Het PBL Planbureau voor de Leefomgeving heeft een consortium van onderzoekers (prof. dr. mr. Tineke Lambooy en mr. Sander van ’t Foort van Nyenrode Business Universiteit, samen met Dr. Karen Maas van het Erasmus Impact Centre en Rens van Tilburg van het Sustainable Finance Lab) opdracht gegeven om de mogelijke invloed van financiële instellingen op de duurzaamheidsprestaties in beeld te brengen, met de nadruk op biodiversiteit en natuurlijk kapitaal. Ook is in dit onderzoek een aantal bedrijven gevraagd hoe zij de invloed van financiers ervaren. Een belangrijke taak van het PBL is om de effectiviteit van beleidsinstrumenten te evalueren.

Richtlijn
Aanleiding is de in 2014 door de EU opgestelde richtlijn die ‘bepaalde ondernemingen’ verplicht tot het openbaar maken van niet-financiële informatie. De richtlijn is een aanscherping van bestaande regels en geldt vanaf 2017 voor grote ondernemingen met gemiddeld 500 werknemers in de EU, meestal beursfondsen. Het doel van de richtlijn is om ervoor te zorgen dat bedrijven actief onderzoek doen naar hun impact op publieke belangen (onder andere sociale en mensenrechten, milieuaspecten en corruptie). Door transparantie af te dwingen, worden bedrijven intern gestimuleerd tot het vergaren van een beter inzicht in deze thema’s. Bovendien kunnen verschillende maatschappelijke belanghebbenden deze bedrijven proberen te beïnvloeden.

Duurzaamheidprestaties
Investeerders, maar ook NGO’s, kunnen bijvoorbeeld op basis van openbare informatie bedrijven ranken op duurzaamheid. Ook kunnen investeerders afwegen of ze wel of niet gaan investeren, of met het bedrijf in overleg gaan over voorwaarden en prestaties op het vlak van duurzaamheid (‘engagement’). Dit soort verwachtingen creëert veel optimisme over de effecten van dit instrument, maar tegelijk is er nog maar weinig concrete informatie voorhanden om dat optimisme te onderbouwen. Daarom zijn de onderzoekers gevraagd dit te verkennen, specifiek met het oog op vier thema’s die relevant zijn voor het behoud van biodiversiteit en natuurlijk kapitaal, te weten: landconversie, watergebruik, CO2 emissies en gebruik van chemicaliën.

Effectiviteit
Zowel bij onderzochte investeerders als bij bedrijven blijkt dat het lastig is om inzicht te verkrijgen in de precieze impact van bedrijven op de genoemde vier onderwerpen, alsook wat dat inzicht teweeg brengt bij investeerders, met name in hun beleggingsbeleid. Vanwege de open normen in de nieuwe aangescherpte regels, rapporteren bedrijven ieder op hun eigen manier. Daarom zijn de verwachtingen over effecten niet heel groot. Op basis van de bevindingen wordt door de onderzoekers een aantal suggesties gedaan om het instrument effectiever te maken. Denk hierbij aan het standaardiseren van rapportages waardoor het vergelijken van prestaties van bedrijven gemakkelijker wordt en verificatie van informatie door een externe partij.