Ondernemers verschillen van elkaar voor wat betreft het al dan niet investeren in duurzame energiemaatregelen. Het gericht inspelen op hun drijfveren en barrières biedt kansen om de verduurzaming van bedrijventerreinen te versnellen. Op basis van een vragenlijstonderzoek onder een groep ondernemers zijn persona’s (typen ondernemers) opgesteld die daarbij kunnen helpen.

Op bedrijventerreinen valt veel energiewinst te behalen. Op kleine en middelgrote bedrijventerreinen zonder zware industrie wordt 170 PJ gebruikt. Dit is 6 procent van het totale Nederlandse energiegebruik. Uit ervaring blijkt dat op rendabele wijze 30 tot 40 procent energiebesparing kan worden gerealiseerd. Daarnaast zijn er op bedrijventerreinen veel mogelijkheden voor het opwekken van duurzame energie (door middel van windmolens, zonnepanelen of biomassa). Het percentage opwekking van duurzame energie op bedrijventerreinen loopt sterk uiteen en is gemiddeld nog laag (ruwe schatting circa 5%).

TNO en IVAM onderzoeken samen met drie bedrijventerreinenorganisaties – Klapwijk Parkmanagement BV, Energie Coöperatie West Friesland, Markus Makelaardij – en Cofely welke strategieën het meest geschikt zijn om MKB-ondernemers op bedrijventerreinen te motiveren tot het nemen van energiemaatregelen. Dit vereist inzicht in de drijfveren en barrières van deze ondernemers om wel of geen(collectieve) duurzame energiemaatregelen te nemen.

In het project zijn vier typen (‘zogeheten persona’s’) ondernemers op bedrijventerreinen met verschillende drijfveren geïdentificeerd:

  • Vera ‘Rekenaar’: oriëntatie op het nu en individueel;
  • Hans ‘Kansafwachter’: oriëntatie op het nu en gericht op het collectief;
  • José ‘Maatschappelijk betrokkene’: oriëntatie op toekomst en gericht op het collectief;
  • Daan ‘Pionier’: oriëntatie op toekomst en individueel.

Parkmanagers kunnen hun aanbod en communicatie strategieën effectiever maken door de aanpak af te stemmen op de verschillende typen ondernemers. Zo is duurzaamheid voor Vera een van de aspecten die bij een gedegen bedrijfsvoering horen. Bij haar is het sleutelbegrip business case. Als je echter Hans vraagt naar wat hem tegenhoudt om duurzame maatregelen te treffen voor zijn bedrijf, geeft hij vooral aan nog geen goede voorbeelden te kennen. Bij hem is het sleutelbegrip ontzorgen. En zo hebben ook José en Daan hun eigen specifieke focus en wensen.

De persona’s zijn gebaseerd op een kleinschalig vragenlijstonderzoek, de ervaringen van de projectpartners en een aantal aanvullende interviews met ondernemers. In het vragenlijstonderzoek werd onder meer gekeken naar het type mens achter de ondernemer. De meeste respondenten gaven aan toekomstgericht te zijn – het zien van en openstaan voor nieuwe kansen. Gefocust zijn op het primaire bedrijfsproces werd door ruim een derde als typerend voor henzelf aangemerkt. Sociaal bewogen, ambitieus en werken om te leven werden vervolgens het vaakst genoemd. Samen kom je verder, sprak de meerderheid van de respondenten aan. Voor ruim een derde gold juist ‘Als je het zelf doet, gaat het sneller’. In het kleinschalig vragenlijst onderzoek werd ondernemers ook gevraagd welke duurzame energiemaatregelen zij al genomen hadden en of zij plannen hadden voor het nemen van maatregelen. Van de respondenten gaf een meerderheid aan van plan te zijn te investeren in meer energiemaatregelen. De meest genoemde reden daarvoor was kostenbesparing, gevolgd door milieu, imago en bedrijfsmatige interesse.

Voor elk van deze types ondernemers ontwikkelen de consortiumpartners in het vervolg van het project passende, aantrekkelijke energieproposities en testen deze in de praktijk. Het project resulteert in een keuzemodel voor bedrijventerreinenorganisaties, dat voor verschillende typen ondernemers de meest aantrekkelijke duurzame energieproposities aanwijst.