Uit het onderzoek blijkt ook dat het Nederlandse midden-en kleinbedrijf dat actief is in India geen gericht beleid heeft over hoe om te gaan met kinderarbeid, arbeidsomstandigheden of milieuvervuiling.

Voor alle bedrijven geldt dat zij niet of nauwelijks nagaan of de productie in de vaak omvangrijke uitbestedingsketen wel op een maatschappelijk verantwoorde wijze plaatsvindt.

Daarnaast blijkt dat grootschalige schendingen van mensenrechten voor de Nederlandse bedrijven ter plaatse geen reden is om daarover uitspraken te doen. In 2002 werden bijna tweeduizend moslims vermoord in Gujarat. Bedrijven vinden dat de Nederlandse regering of de EU daar actie op moet ondernemen. Daarnaast zetten ondernemingen zich niet bewust in voor het verbeteren van de arbeidspositie van vrouwen of kastelozen. Ook de aandacht voor biodiversiteit valt, aldus de onderzoekers, tegen.

Een positieve ontwikkeling is dat een aantal bedrijven de milieukant van verantwoord ondernemen wel oppakt. Dat betekent dat zij milieumaatregelen nemen op het gebied van energie-en materiaalgebruik, emissies en afval. Maar dat die aandacht weer minder wordt naarmate de toeleveranciers en onderaannemers verder afstaan van de lokale Nederlandse dochters.

Uit gesprekken met de lokale niet-gouvernementele organisaties en maatschappelijke instellingen blijkt dat zij van buitenlandse bedrijven verwachten dat zij bijdragen aan de sociaal-economische en gemeenschapsontwikkeling.

De Landelijke India Werkgroep doet op basis van dit rapport een aantal aanbevelingen aan het Nederlandse bedrijfsleven. Zo pleit de werkgroep voor het opzetten van een samenwerkingsverband tussen VNO-NCW en de Indiase tegenhangers om maatschappelijk verantwoord ondernemen in India te bevorderen. De Nederlandse overheid zou meer richtlijnen moeten geven voor het handelen bij politiek gevoelige zaken die van invloed zijn op het lokale ondernemingsklimaat.

Eind november 2002 brachten de toenmalige staatssecretaris Wijn (EZ), minister van Ardenne (OS) en een delegatie van 25 Nederlandse bedrijven een bezoek aan India. De insteek was toen ‘Ondernemen tegen Armoede’. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt, dat daarvoor een nieuwe impuls nodig is.