de leerindustrie: vies en vervuilend. Zo is in Tamil Nadu het officiële minimumloon begin 2016 voor leerarbeiders nog geen 2 euro per dag, minder dan de helft van het officiële loon van een leerling-arbeider  in de textielindustrie. Vaak wordt dit minimumloon niet eens betaald.

Vrouwelijke thuiswerkers, verantwoordelijk voor een arbeidsintensief deel van de schoenenproductie, behoren ook tot de werknemers met het meest onzekere werk. Ze verrichten onbeschermde arbeid, ontvangen schamele lonen en werken onder onveilige omstandigheden. Bovendien zijn kinderen vaak betrokken in de leerproductie in India, vooral in het ongeorganiseerde deel van de sector, werkend in kleinere leerlooierijen en werkplaatsen.

Reacties van schoen- en kledingmerken

Een breed scala aan grote merken betrekt zijn schoeisel, lederen kleding, lederwaren en accessoires uit India, waaronder H&M, C&A, Primark, Armani, ECCO, Esprit, Tommy Hilfiger, Zara, Mango, Walmart, Gabor, PUMA, Pentland, Prada en Marks & Spencer. Het rapport kijkt niet specifiek naar de toeleveringsketens van de afzonderlijke bedrijven, maar schetst meer in het algemeen de mensenrechtenschendingen in de leer- en lederwarenproductie in India.

India is ’s werelds op een na grootste producent van schoenen en lederen kleding. De schoenensector in India is gespecialiseerd in schoenen in het midden- en hogere prijssegment, met name herenschoenen. Bijna 90% van de schoenenexport van India gaat naar de Europese Unie.

Een conceptversie van dit rapport werd gedeeld met een groot aantal bedrijven en MVO-initiatieven. In een gezamenlijke verklaring schreven 12 bedrijven die lid zijn van het Ethical Trading Initiative (UK) het LIW-rapport verwelkomen en ‘de betreffende problemen in de leder-toeleveringsketen herkennen’. Zij zeiden ook het erover eens te zijn dat ‘er behoefte is aan een gezamenlijke reactie op deze problemen’, en ze ‘streven naar het werken aan de ontwikkeling van een strategisch antwoord op de problemen in de leer-toeleveringsketen, samen met internationale en nationale belanghebbenden’.

In totaal hebben 19 bedrijven, waaronder de 12 ETI-leden zoals C&A, H&M, Primark, Inditex, Marks & Spencer, Next, Tesco, Sainsbury en Pentland, op het rapport gereageerd evenals de internationale Leather Working Group en MVO Nederland. De meeste bedrijven erkennen de urgentie om de in het rapport beschreven problemen aan te pakken. Een aantal van hen deed concrete toezeggingen om de negatieve gevolgen voor de mensenrechten en het milieu in hun toeleveringsketen te bestrijden.