Het Klimaatakkoord is een belangrijke stap dichterbij gekomen. Alle partijen die afgelopen maanden hebben meegewerkt, onderschrijven het Voorstel voor hoofdlijnen van het Klimaatakkoord. Het is nu aan het kabinet en de Tweede Kamer om met richtinggevende keuzes te komen. Daarna kunnen de partijen de hoofdlijnen uitwerken in concrete en bindende afspraken. Als het tempo erin blijft, ligt er eind dit jaar een akkoord met handtekeningen. 

De industrie zet in op efficiëntere processen en efficiënt gebruik van warmte. Ook vervangt schone stroom op termijn fossiele brandstof als energiebron. Daarnaast worden grondstoffen hergebruikt of vervangen door duurzame grondstoffen. Zo wordt de industrie toekomstbestendig. Deze omschakeling kost tijd en geld. Ondergrondse opslag van CO2 is nodig om in 2030 genoeg CO2 uit de lucht te houden. Dat is meteen een opstap om later CO2 als grondstof te kunnen hergebruiken. De industrie investeert zelf in de ombouw, maar heeft ook een bijdrage van de overheid nodig. Daarmee kan de omschakeling op gang komen zonder dat de fabrieken zich internationaal uit de markt prijzen.

Bedrijven en organisaties in de sector Industrie willen de uitstoot van het broeikasgas CO2 verminderen: 14,3 miljard kilogram minder in 2030. De ambitie is een bloeiende, circulaire en mondiaal toonaangevende industrie, waar de uitstoot van broeikasgassen in 2050 zelfs bijna nul is. Waar uit biomassa, CO2 en reststromen de grondstoffen worden gehaald voor onder andere de chemie en de brandstoffen voor de lucht- en zeevaart.

Grote thema’s aan de sectortafel Industrie zijn proces efficiency en warmtegebruik, elektrificatie en circulair gebruik van grondstoffen. Het afvangen en opslaan van CO2 (Carbon Capture and Storage – CCS) is noodzakelijk als tussenoplossing om de doelen voor 2030 te halen, maar is ook een opmaat naar het hergebruik van koolstof in de circulaire economie (Carbon Capture and Usage – CCU). Met behulp van innovatie en pilots wordt geïnvesteerd in technologieën zoals groene waterstof, CCU, bioraffinage en warmtepompen, die na 2030 een belangrijke rol gaan spelen.