De klimaatdoelen die eind 2015 tijdens de klimaattop in Parijs zijn afgesproken, vragen om een drastische aanpassing van onze economie, zo blijkt uit een recent studie van CE Delft. Onze huidige producten, machines en productiewijze voldoen niet aan de toekomstige vraag vanuit een koolstofarme economie en dat zal gepaard gaan met enorme des-investeringen en versnelde afschrijvingen in de fossiele economie. De economische waarde van ‘fossiele’ investeringen zullen krimpen op een manier die doet denken aan de razendsnelle ineenstorting van de Oost-Europese economieën na de val van de Muur in 1989.

Jaarlijks 2% BNP aan investeringen
De gevolgen van een voorgenomen 80-95% CO2 reductie in 2050 zijn door CE Delft doorgerekend in de studie ‘Investment challenges of a transition to a low-carbon economy in Europe’. Daaruit blijkt dat er jaarlijks investeringen in CO2-reductie nodig zijn tot wel 2% van het BNP van de Europese Unie. Dat is jaarlijks vijf keer zoveel als in 2013 werd geïnvesteerd in CO2-besparing- en reductie. CE Delft schetst vier manieren om die enorme investeringen mogelijk te maken:

CO2 prijs met sprongen omhoog
Om investeerders voor deze enorme transitie te interesseren is nu al een CO2-prijs van 40 euro per ton nodig (is nu € 6) en een verdere stijging naar 100 euro per ton in 2030 en 250 euro in 2050. Zo’n hoge prijs voor CO2 zal tot enorme verschuivingen van de vraag naar producten en diensten leiden waardoor bestaande investeringen versneld afgeschreven moeten worden (denk aan fossiele infrastructuur, wagenparken, gebouwen, machines en productieprocessen). En het maakt investeringen in nu nog dure technieken, zoals carbon capture and storage (CCS) rendabel. Het betekent ook dat de CO2-prijs in ieder product en dienst verdisconteerd moet zijn.

Koolstofbelasting op producten

Om eerlijke concurrentie op de Europese markt te garanderen zou er een systeem van bruto toegevoegde koolstofbelasting kunnen worden ingevoerd op producten en diensten, zowel van binnen als buiten de EU. Deze trekt het concurrentieverschil tussen bedrijven binnen en buiten het EU-ETS gelijk. Deze koolstofbelasting kan werken zoals de huidige BTW, waardoor een gelijk speelveld voor bedrijven en dienstverleners van binnen en buiten de EU wordt gecreëerd.

Bestaande investeringen versneld afschrijven
De benodigde investeringen zullen alleen plaatsvinden als de huidige investeringen in fossiele industrieën hun winstgevendheid verliezen. In de Oost-Europese landen na 1989 maakte de totale instorting van de lokale valuta’s de bestaande activa vrijwel waardeloos geworden. De overgang naar een koolstofarme economie heeft een vergelijkbaar mechanisme nodig om een versnelde afschrijving van de huidige investeringen te realiseren. Het beste middel is een snel stijgende koolstofprijs die doorwerkt in alle producten en diensten. Daarnaast kan het nodig zijn om een herstructureringsplan op te stellen voor gebieden die nu heel erg leunen op werkgelegenheid in de fossiele industrie.

Groene groei
De gigantische investeringen in de CO2-arme economie zijn niet alleen maar kosten voor de samenleving, maar leiden ook tot economische groei. Euro’s stromen bijv. niet naar olie- en gaslanden maar naar hernieuwbare energie. En koolstofbelasting op producten van buiten de EU versterkt de groene concurrentiepositie van Europa.
———–
De studie is verricht in opdracht van de European Climate Foundation.