Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen zijn nog onvoldoende transparant over hoeveel en waar zij hun belastingen betalen. Dat blijkt uit onderzoek van De Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). De vereniging bracht gisteren de ‘Tax Transparency Benchmark’ uit.

De resultaten van het onderzoek laten weliswaar een sterke vooruitgang zien in het aantal beursgenoteerde bedrijven dat rapporteert over belastingbeleid, maar in welke landen zij precies hun belastingen afdragen blijft veelal nog in nevelen gehuld. Maar liefst 45 procent van de 64 onderzochte ondernemingen doet in 2014 verslag van haar belastingbeleid. Dat is fors meer dan in voorgaand jaar. In 2013 was dat namelijk nog maar 16 procent. De transparantie beperkt zich bij een aantal bedrijven bovendien niet tot de verslaglegging. Ongeveer een kwart van de ondernemingen (23 procent) bespreekt de belastingstrategie ook met haar stakeholders. “Dat zijn nog steeds schrale cijfers, maar we zien gelukkig wel vooruitgang”, aldus VBDO-directeur Giuseppe van der Helm.

Uitvoering

In de benchmark doet de VBDO verslag van het jaarlijkse onderzoek naar de transparantie van 64 Nederlandse, beursgenoteerde ondernemingen over hun belastingbeleid en –afdrachten. De VBDO heeft daarnaast ook gekeken naar de wijze waarop de bedrijven de risico’s op onverantwoord fiscaal handelen in kaart brengen, en hoe ze over de tax governance rapporteren.

Van der Helm is blij met de sterk toegenomen transparantie over belastingbeleid. Toch heeft hij ook kritische voetnoten bij de uitkomsten van het onderzoek: “Een groot aandachtspunt is bijvoorbeeld dat slechts drie procent verslag doet volgens de internationale richtlijnen voor ‘Country by Country Reporting’ waarbij een onderneming per land inzichtelijk maakt hoeveel belasting zij afdraagt”. Van der Helm doelt daarmee op het actieplan dat is opgesteld door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De VBDO is ook teleurgesteld over het feit dat de 64 onderzochte bedrijven gemiddeld slechts een kwart van het totaal aantal punten scoort.

Minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking): ‘Dit onderzoek draagt bij aan meer transparantie van multinationals over gemaakte winsten en belastingafdrachten. Dat is belangrijk. Net zoals de inzet van het kabinet om belastingverdragen met 23 ontwikkelingslanden te vernieuwen en de capaciteit van belastingdiensten ter plekke te versterken. Zodat deze beter in staat zijn om belastingen van onder meer multinationals te innen.’

Het rapport is mede mogelijk gemaakt door het ministerie van Buitenlandse Zaken en PwC.