De kwaliteit van leven in Nederland is vanaf 2000 toegenomen en is vergeleken met veel andere Europese landen hoog. Daar staat tegenover dat het natuurlijk kapitaal in Nederland onder druk staat, vanwege de relatief hoge bevolkingsdichtheid. Ook de CO2-uitstoot is relatief groot. Dit blijkt–samen met veel andere zaken–uit de Monitor Duurzaam Nederland 2017 van het CBS, die vandaag aan de Tweede Kamer is aangeboden in het kader van Verantwoordingsdag.

De monitor geeft een beeld van de duurzame ontwikkeling aan de hand van drie aspecten: de kwaliteit van leven (‘hier en nu’), hulpbronnen (‘later’) en Nederland in de wereld (‘elders’). Deze drie aspecten zijn ontleend aan de zogenaamde Brundtland-definitie van duurzaamheid: ‘een voldoende kwaliteit van leven, die niet ten koste gaat van de mogelijkheden van toekomstige generaties om te voorzien in hun behoeften en ook de kwaliteit van leven in andere landen (met name ontwikkelingslanden) per saldo niet nadelig beïnvloedt.’ In totaal zijn 56 indicatoren in de Monitor opgenomen, waarvan zowel de trendmatig ontwikkeling vanaf 2000 als de recente positie van Nederland binnen de EU wordt beschouwd.

We geven ons leven gemiddeld bijna een 8

Uit de monitor blijkt dat Nederlanders in grote mate tevreden zijn met hun leven. Bij herhaling waarderen zij dit met een rapportcijfer van bijna 8. In materiële zin gaat het de Nederlanders steeds beter. Zo consumeren we over een langere periode bezien per hoofd van de bevolking steeds meer. Een groot aantal andere indicatoren die van invloed zijn op de kwaliteit van leven, waaronder gezondheid en het vertrouwen dat mensen in elkaar hebben, heeft eveneens een positieve of neutrale trend. Vergeleken met de andere 27 lidstaten van de Europese Unie staat Nederland bij de indicatoren die de kwaliteit van leven in het ‘hier en nu’ beschrijven doorgaans aan de top of in het midden van de ranglijst. Er zijn echter ook punten waar de trend negatief is. Zo is de langdurige werkloosheid na 2000 trendmatig toegenomen en maken relatief meer mensen zich zorgen over de ontwikkeling van hun inkomen.

Nog relatief weinig hernieuwbare energie

Het natuurlijk kapitaal staat in Nederland onder druk. Zo is het aandeel hernieuwbare energie vergeleken met andere Europese landen laag en de CO2-uitstoot hoog. Ook betrekt Nederland in vergelijking met andere Europese landen relatief veel grondstoffen uit de allerarmste landen. Op de lange termijn kan de huidige export van grondstoffen voor de allerarmste landen nadelig uitpakken.
Anders dan bij het natuurlijk kapitaal is bij het economisch kapitaal, waaronder de fysieke en de kenniskapitaalgoederenvoorraad, de trend over een langere periode overwegend positief. Deze voorraden nemen namelijk toe. Fysiek kapitaal betreft onder meer gebouwen en machines; kenniskapitaal heeft betrekking op bijvoorbeeld research en development, en computersoftware. Ook wat betreft het sociaal kapitaal, zoals het vertrouwen in de medemens en in de instituties, laten de indicatoren voornamelijk positieve ontwikkelingen zien. Dit geldt eveneens voor het menselijk kapitaal, afgemeten aan onder meer de arbeidsparticipatie, het opleidingsniveau en de gezondheid.

Naar een Monitor Brede Welvaart

De huidige Monitor Duurzaam Nederland is de vierde en laatste in een reeks. In opdracht van het kabinet vormt het CBS deze om tot een jaarlijkse Monitor Brede Welvaart. De eerste editie van deze Monitor verschijnt in mei 2018. De drie Planbureaus, CPB, PBL en SCP, zullen betrokken zijn bij de doorontwikkeling van de Monitor en zullen hun Verkenningen Brede Welvaart hierbij laten aansluiten. Het kabinet volgt hiermee het advies van de Tijdelijke commissie Breed welvaartsbegrip en de wens van de Tweede Kamer.

Bronnen