Kinderarbeid in de Indiase katoenzaadteelt onder de 14 jaar is nog steeds een heel groot probleem maar is door initiatieven van overheid, bedrijven en lokale organisaties met 25% afgenomen. Waar kinderarbeid goeddeels is uitgebannen, bijvoorbeeld door het werk van de lokale organisatie MV Foundation, zijn de lonen van de volwassenen vaak flink gestegen.

Meestal wordt echter het officiële minimumloon – meestal bijna twee euro per dag – bij lange na niet betaald. Vrouwen verdienen 50 tot 60% minder dan mannen, kinderen nog veel minder.

Dit zijn enkele belangrijke uitkomsten van twee nieuwe veldonderzoeken die vandaag zijn gepubliceerd door de Landelijke India Werkgroep (LIW), het Amerikaanse International Labor Rights Forum (ILRF) en de campagne ‘Stop Kinderarbeid – School, de beste werkplaats’. Meer dan 90% van de totale Indiase katoen- en groentezaad productie is onderzocht in de deelstaten Gujarat, Andhra Pradesh, Karnataka en Tamil Nadu voor katoenzaad en Maharashtra, Gujarat en Karnataka voor tomaat-, peper-, okra- en auberginezaden.

Bij Bayer en Monsanto is, vaak mede onder druk van lokale organisaties als de MV Foundation, het aandeel van kinderarbeid op het aantal arbeiders bij leveranciers in Andhra Pradesh gedaald van 53% in 2003-4 tot minder dan 3% in 2009-10. Het Nederlandse Nunhems – een Bayer-dochter – heeft goede resultaten geboekt in bestrijding van kinderarbeid in de teelt van groentezaden.

Echter, de multinationals DuPont, Dow AgroSciences, US Agri en de Nederlandse bedrijven Bejo Sheetal (dochter van Bejo Zaden) en Advanta (dochter van United Phosphorus) en alle grote Indiase zaadbedrijven, hebben nog niets gedaan dat zichtbaar tot minder kinderarbeid heeft geleid.

Het rapport laat ook zien dat een aantal grote zaadbedrijven hun uitbestede productie verhuizen en naar afgelegen gebieden, waar goedkope arbeidskrachten gemakkelijk zijn te vinden en de aandacht voor kinderarbeid minder is. Commerciële boeren trekken zich geleidelijk terug uit de zaadteelt omdat hun hogere loonkosten voor volwassenen niet voldoende worden gecompenseerd door de grote zaadbedrijven.

Het rapport gaat ook in op discriminatie op basis van gender (m/v) en kaste. Ongeveer driekwart van het werk wordt gedaan door vrouwen en meisjes. Vrouwen krijgen niet alleen veel minder betaald maar maken vaak ook langere dagen. Het meeste werk op de velden wordt gedaan door Dalits (‘onaanraakbaren’) en Adivasi (tribalen). Dalits worden regelmatig door werkgevers slecht behandeld en uitgescholden. Vaak wordt van hen verwacht dat ze extra schoonmaakwerk doen.

De LIW, ILRF en de campagne Stop Kinderarbeid doen een sterk beroep op de betrokken bedrijven, de Nederlandse regering, de ILO en de EU om kinderarbeid en arbeidsrechtenschendingen in de Indiase zaadteelt met grote urgentie aan te pakken dan wel indringend aan de orde te stellen. Zij worden de komende tijd actief benaderd.

U kunt de rapporten hier vinden: http://www.indianet.nl/ en http://www.stopkinderarbeid.nl/