Gebruikte artikelen zoals bijvoorbeeld printercartridges of tablets worden steeds vaker hersteld of vernieuwd om vervolgens verkocht te worden tegen een lagere prijs dan het gloednieuwe product. Bedrijven kunnen deze zogenoemde ‘refurbishing’ beter aan de concurrent overlaten dan dit zelf ter hand te nemen, stelt Koert van Ittersum, hoogleraar marketing aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij stelde vast dat consumenten het nieuwe product minder waarderen wanneer de producent zelf ook tweedehands versies aanbiedt. Als daarentegen een concurrent het tweedehands product vernieuwt en verkoopt, stijgt de waardering voor het oorspronkelijke nieuwe product.

Van Ittersum en collega-onderzoekers Vishal Agrawal (Georgetown University, Washington) en Atalay Atasu (Georgia Institute of Technology, Atlanta) publiceren deze onderzoeksresultaten in het artikel ‘Remanufacturing, Third-Party Competition, and Consumers’ Perceived Value of New Products’, dat is verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift Management Science.

Schadelijk voor de verkoop

‘Consumenten danken producten zoals mobiele telefoons of gps-systemen steeds sneller af, terwijl de restwaarde van oude producten hoog kan zijn’, zegt Van Ittersum. ‘Bedrijven kunnen daarvan profiteren, maar de vraag is dan hoe je dat winstgevend kunt doen en zonder de verkoop van je nieuwe producten te schaden. Je kunt je bijvoorbeeld voorstellen dat de consument het verschil tussen de producten niet goed snapt of twijfels krijgt over de kwaliteit.’

De onderzoekers keken in een aantal gedragsexperimenten wat het effect is van het bestaan van ‘refurbished’ producten. Van Ittersum: ‘Het blijkt dat wanneer de oorspronkelijke producent de refurbished producten verkoopt, dat dit de waardering van consumenten voor het nieuwe product wel tot 8 procent kan verminderen. Als een derde partij deze refurbishing en verkoop echter op zich neemt, kan dit leiden tot zo’n 7 procent méér waardering voor het nieuwe product. En dat laatste betekent meer winst voor de oorspronkelijke producent.’

Prijsverschil niet begrepen

Er is een aantal mogelijke verklaringen voor dit verschil. Van Ittersum: ‘Wanneer een bedrijf zowel nieuwe producten als ‘refurbished’ versies maakt en verkoopt, ziet de consument beide versies als vergelijkbare producten, waardoor het prijsverschil niet wordt begrepen. Daarnaast ontstaan er twijfels over de kwaliteit omdat het bedrijf klaarblijkelijk veel niet-functionerende producten in bezit heeft. Dit alles zorgt dat de waardering voor het nieuwe product daalt. Als echter een concurrerende partij de vernieuwing op zich neemt, ziet de consument een duidelijk verschil tussen de twee versies. De vernieuwing van het product is immers niet gedaan door de gespecialiseerde oorspronkelijke producent, en zal daarom volgens de consument niet zo goed kunnen zijn als een nieuwe versie.’